blog placeholder

Hier de uitleg van het gebruik van passieve werkwoorden in de Noorse taal

Passieve werkwoorden

Passieve werkwoorden zijn werkwoorden dei zelf geen actieve handelig aangeven. Een andere naam voor deze werkwoorden is de lijdende vorm. De passieve vorm wordt gebruikt wanneer we niet geïnteresseerd zijn in wie een bepaalde handeling verricht, maar meer in wat deze handeling inhoudt. Een paar voorbeelden:

  • Het huis wordt geschilderd
  • De rebellen werden genegeerd
  • Het boek werd op de grond gegooid

Zoals je ziet wordt in het Nederlands bij de passieve vorm altijd gebruik gemaakt van het werkwoord worden.

Passieve werkwoorden in het Noors

In het Noors zijn er twee manieren om passieve werkwoorden te vormen:

  1. met behulp van het werkwoord worden (å bli)
  2. door gebruik te maken van een extra -s

Passieve werkwoorden met het werkwoord worden (å bli):

Deze vorm is voor Nederlanders het gemakkelijkst aan te leren, want de toepassing is precies hetzelfde als in het Nederlands: jeg gebruikt een vervoeging van het werkwoord worden, gevold door een voltooid deelwoord:

  • Het huis wordt geschilderd = huset blir malt
  • De kranten werden geboycot = avisene ble boikottet
  • Het boek wordt op de grond gegooid = boken blir kastet på gulvet
  • Het huis zal worden geschilderd = huset vil blir malt

Passieve werkwoorden met een extra -s:

Deze vorm voor passieve werkwoorden wordt in het Noors s-passiv genoemd. De standaard regel is dat er een hulpwerkwoord wordt gebruikt, gevolgd door het hele werkwoord + s.

De hulpwerkwoorden die hiervoor gebruikt kunnen worden:

  • å kunne (kunnen)
  • å skulle (zullen)
  • å må (moeten)
  • å bør (eigenlijk moeten)

Een paar voorbeelden:

  • het moet gedaan worden = det må gjøres
  • de auto kan gerepareerd worden = bilen kan repareres
  • zij zouden gestrafd moeten worden = de burde straffes

Er bestaat echter ook nog een vorm van de s-passiv waarbij er geen hulpwerkwoord wordt gebruikt. Deze vorm vind je vooral in recepten en gebruiksaanwijzingen; een paar voorbeelden:

  • de soep wordt gekookt in een pan = supen kokes i en pann
  • de oven wordt op 60 graden gezet = oven settes på 60 grader
  • foutgeparkeerde auto’s worden weggesleept = feilparkerte bil taues bort
  • het eten wordt om 8:00 uur geserveerd = maten serveres kl 8:00

Meer lezen?

Bronvermelding

  • Norsk grammatikk for fremmedspråklige
  • Nøkkel til Norge
  • Stein på stein
  • Her på Berget
  • ordbok Nederlands-Norsk, Norsk-Nederlands
  • folkeuniversitetet
  • norsk språkrad