Hier een overzicht van de Noorse spreekwoorden en uitdrukkingen.
Spreekwoorden en uitdrukkingen
Zowel in het Noors als in het Nederlands worden spreekwoorden en uitdrukkingen veelvuldig gebruikt. Ik heb hieronder geprobeerd een kort overzicht te geven. Als je er nog meer weet, mag je rustig aanvullen…
- fra A til å: van a tot z
- Bedre med en fugl i hånden enn ti på taket: beter een vogel in de hand dan 10 in de lucht
- Dette er helt borti veggene: dat slaat nergens op
- Bak skyene er himmelen alltid blå: achter de wolken schijnt de zon
- Borte bra, hjemme best: oost west, thuis best
- Av skade blir man klok: van schade wordt men wijs
- å så to fluer i en smekk: twee vliegen in een klap slaan
- å selge skinnet før bjørnet er skutt: de huid verkopen voor de beer geschoten is
- det er bra vær i dag, sa mannen i garasjen: het is mooi weer vandaag zei de man in de garage (spreekt dus over iets waar hij niets van kan weten)
- Morgenstund har gull i munnen: morgenstond heeft goud in de mond
- de gamle bukkene har de stiveste hornene: oude bokken hebben de stijfste hoornen (hoe ouder hoe eigenwijzer)
- tankeløst hode får letteste sove: iemand die niet nadenkt slaapt het lekkerst
- blod er tykkere enn vann: bloed is dikker dan water (bloed kruipt waar het niet gaan kan)
- Hvis skarene bærer en voksen mann på sanktshansdagen, da blir det sent vår: als het ijs een volwassen man kan dragen half juni, is de lente laat
- en svale gjør ingen sommer: een zwaluw maakt nog geen zomer
- Det finnes ikke dårlig vær, bare dårlige klær: slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel
- Det er håp i hengende snoren: er is hoop zolang je vislijn heel is
- heller livløs enn rådløs: liever dood dan radeloos
- Jommen sa jeg smør: uitdruk van ongeloof (het liefst zo sarcastisch mogelijk)
- den som ler last, ler best: wie het laatst lacht, lacht het best
- Jo flere flokker, dess mere søl: hoe groter de kudde, hoe groter det troep
- tale er sølv, tie er gull: spreken is zilver, zwijgen is goud
- sølv er en nederlag: zilver winnen is een nederlaag
- smi jern mens det er varmt: het ijzer smeden als het heet is
- å stå med skjegget i postkassa: met je baard in de brievenbus staan (openlijk voor gek staan)
- å strø salt i såret: zout in de wonden strooien (iets nog erger maken dan het al was)
- å ha grønne fingere: groene vingers hebben
- å føre noen bak lyset: iemand voor de gek houden
- å kjøpe katten i sekken: de kat in de zak kopen
- å få kalde føtter: koude voeten krijgen (zich terugtrekken)
- eplet faller ikke langt fra stammen: de appel valt niet ver van de boom
- å sette sitt lys under en skjeppe: je verleden verschuilen
- å skytte spurv med kanoner: een overdreven aktie
- å ha gått fem på: bedonderd worden
- å slukke kamelen: iets doen wat je eigenlijk niet wilt, om een hoger doel te behalen
- å skytte en hvit pinn: de hoop opgeven
- å sette tæring etter næring: de tering naar de nering zetten
- å få gult kort: de gele kaart krijgen
- å kaste inn håndkleet: de handdoek in de ring gooien
- å hoppe etter wirkola: een zeer ervaren persoon nadoen
- kaste perler for svinen: parels voor de zwijnen werpen
- å treffe spikeren på hodet: de spijker op zijn kop slaan
- å være en flu på veggen: onzichtbaar aanwezig zijn (muurbloempje)
- å få pepper: kommentaar krijgen (negatief)
- å legge deg flatt: alles bekennen
- å ha svin på skogen: iets fout gedaan hebben
- å gå i vannet: iets doms gedaan hebben
- å finne et Columbi egg: het ei van columbus
Meer lezen?
- Noorse grammatica 1: zelfstandige naamwoorden
- Noorse grammatica 2: de getallen
- Noorse grammatica 3: bezittelijke voornaamwoorden
- Noorse grammatica 4: samengevoegde zelfstandige naamwoorden
- Noorse grammatica 5: persoonlijke voornaamwoorden
- Noorse grammatica 6: werderkerende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 7: aanwijzende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 8: onbepaalde voornaamwoorden
- Noorse grammatica 9: bijvoegelijke naamwoorden
- Noorse grammatica 10: trappen van vergelijking
- Noorse grammatica 11: zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
- Noorse grammatica 12: tegenwoordige tijd
- Noorse grammatica 13: onvoltooid verleden tijd
- Noorse grammatica 14: voltooid deelwoord
- Noorse grammatica 15: voltooid verleden tijd
- Noorse grammatica 16: hulpwerkwoorden
- Noorse grammatica 17: bijzondere werkwoordconstructies
- Noorse grammatica 18: passieve werkwoorden
- Noorse grammatica 19: gebiedende wijs en partisipp
- Noorse grammatica 20: vragende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 21: bijwoorden
- Noorse grammatica 22: bijwoorden over grootte, inhoud enz
- Noorse grammatica 23: voorzetsels 1
- Noorse grammatica 24: voorzetsels 2
- Noorse grammatica 25: voorzetsels 3
- Noorse grammatica 26: ja, nei, jo
- Noorse grammatica 27: verbindingswoorden
- Noorse grammatica 28: bijzinnen 1
- Noorse grammatica 29: bijzinnen 2: ontkennende bijzinnen
- Noorse grammatica 30: spreekwoorden en uitdrukkingen
Bronvermelding
- Norsk grammatikk for fremmedspråklige
- Nøkkel til Norge
- Stein på stein
- Her på Berget
- ordbok (woordenboek) Nederlands-Norsk, Norsk-Nederlands
- folkeuniversitetet
- norsk språkrad