Hier de uitleg van het gebruik van het voltooid deelwoord in de Noorse taal
Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord gebruik je om aan te geven dat een bepaalde handeling al heeft plaatsgevonden. Voorbeelden van een voltooid deelwoord zijn:
- Ik ben geweest
- Ik heb gehoord
- hij heeft geluisterd
Zoals je ziet gebruik je bij het voltooid deelwoord altijd een extra werkwoord. In het Nederlands is dit “hebben” of “zijn”.
Voltooid deelwoord in het Noors
In het Noors gebruik je het voltooid deelwoord op dezelfde manier als in het Nederlands (er zijn een paar uitzonderingen, daarover kun je lezen in het onderdeel bijzondere werkwoordcontstructies). Ook in het Noors moet je altijd een hulpwerkwoord gebruiken en ook in het Noors zijn dat de werkwoorden hebben (å ha) en zijn (å være).
- å ha: mag je ALTIJD gebruiken
- å være: alleen bij werkwoorden die een beweging aanduiden (maar dan mag å ha dus ook)
Net als de onvoltooid verleden tijd bestaat ook het voltooid deelwoord uit een groep met zwakke werkwoorden en uit een groep met sterke werkwoorden:
Zwakke werkwoorden:
Groep 1: werkwoorden waarvan de stam eindigt op twee verschillende medeklinkers:
Deze woorden krijgen een -et uitgang als deelwoord
Nederlands | Hele ww. | Verleden tijd | Deelwoord |
wassen | å vaske | vasket | vasket |
Halen | å hente | hentet | hentet |
Groep 2: werkwoorden eindigend op 2 dezelfde medeklinkers, of slechts 1 medeklinker:
Deze werkwoorden krijgen een -t als deelwoord
Nederlands | Hele ww. | Verleden tijd | Deelwoord |
kopen | å kjøpe | kjøpte | kjøpt |
lezen | å lese | leste | lest |
Groep 3: werkwoorden eindigend op -v, -g of -ei:
Deze werkwoorden een -d uitgang als deelwoord
Nederlands | Hele ww. | Verleden tijd | Deelwoord |
leven | å leve | levde | levd |
verzorgen (gewoonlijk doen) | å pleie | pleide | pleid |
bouwen | å bygge | bygde | bygd |
Groep 4: werkwoorden die eindigen op een klinker (maar niet op -e):
Deze werkwoorden krijgen de uitgang -dd als deelwoord
Nederlands | Hele ww. | Verleden tijd | Deelwoord |
wonen | å bo | bodde | bodd |
betekenen | å bety | betydde | betydd |
De sterke werkwoorden
Er bestaan meer dan 100 sterke werkwoorden in het Noors, deze werkwoorden worden dus niet verbogen volgens een bepaalde regel. Toch zit er vaak wel een vorm van logica in. Hoe meer sterke werkwoorden je kent, hoe makkelijker het wordt om de rest van de sterke werkwoorden te begrijpen. Hier volgt een overzicht:
Nederlands | Hele ww. | Verleden tijd | Deelwoord |
blijven | å bli | ble | blitt |
gaan | å dra | dro | dratt |
hebben | å ha | hadde | hatt |
drinken | å drikke | drakk | drukket |
verstaan | å forstå | forsto | forstått |
krijgen | å få | fikk | fått |
geven | å gi | ga | gitt |
lopen | å gå | gikk | gått |
helpen | å hjelpe | hjalp | hjulpet |
komen | å komme | kom | kommet |
leggen | å legge | la | lagt |
liggen | å ligge | lå | ligget |
zien | å se | så | sett |
zeggen | å si | sa | sagt |
schrijven | å krive | skrev | skrevet |
slapen | å sove | sov | sovet |
nemen | å ta | tok | tatt |
zijn | å være | var | vært |
vinden (mening) | å synes | syntes | syntes |
naar de zin zijn | å trives | trivdes | trivdes |
Meer lezen?
- Noorse grammatica 1: zelfstandige naamwoorden
- Noorse grammatica 2: de getallen
- Noorse grammatica 3: bezittelijke voornaamwoorden
- Noorse grammatica 4: samengevoegde zelfstandige naamwoorden
- Noorse grammatica 5: persoonlijke voornaamwoorden
- Noorse grammatica 6: werderkerende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 7: aanwijzende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 8: onbepaalde voornaamwoorden
- Noorse grammatica 9: bijvoegelijke naamwoorden
- Noorse grammatica 10: trappen van vergelijking
- Noorse grammatica 11: zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
- Noorse grammatica 12: tegenwoordige tijd
- Noorse grammatica 13: onvoltooid verleden tijd
- Noorse grammatica 14: voltooid deelwoord
- Noorse grammatica 15: voltooid verleden tijd
- Noorse grammatica 16: hulpwerkwoorden
- Noorse grammatica 17: bijzondere werkwoordconstructies
- Noorse grammatica 18: passieve werkwoorden
- Noorse grammatica 19: gebiedende wijs en partisipp
- Noorse grammatica 20: vragende voornaamwoorden
- Noorse grammatica 21: bijwoorden
- Noorse grammatica 22: bijwoorden over grootte, inhoud enz
- Noorse grammatica 23: voorzetsels 1
- Noorse grammatica 24: voorzetsels 2
- Noorse grammatica 25: voorzetsels 3
- Noorse grammatica 26: ja, nei, jo
- Noorse grammatica 27: verbindingswoorden
- Noorse grammatica 28: bijzinnen 1
- Noorse grammatica 29: bijzinnen 2: ontkennende bijzinnen
- Noorse grammatica 30: spreekwoorden en uitdrukkingen
Kilder (bronvermelding)
- Norsk grammatikk for fremmedspråklige
- Nøkkel til Norge
- Stein på stein
- Her på Berget
- ordbok (woordenboek) Nederlands-Norsk, Norsk-Nederlands
- folkeuniversitetet
- norsk språkrad