blog placeholder

Ga je op vakantie naar Italië? Als je in een toeristische plaats verblijft zul je waarschijnlijk genoeg hebben aan een beetje Engels. Toch is het heel erg leuk om een paar woorden Italiaans te spreken! Oefen met deze meest gebruikte woorden en zinnen en haal meer uit je vakantie! Leer de Italianen echt kennen!

 

Algemene woorden en zinnen

 

Hallo

Salve/Ciao

 

Tot ziens

Arrivederci/Ciao

 

Ja/Nee

Sì/No

 

Alstublieft

Dankuwel

 

Per favore

Grazie

 

Sorry

Scusi

 

Hoe heet je?

Come ti chiami?

 

Ik ben/Mijn naam is…

Mi chiamo…

 

Spreekt u Engels?

Parla inglese?

 

Ik spreek geen Italiaans

Non parlo italiano

 

Ik begrijp het niet

Non capisco

 

Kunt u dat herhalen?

Potrebbe ripetere per favore?

 

Hoe laat is het?

Che ora è?

 

Hoeveel kost dat?

Quanto costa?

 

 

 

Uitgaan en dagtochtjes maken

 

Waar kan ik een taxi nemen?

Dove posso trovare un taxi?

 

Waar is de bank?

Dove la banca?

 

Waar is er een geldwisselkantoor?

Dove posso cambiare I soldi?

 

Waar is het zwembad?

Dove la piscina?

 

Accepteert u creditcards?

Posso pagare con la carta di credito?

 

Links

a sinistra

 

Rechts

a destra

 

Rechtdoor

Sempre dritto

 

stop!

Fermarsi

 

 

 

Eten en drinken

 

Kan ik het menu zien? 

Il menu, per favore

 

Hoe laat is het ontbijt?

A che la colazione

 

Hoe laat is de lunch?

A che il pranzo

 

Hoe laat is het diner?

A che la cena

 

Is er hier vlakbij een goed restaurant?

Ci puo consigliare un buon ristorante locale?

 

Waar is de bar?

Dove il bar?

 

Een biertje, alstublieft

Una birra, per favore

 

Ik wil graag een glas witte wijn

Un bicchiere di vino bianco, per favore

 

Ik wil graag een glas rode wijn

Un bicchiere di vino rosso, per favore

 

Een fles witte/rode wijn, alstublieft

Una bottiglia di vino bianco/rosso, per favore

 

Een kop thee/koffie met melk, alstublieft

Un tè/caffè al latte, per favore

 

Ik wil graag een glas water

Un bicchiere d’acgua, per favore

 

Proost!

Salute!

 

Mag ik alstublieft de rekening?

Il conto, por favore

 

Waar is de wc?

Dove la toilette?

 

 

 

 

Help!

 

Help!

Aiuto!

 

Waar is het ziekenhuis?

Dove l’ospedale?

 

Waar is de dichtstbijzijnde apotheek?

C’è una farmacia qui vicino?

 

Waar kan ik een tandarts vinden?

Dove la dentista?

 

Waar is het dichtstbijzijnde politiekantoor?

Dov’è la questura?

 

 

 

Nummers

 

Nul

Zero

 

Een

Uno

 

Twee

Due

 

Drie

Tre

 

Vier

Quattro

 

Vijf

Cinque

 

Zes

Sei

 

Zeven

Sette

 

Acht

Otto

 

Negen

Nove

 

Tien 

Deice

 

Elf

Undici

 

Twaalf

Dodici

 

Dertien

Tredici

 

Veertien

Quattordici

 

Vijftien

Quindici

 

Zestien

Sedici

 

Zeventien

Diciasette

 

Achttien

Diciotto

 

Negentien

Diciannove

 

Twintig

Venti

 

Honderd

Cento

 

Vijfhonderd

Cinque-cento

 

Duizend

Mille