Een hevige brand heeft de niet ver van Coimbra gelegen Quinta das Lágrimas in 1879 grotendeels verwoest. Alleen het achtergedeelte is nog uit die tijd, maar de buiten- en binnenkant van het weelderige gebouw zijn grondig gerestaureerd. Al in 1730 was de Quinta das Lágrimas, dat meer op een paleisje dan op een landhuis lijkt, in het bezit van de huidige eigenaren. Daarvoor was het het eigendom van de universitieit van Coimbra en een Religieuze orde.
Doordat de Quinta praktisch helemaal verwoest was, kon de toemalige eigenaar Osório Cabral de Castro zich helemaal uitleven. Hij reisde door Europa waar hij ideeen opdeed en die verwerkte hij in de stijl. Als je de Quinta goed bekijkt, kom je heel wat architecturale snufjes uit de negentiende eeuw tegen. Hij stierf zonder erfgenaam na te laten waardoor het huis in handen kwam van zijn achterneef: Dom Miguel Osório Cabral de Alarcäo, van wie de kleinkinderen de huidige eigenaren zijn.
De Quinta das Lágrimas is niet alleen gedenkwaardig door de architectuur, er zijn ook vele beroemdheden die er faam aan hebben gegeven. Zo is het bezoek van Dom Pedro II, de keizer van Brazilie, van grote historische waarde. Toch is de meest illustere persoon die de Quinta heeft bezocht Arthur Wellesley, de hertog van Wellington, die commandant van het Britse leger was en de napoleontische troepen trachtte tegen te houden. Hij was een welkome gast omdat de toenmalige eigenaar António Maria Osório Cabral e Castro, zijn adjudant was en aan zijn zijde vocht bij de beroemde slag van Buçaco.
De legende van Pedro en Inés
Het liefdesdrama van Pedro en Inés is een waar gebeurd verhaal dat in de geschiedenis uitgebreid is beschreven. De plek waar de gebeurtenissen plaatsvonden is de Quinta das Lágrimas. Ook het klooster van Santa Clara, waar Inés enige tijd verbleef, is bewaard gebleven en sinds enige tijd gerestaureerd en toegankelijk voor het publiek. Het tragische verhaal van deze twee geliefden vindt zijn apotheose in Alcobaça, waar ze in een praalgraf zijn bijgezet.
Het verhaal speelde zich af halverwege de veertiende eeuw. Er heerste welvaart in het land en koning Afonso IV was net teruggekomen van zijn expeditie tegen de Moren in Andalusie. Zijn zoon Pedro I was getrouwd met Constança. Zij hoopte ooit koningin van Portugal te worden. Inés de Castro was haar nichtje dat vanuit Castilie in haar gevolg was meegenomen. Pedro werd al snel verliefd op de beeldschone Inés. Overigens was Inés ook de nicht van Pedro, want beiden stamden in de verte af van Sancho IV, de koning van Castilie, hoewel zij in de bastaard lijn.
Het was Afonso IV een doorn in het oog dat Inés de minnares van zijn zoon Pedro was. Daar kwam bij dat zij banden had met de adellijke familie Albuquerque. De eigenaressen van het kasteel Albuquerque was voor haar een soort moeder en die vrouw was getrouwd met de door hem zo gehate Afonso Sánchez, bastaardzoon van zijn vader, koning Dinis.
In de veertiende eeuw was de Quinta das Lágrimas het jachtterrein van de koninklijke familie, die in Coimbra woonde. Inés en Pedro ontmoette elkaar daar in het geheim. In die tijd verbleef zij in het klooster Santa Clara, dat op nog geen vijfhonderd meter afstand lag. Toen Constança in 1345 in het kraambed stierf konden zij openlijk voor hun verhouding uitkomen. Ze gingen in Coimbra wonen waar hun vier kinderen werden geboren.
Vijf jaar later brak er in Castilie een opstand uit, met aan het hoofd Joðo Afonso de Albuquerque, de zoon van Afonso Sánchez. Het verhaal gaat dat deze zijn invloed aanwendde op Inés om Pedro bij de burgeroorlog in Castilie te betrekken. Dat bereikte zijn hoogtepunt toen hij in 1354 een broer van Inés naar Portugal stuurde om Pedro te bewegen de troon van Castilie voor zich op te eisen. Voor Afonso IV was hiermee de maat vol. Op een dag, toen zijn zoon niet aanwezig was, liet hij Inés in het bos van de Quinta vermoorden. Zij werd door drie mannen neergestoken toen ze bij een rots lag te rusten.
Pedro voelde zich hierdoor zo gegriefd dat hij tegen zijn vader in opstand kwam. Met zijn troepen trok hij door het land tot aan Porto en omsingelde de stad. Pas na maanden werd een vredesakkoord getekend. Hierin verklaarde Pedro dat hij de moordenaars van Inés niet zou laten vervolgen. Maar toen hij twee jaar later de troon besteeg, probeerde hij als eerste de moordenaars van Inés gevangen te nemen, die inmiddels naar Castilie waren gevlucht. Hij slaagde erin twee van hen te pakken te krijgen en hun straf was niet mild: hun hart werd uit hun lijf gerukt.
In 1360 kondigde Pedro I plotseling aan dat hij in de kathedraal van Bragança in het geheim met Inés in het huwelijk was getreden en dat hij haar lijk zou laten opgraven om het bij te zetten in het klooster van Alcobaça, waar ook hij later zou worden begraven.
Wilt u meer weten over Portugal? Kijk dan op de volgende websites:
http://artikelen.foobie.nl/regios-landen/het-mysterieuze-bos-van-bucaco
http://artikelen.foobie.nl/regios-landen/penela-kastelenstadje-in-midden-portugal
http://artikelen.foobie.nl/regios-landen/fatima-een-geliefd-bedevaartsoord
http://artikelen.foobie.nl/regios-landen/tomar-een-stadje-van-grote-cultuurhistorische-waarde