blog placeholder

In dit artikel aandacht voor het gebruik van de Noorse verbindingswoorden in de Noorse taal

Verbindigswoorden

Verbindingswoorden worden gebruitk om twee zinnen met elkaar te verbinden. Ze worden ook wel voegwoorden genoemd. Verbindingswoorden zijn essentieel als je een tekst wil schrijven die uit meerdere zinnen bestaat. Voorbeelden van verbindingswoorden zijn:

  • zoals
  • daarom
  • voordat
  • om die reden

Noorse verbindingswoorden

In het Noors wordt er onderscheid gemaakt tussen konjunksjoner en subkonjunksjoner.

Konjunksjoner:

Konjunksjoner verbinden 2 woorden of twee zinnen aan elkaar. Dit gaat altijd om hele zinnen (en dus nooit om bijzinnen, want daar worden de subkonjuksjoner voor gebruikt). Het gebruik van konjunksjoner is aan een paar regels gebonden:

  • verbinding van twee woorden of twee hele zinnen
  • als er twee zinnen worden samengevoegd, dan wordt er altijd een komma gebruikt (ook voor het woordje og)

Een paar voorbeelden:

  • Kari og peter er venner
  • Jan kom hit i 1999, og han bor fortsatt her
  • Jeg liker kaffe, men jeg likker ikke te
  • Vil du ha kaffe eller te?

De Noorse konjunksjoner zijn: og (en), men (maar) en eller (of)

Subkonjunksjoner

Subkonjunksjoner kun je gebruiken om een bijzin te maken. Er zijn verschillende typen bijzinnen:

  • vertellende bijzinnen
  • vragende bijzinnen
  • adverbiale bijzinnen
  • bijvoegelijke bijzinnen

Vertellende bijzinnen:

Er bestaat maar een verbindingswoord voor vertellende bijzinnen: at. De sier ofte at det går galt, jeg trodde at det var tull.

Het woordje at wordt nogal eens weggelaten uit een zin.

Vragende bijzinnen:

Alle vragende voornaamwoorden kunnen worden gebruikt als verbindingswoord in een vragende bijzin. Vaak wordt hier het woordje som aan toegevoegd:

  • de spurte hva som skjedde
  • jeg vet ikke hvem som kommmer
  • de lurer på når dere kommer
  • jeg lurer på hvem han er

Adverbiale bijzinnen:

Hierbij worden bijwoorden gebruikt om twee delen van een zin aan elkaar te zetten:

  • de skal bo her, siden de liker seg godt
  • de skal dra slik at  de kommer hjem før det blir mørkt

De volgende adverbiale verbindingswoorden kun je gebruiken:

  • tijd: da (toen), når (wanneer), etter at (nadat), før (voor), inntil (totdat), mens (terwijl), idet (terwijl), så lenge (tot nu toe), straks (nu), siden (sinds), til (tot)
  • oorzaak: fordi (omdat), siden (omdat), ettersom (doordat), på grunn av det (om die reden), i og med at (tot aan)
  • doel: for at (zodat), slik at (zodat), så (zodat)
  • gevolg: slik at (zodat), så-at (zodat)
  • tegenstelling: selv om (zelfs al), til tross for at (hoewel), enda (hoewel), skjønt (hoewel)
  • voorwaarde: hvis (als), dersom (als dat), om (als), med mindre (tenzij), bare (slechts), uten at (zonder dat)
  • vergelijking: enn (dan), som (als), som om (zoals), så-som (zoals), jo-desto (deste), jo-jo, dess-dess (voor det laatste twee bestaat niet echt een Nederlandse vertaling)

Meer lezen?

Bronvermelding

  • Norsk grammatikk for fremmedspråklige
  • Nøkkel til Norge
  • Stein på stein
  • Her på Berget
  • ordbok (woordenboek) Nederlands-Norsk, Norsk-Nederlands
  • folkeuniversitetet
  • norsk språkrad