blog placeholder

In dit artikel beschrijf ik mijn ervaringen tijdens een reis in Congo (DRC) waarbij ik vooral gelet heb op de situatie van vrouwen. 

Vrouw in Congo

Langs de rode zandweg door de kale heuvels, staat een militair. Hij maakt een buiging een lacht terwijl we voorbij rijden. Een hutje van amper 1 meter hoog is zijn onderkomen. De arme soldaten maken de omgeving onveilig. Ze roven van burgers om zelf te kunnen overleven.  De ontwapeningsacties en een DDR – kit heeft hen niet in staat gesteld om op een andere manier hun leven in te richten. In de auto vertellen Emile, Jean Claude en Jacky over hun leven als burger in dit nog altijd onstabiele land. Getraumatiseerd zijn ze allemaal. Als er iets valt in huis, of er klinkt een hard geluid, valt iedereen in het gezin letterlijk om van schrik, vertelt Emile. De beelden van een kind dat in stukken werd gehakt, kan hij nooit meer vergeten.  Allemaal hebben ze vreselijke dingen gezien, erover gehoord en angst ervaren. Iedereen wantrouwde iedereen. Het is een enorme vooruitgang dat we in de auto zitten met leden van verschillende etnische groepen. Mama Jacky van Hema afkomst, vertelt hoe het juist vrouwen waren die in de oorlog kans zagen vrouwen van andere etnische groepen te helpen en bruggen te slaan. Vrouwen vielen minder op. Maar het zijn ook de vrouwen die het meest geleden hebben, vertelt ze. Eerder vandaag hebben we vrouwen gesproken die wonen in een stadje aan het Albert Meer. Ze leven voornamelijk van visserij, maar helaas wordt het meer de laatste tijd leeg gevist door grote Chinese vissersmaatschappijen. De vrouwen vertellen hoe in de oorlog het meer een obstakel vormde vooral voor vrouwen. Het sloot hen letterlijk op in het gebied. Vaak met veel kinderen, hadden ze geen kans te ontsnappen aan militairen. Het voorbeeld wordt genoemd van een vrouw die met haar zeven kinderen op deze manier de dood vond. Ook wierpen vrouwen, verlaten door hun mannen, zichzelf met of zonder hun kinderen in het water. Liever een zelfverkozen dood dan vermoord en verkracht te worden. De vrouwen uit een ander dorpje vertellen hoe de militairen hun kinderen meenamen als ze geen geld konden geven. De meisjes werden meegenomen als sex slavinnen. Sommigen keerden na de oorlog terug, maar de meesten niet. Wie niet vermoord was, werd na de oorlog prostituee. Ook na de oorlog is in dit gebied sexueel geweld nog aan de orde van de dag, hoewel het minder lijkt te worden. Vrouwen zijn zich beter bewust van hun rechten, mede door de vele hulporganisaties die aandacht aan sexueel geweld besteden. En een hoog percentage van de meisjes gaat naar school, vertellen de vrouwen. Over hoeveel meisjes naar school gaan, verschillen de meningen. De mannen vinden 70% en de vrouwen vinden 50%.  Hoe dan ook is er sinds de oorlog voor vrouwen en meisjes veel ten goede veranderd. Vrouwen mochten ze voor de oorlog niets anders dan het huishouden doen, trouwen en kinderen krijgen. In het openbaar spreken of werken was er niet bij. Kindhuwelijken waren aan de orde van de dag en het was niet ongewoon als meisjes van 15 trouwden met veel oudere mannen. Vrouwen vertellen dat de oorlog onbedoeld een positief effect heeft gehad, namelijk dat het vrouwen bewuster heeft gemaakt van hun kracht. Zonder hun mannen moesten ze zien te overleven en gingen ze zelf aan handel doen bijvoorbeeld. In een andere streek van Ituri, Mambasa, vertelt Amina dat de positie van vrouwen drastisch verbeterd is ten opzichte van de jaren voor en tijdens de oorlog. Toch zal zij thuis als er iets gedaan moet worden dat ‘ echt vrouwenwerk’ is, niet van haar man verlangen dat hij het doet. Dat zou ze zelf niet fijn vinden, vertelt ze. ‘ Ik zou zeggen: he, laat mij dat doen, ik ben tenslotte een vrouw’ .