Paraguay is een onbekend land in het zuiden van Latijns-Amerika dat grenst aan Brazilië, Argentinië en Bolivia. Het land heeft een oppervlakte van 10 maal Nederland, heeft ongeveer 5,5 miljoen inwoners en de hoofdstad is Asunción. Paraguay kent een turbulente geschiedenis van opeenvolgende dictaturen en is pas sinds 1989 formeel een democratie. De bevolking stamt voor het overgrote deel af van Spaanse (Baskische) veroveraars die zich gemengd hebben met de oorspronkelijke Guaraní indianen. De Paraguayaanse maatschappij wordt dan ook gekenmerkt door een rijke indiaanse Guaraní cultuur. De taal Guaraní wordt momenteel door ongeveer 90% van de bevolking gesproken en is de tweede officiële taal van het land.
Geschiedenis
Paraguay werd begin 16e eeuw door de Spanjaarden ontdekt en gekolonialiseerd. Men richtte zich voornamelijk op het oostelijk deel van Paraguay, daar zich in het westen, de grensstreek met Bolivia, de Chaco bevindt. Dit is een kurkdroog woestijnachtig gebied dat niet optimaal geschikt is voor bewoning. In 1811 verklaarde Paraguay zich onafhankelijk van Spanje. José Gaspar Rodríguez de Francia, die als bijnaam “El Supremo” (“de Hoogste”) had, werd de eerste Paraguayaanse machthebber. Omdat Paraguay economisch niet met buurlanden kon concurreren, besloot hij van het land een autocratie te maken. Zijn beleid ging gepaard met veel onderdrukking en geweld. Na de dood van Francia werd Paraguay bij de ‘Triple Alianza’ oorlog tegen Argentinië, Brazilië en Uruguay betrokken. Paraguay verloor een groot stuk van zijn grondgebied en een groot deel van de bevolking stierf door geweld, hongersnood en ziekten. Tot aan de twintigste eeuw kende het land een lange periode van politieke instabiliteit. In 1932 raakte Paraguay weer betrokken bij een omvangrijke oorlog, de Chaco-oorlog. Het kreeg onenigheid met buurland Bolivia over de grenzen van de Chaco en tevens meende men (onterecht, zoals later bleek) dat de Chaco rijk was aan oliebronnen. De oorlog eindigde onbeslist. Wel verkreeg Paraguay aan het einde van de oorlog zeggenschap over een groot deel van de Chaco. De oorlog eiste echter een hoge tol: vele jonge mannen lieten het leven en het land was bankroet. Opnieuw volgde tot 1954 een periode van politieke instabiliteit. In 1954 kwam generaal Alfredo Stroessner door een militaire coup aan de macht. Dit zal de meest opzienbare periode uit de Paraguayaanse geschiedenis worden. Stroessner vestigde een dictatuur en regeerde met harde hand. Verdwijningen, martelingen en moorden op politieke tegenstanders waren eerder regel dan uitzondering. Zijn bewind duurde tot 1989 toen hij door generaal Andrés Rodríguez werd afgezet en het land na 35 jaar een democratie werd. Sindsdien zijn er steeds democratische verkiezingen geweest. De huidige president is Fernando Lugo, een voormalige rooms-katholieke geestelijke.
Bevolking
Paraguay had in 2000 een bevolkingsaantal van ruim 5,5 miljoen, waarvan het grootste deel mestiezen zijn. Dit zijn nakomelingen van Spaanse en indiaanse voorouders. Paraguay kent een jonge bevolking: bijna 40% is jonger dan 14 jaar. Ongeveer 55% van de bevolking woont in de stad. Het welvaartsniveau is laag te noemen: veel armoede op het platteland,een hoge werkloosheid, een hoog zuigelingensterftecijfer en een relatief lage levensverwachting (73 jaar). Hoewel Paraguay een leerplicht tot 14 jaar kent, heeft het land een hoog analfabetismecijfer. Veel (hoogopgeleide) Paraguayanen zijn in het Stroessner-tijdperk om politieke redenen naar het buitenland gevlucht of verbannen en ook tegenwoordig kent Paraguay een hoge uitstroom van de bevolking op zoek naar werk in voornamelijk buurland Argentinië.
Cultuur
De Spanjaarden hebben zich vanaf het begin veel meer met de oorspronkelijke bevolking geïntegreerd dan in andere Zuidamerikaanse landen. Hierdoor is een sterke vermenging tussen de Spaanse en oorspronkelijke Guaraní cultuur ontstaan. Men heeft woorden, gebruiken en gewoonten van elkaar overgenomen en deze hebben zich verankerd in de andere cultuur. De meest opvallende gewoonte die men van de indianen heeft overgenomen is de yerba mate-cultuur. Dit is een drank gebaseerd op kruiden die men gezamenlijk in een sociale gebeurtenis nuttigt. Mate kan zowel warm als koud gedronken worden. De warme vorm die gewoonlijk in de koude, schrale winters gedronken wordt noemt men mate cocido (gekookte mate). Deze warme drank wordt ook in Argentinië en Uruguay gedronken. De koude variant, die voornamelijk in de bloedhete zomers gedronken wordt, wordt tereré genoemd en is typisch Paraguayaans. Men drinkt de tereré uit een guampa (een soort beker die oorspronkelijk van een hoorn van een koe gemaakt was) door de drank door een bombilla (een metalen of zilveren rietje) op te zuigen. De mate kruiden worden in de guampa gedaan en vervolgens wordt er heet of juist weer ijskoud water opgegoten. Vaak worden er allerlei medicinale kruiden aan toegevoegd. De mate kruiden zijn van zichzelf erg bitter, maar dit kan verholpen worden door eventueel suiker (niet erg gebruikelijk) of minder bittere kruiden toe te voegen. Het is gebruikelijk deze drank gezamenlijk te nuttigen, waarbij de guampa en bombilla de kring rondgaan. Paraguayanen drinken het de hele dag door en je ziet dan ook op straat mensen met een guampa en grote thermoskannen met water rondlopen.