blog placeholder

Megen is een lieflijk stadje aan de oevers van de Maas. Tegenwoordig is Megen onderdeel van de gemeente Oss. De plaats heeft echter een bijzondere geschiedenis, tot de Franse revolutie vormde Megen de kern van het graafschap Megen, waartoe ook de dorpen Macharen, Haren en Teeffelen behoorden. Het graafschap Megen maakte tot die tijd geen deel uit van de Republiek der Zeven Vereenigde Nederlanden.

Prehistorische geschiedenis

MegenWaar de naam Megen oorspronkelijk vandaan komt is onderwerp van discussie.  Het woord zou van Keltische oorsprong kunnen zijn en dan de betekenis hebben van doorwaadbare plaats. Maar er kan ook een connectie worden gelegde met het woord magus, dat een Gallo-Romaanse oorsprong heeft en dan de betekenis markt of veld zou hebben. Hoe dan ook, de streek waar Megen nu ligt was in ieder geval in de Romeinse tijd bewoond, getuige de Romeinse munten en potscherven die bij opgravingen naar boven zijn gekomen. Een woonplaats aan een rivier was natuurlijk altijd een voordeel, zowel strategisch, maar ook in verband met de aanvoer van water. Afgezien van de genoemde munten en potscherven zijn er overigens nog geen vondsten of teksten waaruit een definitieve nederzetting kan worden afgeleid.

 

Historische vermelding

De vroegste geschreven vermelding van Megen kan worden gedateerd uit de jaren 721-722. Uit een akte uit deze periode blijkt dat graaf Ebroin horigen en goederen uit Meginum schonk aan de kerk Rindern in de gouw Duffel.  De eerste vermelding van een graaf van Megen dateert van een schenkingsacte uit 1145, bedoelde graaf was graaf Alardus. Het is mogelijk dat voor hem er nog eerder graven van Megen waren, maar helaas zijn er nog geen documenten opgedoken die hierover enig licht kunnen laten schijnen. Het graafschap Megen lag in het noordoosten van het Brabantse land, tussen Oijen, het kwartier van Maasland van de Meierij van ’s-Hertogenbosch, het Land van Ravenstein en aan de noordzijde de rivier de Maas. Het graafschap was een aparte soevereine heerlijkheid, en maakte dus geen deel uit van Brabant of het ten noorden van de Maas gelegen Gelre.

 

Brabantse invloed

In de Middeleeuwen stonden de grenzen van landstreken, hertogdommen of graafschappen niet erg vast. Gebieden werden veroverd, verkocht, opgedeeld of onderdeel van een bruidsschat zijn. Het was een bekend gebruik dat machthebbers regelmatig begerige blikken wierpen op landerijen van de buren. Dat geldt ook voor het Hertogdom Brabant, dat graag zijn gebied richting de strategisch belangrijke Maas wilde uitbreiden, of toch in ieder geval controle wilde kunnen uitoefenen. In 1343 werd de Brabantse druk zo groot, dat Graaf Jan van Megen en zijn zoon Willem hun kasteel tot open huis verklaarden voor de Brabantse hertog. Natuurlijk was hiermee niet het hele Megense land van de Brabantse hertog afhankelijk geworden, maar de hertog kon toch zijn invloed op belangrijke momenten doen gelden.

 

De status wordt vastgelegd

In 1357 werden aan Megen stadsrechten toegekend. Daarnaast kregen ook de omliggende dorpen Haren en Macharen kregen in 1408 hun dorpskeur.  Vervolgens werden de rechten, plichten en vrijheden van de graaf van Megen in 1442 door keizer Frederik bevestigd.  De heersende gravenfamilie Dicbier verkocht het hele graafschap in 1469 aan het geslacht Brimeu, dat de langste periode uit de Megense geschiedenis aan het roer zou staan. In de verkoopacte uit 1469 wordt precies duidelijk wat de verkoop precies behelsde:

 

Soeverein Megen

In 1581 brak een brand uit, waarbij het kasteel van Megen in vlammen opging. In dit kasteel lagen alle rechtstitels bewaard, die dus ook voor het merendeel ten prooi aan het vuur vielen. Bewijzen van de soevereiniteit waren hiermee verloren gegaan. De heersende graaf Van Croy vond dat om juridische redenen ongewenst en vroeg aan de keizer om bevestiging. Machthebbers van omliggende gebieden zagen hun kans schoon, waaronder de Republiek der Zeven Vereenigde Provinciën, maar uiteindelijk kreeg de graaf in 1676 het gevraagde bewijs in de vorm van een acte in handen. Vervolgens duurde het tot 1683 voor de Staten-Generaal in een resolutie de Megense soevereiniteit vastlegde. Mocht je vinden dat sommige zaken tegenwoordig wel lang duren, de hele kwestie rond de Megense soevereiniteit heeft zo’n honderd jaar geduurd.

 

Graven van Megen

Achtereenvolgens hebben verschillende grafelijke geslachten de scepter over het graafschap Megen gezwaaid:

  • Het geslacht Dickbier (tot 1469)
  • Het geslacht Brimeu (1469 tot 1605). De bekendste telg uit dit geslacht was Karel van Brimeu, in 1556 ridder van het Gulden Vlies, in 1556 stadhouder van Luxemburg, in 1558 stadhouder van Henegouwen en in 1560 stadhouder van Gelre en Zutphen. Aanvankelijk koos Karel partij voor Willem van Oranje, maar vanaf 1566 steunde hij de Spaanse koning Filips II. Voor het voormalig stadhuis van Megen is een standbeeld van graaf Karel van Brimeu te zien.
  • Het geslacht van Croy (vanaf 1611 tot 1665). Het geslacht van Croy kwam pas in 1611 daadwerkelijk aan de macht, na wat opvolgingsproblemen.  Belangrijkste wapenfeiten waren zijn toestemming voor het bouwen van een Franciscanerklooster in Megen met kerk en Latijnse school. De Latijnse school is nu niet meer in Megen gevestigd, kerk en klooster nog wel.
  • Het geslacht van Vehlen (vanaf 1665 tot 1697). Belangrijkste punten uit deze periode zijn de noodzakelijke ordening van bestuur, en duidelijke reglementen.
  • Het geslacht van Neuburg. (vanaf 1697 tot  1727). De hertog van Neuburg was ook al Heer van het buurland Land van Ravenstein, dat net als het graafschap Megen een soeverein gebied was.
  • Het geslacht Schall tot Bell (vanaf 1727 tot 1794) Op het eind van de regeerperiode van deze familie zou de Franse revolutie een eind maken aan de soevereiniteit van het Graafschap Megen.

 

Nieuwe tijden

In 1794 trokken Franse legers vanuit het zuiden op en namen de macht in Brabant, het Graafschap Megen, het Land van Ravenstein en andere heerlijkheden in Brabant over. Alle gebieden kwamen onder Frans bestuur in het nieuwgevormde Departement van de Roer.  Het waren roerige tijden, waarin nieuwe bestuurlijke vormen geen lang leven hadden. Zo werden alle gebieden van het departement van de Roer in 1800 al verkocht aan de nieuw gevormde Bataafse Republiek. Ook dat zou niet lang duren, uiteindelijk maakte de hele Bataafse Republiek in 1806 plaats voor het Koninkrijk Holland. De broer van keizer Napoleon Bonaparte werd aangesteld als nieuwe koning: Koning Lodewijk Napoleon. Ook dit koninkrijk hield niet lang stand. In 1810 werd het opgeheven en werden alle gebieden bij Frankrijk ingelijfd.

 

Koninkrijk der Nederlanden

Napoleon was verslagen en de grenzen van de Europese landen werden opnieuw getrokken en vastgesteld. Alle Nederlanden werden samengevoegd tot één nieuw land: het Koninkrijk der Nederlanden. Het omvatte alle gebieden die nu samen Nederland, België en Luxemburg vormen, dus ook de voormalige soevereine gebieden Land van Ravenstein en het Graafschap Megen. Men vond een sterk land ten noorden van Frankrijk wenselijk, om eventuele nieuwe Franse veroveringszucht in te dammen. De zoon van de naar Engeland gevluchte Stadhouder Willem V werd ingehuldigd als de koning van dit nieuwe land: Koning Willem I.  Na de Belgische afscheiding in 1830 bleef het Land van Megen deel uitmaken van het noordelijke gebied: het Koninkrijk der Nederlanden.

 

Gemeente Megen ca.

Binnen het nieuwe koninkrijk werden nieuwe gemeenten gevormd.  Zo vormde het hele Graafschap Megen een nieuwe gemeente, met Megen als hoofdplaats. De dorpen Teeffelen, Macharen en Haren maakten dus deel uit van de nieuwe gemeente Megen. Bij de gemeentelijke herindeling van 1994 kwam een einde aan dit zelfstandig bestaan. Vanaf dat jaar maakt de voormalige gemeente Megen deel uit van de gemeente Oss, waar later ook Ravenstein met de omliggende dorpen aan werd toegevoegd.

 

Het tegenwoordige Megen

Vanaf de Maasdijk zie je het oudste monument van het stadje al staan: de Gevangentoren. De straatjes van de oude stad zijn geplaveid met kinderkopjes, waardoor ze rust en een sfeer van vroeger tijden uitademen. Bij het voormalige stadhuis zie je het al eerder genoemde beeld van Graaf Karel van Brimeu staan. Een ander standbeeld laat de legendarische dokter Baptist zien, in de naar men hernoemde Dr. Baptiststraat (voorheen: Putsteeg). Het Franciscanerklooster en de kloosterkerk liggen, samen met de grote, ommuurde kloostertuin tegen de Maasdijk. Op het plein tegenover het klooster kun je het gebouw zien staan waar in vroeger tijden de Latijnse School te vinden was. Het tegenwoordige Megen is een rustig en karakteristiek stadje, prachtig gelegen aan de Maas. Het is een heerlijke plek voor wandelingen of een fietstocht, een bezoek meer dan waard!