blog placeholder

Gaat u binnenkort verhuizen naar Belgie? Brengt u vaak uw vakanties door in Vlaanderen? Of gaat u regelmatig een dagje naar Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven, Brussel of een andere prachtige stad in Belgie? Wilt u ook beter communiceren met onze vriendelijke zuiderburen? Raadpleeg dan deze lijst en u zult ze voortaan moeiteloos begrijpen!

Alfabetische woordenlijst Vlaams – Nederlands:

  • allez! : vooruit!, schiet op!
  • bic : balpen
  • billen : dijbenen
  • blaffetuur : rolluik
  • bokes : boterhammen
  • botten : laarzen
  • bruiswater : koolzuurhoudend mineraalwater, spa rood
  • camion : vrachtwagen
  • camionette : bestelbusje
  • confituur : jam
  • croque cannibale : tosti met ham, kaas en filet americain
  • croque hawai : tosti met ham, kaas en ananas
  • croque (monsieur) : tosti met ham en kaas
  • croque madame : tosti met ham, kaas en een spiegelei
  • curryworst : frikandel
  • frans brood : stokbrood
  • frou frou : pony (haardracht)
  • gazet : krant
  • graaf : gaaf, cool — dat is (kei)graaf!
  • hesp : ham
  • inkom : ingang, entree, entreegeld — inkom betalen
  • kapoen : deugniet, klein kind
  • kasticket : kassabon
  • kot : (studenten)kamer, hok, stal
  • kuisen : schoonmaken, poetsen
  • lopen : rennen
  • namiddag : tussen 14.30 en 16.30 u.
  • neig : gaaf, cool — dat is (kei)neig!
  • nummerplaat : kenteken van voertuig
  • platte kaas : kwark
  • plat water : koolzuurvrij mineraalwater, spa blauw
  • poep : billen, achterwerk  — op je poep zitten
  • pollekes : handjes
  • proper : schoon
  • sacoche : handtas
  • salut! : dag!, tot ziens!
  • schellen : plakken — een schel kaas, een schel hesp
  • schol : proost
  • schoon : mooi
  • seffens : straks
  • slaapwel : welterusten
  • smossen : knoeien — een smos : een broodje gezond met mayonaise
  • stappen : wandelen, lopen
  • stoefen : opscheppen, groot spreken over jezelf
  • subiet : zometeen
  • velo : fiets
  • verjaren : jarig zijn — hij verjaart vandaag
  • vies : boos — een vies gezicht hebben
  • voormiddag : tussen 10.30 en 11.30 u.pollekes = handjes
  • zeker en vast : vast en zeker