Deel 6 van de Noorse grammatica, hierin aandacht voor de Noorse wederkerende voornaamworoden en de wederkerende werkwoorden
Wederkerende voornaamwoorden
Wederkerende voornaamwoorden worden over het algemeen gebruikt in combinatie met wederkerende werkwoorden. Ze zeggen iets over dat werkwoord en tegelijkertijd iets over de persoon. Voorbeelden van wederkerende werkwoorden zijn:
- wassen (ik was me)
- scheren (hij scheert zich)
- vervelen (jij verveelt je)
Noorse wederkerende voornaamwoorden
Ik het Noors heten wederkerende voornaamwoorden refleksive pronomer en wederkerende werkwoorden heten refleksive verb. In het Noors worden de wederkerende voornaamwoorden op dezelfde manier gebruikt als in het Nederlands
Nederlands | Onderwerp | Niet onderwerp | Wederkerend |
ik | jeg | meg | meg |
jij | du | deg | deg |
hij | han | ham | seg |
zij (enkelvoud) | hun | henne |
seg |
het | det/den | – | seg |
wij | vi | oss | oss |
jullie | dere | dere | dere |
zij | de | dem | seg |
u | De | Dem | – |
Noorse wederkerende werkwoorden:
De belangrijkste Noorse wederkerende werkwoorden (dus werkwoorden die je met een wederkerend persoonlijk voornaamwoord moet gebruiken) zijn:
- å glede seg (zich verheugen)
- å foreta seg (zich iets voornemen)
- å oppføre seg (zich gedragen)
- å more seg (plezier hebben)
- å like seg (het naar de zin hebben)
- å kjede seg (zich vervelen)
- å konsentrere seg (zich concentreren)
- å klare seg (iets wel voor elkaar krijgen)
- å skynde seg (zich haasten)
- å grue seg (ergens tegenop zien)
- å vaske seg (zich wassen)
Zoals je ziet worden er werkwoorden in het Noors wederkerend gebruikt terwijl dat in het Nederlans niet het geval is. Deze woorden zul je uit je hoofd moeten leren.
Een paar voorbeelden van het gebruik van wederkerende voornaamwoorden:
- ik het het hier naar mijn zin = jeg liker meg her
- Zij krijgen het wel voor elkaar = De kommer til å klare seg
- je moet je concentreren! = du må konsetrere deg!
- Wij moeten ons haasten = vi må skynde oss
- De hond wast zich = hunden vasker seg
Meer lezen?
- Noorse grammatica 1: zelfstandige naamwoorden
- Noorse grammatica 2: de getallen
- Noorse grammatica 3: bezittelijke voornaamwoorden
- Noorse grammatica 4: samengevoegde zelfstandige naamwoorden
- Noorse grammatica 5: persoonlijke voornaamwoorden
- Noorse grammatica 6: werderkerende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 7: aanwijzende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 8: onbepaalde voornaamwoorden
- Noorse grammatica 9: bijvoegelijke naamwoorden
- Noorse grammatica 10: trappen van vergelijking
- Noorse grammatica 11: zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
- Noorse grammatica 12: tegenwoordige tijd
- Noorse grammatica 13: onvoltooid verleden tijd
- Noorse grammatica 14: voltooid deelwoord
- Noorse grammatica 15: voltooid verleden tijd
- Noorse grammatica 16: hulpwerkwoorden
- Noorse grammatica 17: bijzondere werkwoordconstructies
- Noorse grammatica 18: passieve werkwoorden
- Noorse grammatica 19: gebiedende wijs en partisipp
- Noorse grammatica 20: vragende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 21: bijwoorden
- Noorse grammatica 22: bijwoorden over grootte, inhoud enz
- Noorse grammatica 23: voorzetsels 1
- Noorse grammatica 24: voorzetsels 2
- Noorse grammatica 25: voorzetsels 3
- Noorse grammatica 26: ja, nei, jo
- Noorse grammatica 27: verbindingswoorden
- Noorse grammatica 28: bijzinnen 1
- Noorse grammatica 29: bijzinnen 2: ontkennende bijzinnen
- Noorse grammatica 30: spreekwoorden en uitdrukkingen
Bronvermelding
- Norsk grammatikk for fremmedspråklige
- Nøkkel til Norge
- Stein på stein
- Her på Berget
- ordbok (woordenboek) Nederlands-Norsk, Norsk-Nederlands
- folkeuniversitetet
- norsk språkrad