Hier uitleg van de vragende voornaamwoorden in het Noors.
Vragende voornaamwoorden
De naam zegt het eigenlijk al: vragende voornaamwoorden gebruik je om een zin vragende te kunnen maken. Het Nederlands kent de volgende vragende voornaamwoorden:
- wie
- wat
- waar
- welke
- wat voor een
- wiens
Daarbij zijn er een aantal bijwoorden die gebruikt worden als vragende voornaamwoord:
- hoe
- waarom
- wanneer
Vragende voornaamwoorden in het Noors
In het Noors worden de vragende voornaamwoorden op dezelfde manier gebruikt als in het Nederlands. Over het algemeen komt ook in het Noors het vragende voornaamwoord als eerste woord in de zin. In het Noors worden vragende voornaamwoorden ingedeeld naar hun functie:
Vragende voornaamwoorden van tijd:
De volgende vragende voornaamwoorden voor tijd bestaan in het Noors:
- wanneer = når
- hoe vaak = hvor ofte
- hoe lang = hvor lenge
- hoe laat = klokka når
Vragende voornaamwoorden die te maken hebben met hoe je iets doet:
Hiervan bestaat er maar een:
- hoe = hvordan
- (hoe goed = hvor bra)
Vragende voornaamwoorden van plaats:
Ook hiervan bestaat er maar een:
- waar = hvor
Bijwoord gebruikt als vraagend voornaamwoord:
Ook hiervan bestaat er maar een:
- waarom = hvorfor
Het gebruik van vragende voornaamwoorden in het Noors
Zoals hierboven al een keer vermeld, worden de vragende voornaamwoorden in het Noors op dezelfde manier gebruikt als in het Nederlands. Over het algemeen worden ze dan ook aan het begin van de zin gezet. Maar het is ook mogelijk om hem op een andere plaats te zetten:
- hoe laat gaat de trein = når går toget
- weet jij hoe laat de trein gaat = vet du når toget går
- waar ga je heen = hvor skal du
- hans vraagt waar zij heen gaat = Hans spør hvor hun skal
- waarom is het hier zo koud = hvorfor er det så kald her
- niermand weet waarom… = ingen vet hvorfor…
Meer lezen?
- Noorse grammatica 1: zelfstandige naamwoorden
- Noorse grammatica 2: de getallen
- Noorse grammatica 3: bezittelijke voornaamwoorden
- Noorse grammatica 4: samengevoegde zelfstandige naamwoorden
- Noorse grammatica 5: persoonlijke voornaamwoorden
- Noorse grammatica 6: werderkerende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 7: aanwijzende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 8: onbepaalde voornaamwoorden
- Noorse grammatica 9: bijvoegelijke naamwoorden
- Noorse grammatica 10: trappen van vergelijking
- Noorse grammatica 11: zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
- Noorse grammatica 12: tegenwoordige tijd
- Noorse grammatica 13: onvoltooid verleden tijd
- Noorse grammatica 14: voltooid deelwoord
- Noorse grammatica 15: voltooid verleden tijd
- Noorse grammatica 16: hulpwerkwoorden
- Noorse grammatica 17: bijzondere werkwoordconstructies
- Noorse grammatica 18: passieve werkwoorden
- Noorse grammatica 19: gebiedende wijs en partisipp
- Noorse grammatica 20: vragende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 21: bijwoorden
- Noorse grammatica 22: bijwoorden over grootte, inhoud enz
- Noorse grammatica 23: voorzetsels 1
- Noorse grammatica 24: voorzetsels 2
- Noorse grammatica 25: voorzetsels 3
- Noorse grammatica 26: ja, nei, jo
- Noorse grammatica 27: verbindingswoorden
- Noorse grammatica 28: bijzinnen 1
- Noorse grammatica 29: bijzinnen 2: ontkennende bijzinnen
- Noorse grammatica 30: spreekwoorden en uitdrukkingen
Bronvermelding
- Norsk grammatikk for fremmedspråklige
- Nøkkel til Norge
- Stein på stein
- Her på Berget
- ordbok (woordenboek) Nederlands-Norsk, Norsk-Nederlands
- folkeuniversitetet
- norsk språkrad