Zine El Abidine Ben Ali, geboren te Sousse op 3/09/1936, is een politicus uit Tunesië en de tweede president ervan. Zijn ambt liep van november 1987 tot januari 2011. Zijn ambtstermijn eindigde abrupt toen hij op de vlucht moest staan voor de demonstraties van het Tunesische volk.
Bio
Hij werd geboren in het oosten van Tunesië, waar hij ook zijn hele jeugd verbleef. Na zijn school werd hij lid van Neo-Destour, de partij van toenmalig president Habib Bourguiba. Hij volgde hiervoor een militaire training, eerst in Frankrijk daarna zette hij deze verder in de Verenigde staten.
In 1964 richtte Ben Ali voor het ministerie van defensie een militaire veiligheidstak op en leidde deze zelf tot hij tot directeur-generaal voor de nationale veiligheid werd benoemd in 1974. Als diplomaat werkte hij vooral vanuit Marokko en Polen vooraleer hij benoemd werd als minister van buitenlandse zaken in het kabinet van president Habib Bourguiba. Nadat hij hard had opgetreden tegen moslimfundamentalisten in 1987 werd hij gepromoveerd tot minister-president (ofwel gewoon premier).
op 7 november 1987, nog geen vijf weken na zijn aanstelling als minister-president, nam hij het ambt van president van Bourguiba over. Hij zette de president zelf af onder het voorwendsel dat deze medisch niet meer in staat was om zijn ambt uit te oefenen. Een legale coup, want deze procedure is in de Tunesische grondwet opgenomen.
Zijn beleid is er één met 2 gezichten. Zijn buitenlands beleid is zeker Pro-westers te noemen. Je moet Ben Ali nageven dat hij de economische motor aangezwengeld kreeg na jaren van een stagnerende economie. Doch is zijn binnenlandse politiek eentje met dictatorische trekjes, hij regeerde er namelijk met ijzeren hand. Toch kreeg Ben Ali steeds meer dan 90% van de stemmen achter zijn naam.
De laatste jaren
In 2009 won Ben Ali de verkiezingen ook vrij vlot, met een absolute meerderheid van 89% verkreeg hij een 5e opeenvolgende ambtstermijn. Het was de laatste keer dat Ben Ali president kon worden, hij was ondertussen 73 en de grondwet gebiedt een maximum leeftijd van 75 jaar om op te komen tijdens de verkiezingen. De president beloofde om de werkloosheid terug te drinken en om het gemiddeld inkomen te doen stijgen.
Toch krijgt Ben Ali veel kritiek van internationale organisaties zoals Amnesty International. Volgens hen zouden de Tunesische autoriteiten te weinig actie ondernemen om de mensenrechtensituatie in Tunesië te verbeteren. Verslaggevers Zonder Grenzen nemen Tunesië dan weer op de korrel wegens het gebrek aan persvrijheid en het belagen van meerdere journalisten die kritiek hadden geuit op de regering.
Demonstraties
De demonstraties die begin 2011 begonnen wordt de Jasmijnrevolutie genoemd en was gericht tegen de werkloosheid, de corruptie en de censuur van de president en diens regering.
Op 14 januari 2011 ontbond Ben Ali zijn regering en kondigde hij de noodtoestand af. Zelf zou hij gevlucht zijn naar Saoudi-Arabië.