Habib Ben Ali Bourguiba (geboren op 3/8/1903) was een Tunesisch politicus en tevens de eerste president van de Republiek Tunesië. Hij wordt vaak vergeleken mat Atatürk, de Turkse leider. Dit komt vooral omdat hij een pro-westerse koers vaarde en vanwege de verregaande hervormingen die hij doorvoerde in een islamitisch land.
Deze hervormingen waren vooral:
– Gratis onderwijs voor iedereen
– Het invoeren van vrouwenrechten
– Moderne gezondheidszorg
– Campagne ten behoeve van alfabetisering
– Legale echtscheidingen
– Verbod polygamie
Bio
Jong leven
Bourguiba werd geboren in Monastir, een bekende havenstad van Tunesië. Hij was de jongste in een gezin van 8 kinderen. Bourguiba studeerde in Tunis aan een befaamde school en daarna ging hij ook daar naar het Carnot-lyceum. Later zou hij nog naar Parijs gaan om rechten en politicologie te gaan studeren. Hij keerde niet alleen met zijn diploma naar huis, maar ook met zijn uiteindelijke partner, Mathilde Lorrain en hun, in 1928 geboren, zoon.
Eerste politieke stappen
Toen Bourguiba afstudeerde trok hij dus met zijn jong gezin terug naar Tunesië, waar zijn vrouw zich bekeerde tot de islam en de naam Moufida Bourguiba aannam, raakte hij onmiddellijk betrokken in de landelijke politiek.
Hij werd actief voor 2 kranten, waar hij columns en artikelen voor schreef. In 1931 werd hij door de Franse koloniale autoriteiten nog vervolgd omdat hij volgens hen “aanzette tot rassenhaat”. Daarop begon Bourguiba zijn eigen nieuwsblad, L’action Tunisienne genaamd, waarmee hij de strijd aanging tegen de koloniale bezetter.
Neo-Destourpartij
Bourguiba was lid van de Destourpartij en zetelde in het Uitvoerend Comité ervan, maar kon zich nooit echt terugvinden in de “mainstream” van de partij. Na een incident werd hij gedwongen zich terug te trekken.
Daarop richtte hij de Neo-Destourpartij op. Hij tourde door heel het land om steun te zoeken bij de mensen, hij deed vooral het platteland aan, om zo een basis te kunnen creëren. Uiteindelijk had Bourguiba na enkele jaren meer den 400 plaatselijke cellen van zijn partij in verschillende delen van het land opgezet.
WO II
Bij het uibtreken van WOII werd Bourguiba overgebracht naar een Franse gevangenis, om daarna nog enkele keren overgelaatst te worden, over Marseille tot Lyon om uiteindelijk in Ain te belanden. Daar werd hij door de Duitsers bevrijd die hem wilden gebruiken in hun eigen voordeel, samen met het toenmalig fascistische Italië, die op dat moment ook op het Noord-Afrikaanse front actief waren.
Uiteindelijk zou hij op 7 april 1943 terugkeren naar Tunesië.
Onafhankelijk Tunesië
Na WOII probeerde Bourguiba de dialoof aan te gaan met de Franse autoriteiten, maar zonder veel resultaat. Daarop besloot ie dat de Tunesische zaak door de wereldpers moest kunnen worden verspreid. Hij verliet in het geheim Tunesië en zette koers naar buurland Libië om vervolgens door te trekken naar Caïro.
Bourguiba reisde voortdurend tussen verschillende landen van de pas opgerichte Arabische Liga, Europa (zo kwam hij ook naar België) en zelfs tot in Azië om de Tunesische vraag naar onafhankelijkheid kracht bij te zetten en onder de wereldopinie te brengen.
Uiteindelijk zou Bourguiba na lang rondreizen in 1949 zich weer definitief in Tunesië vestigen en zijn partij reorganiseren. Dat uitte zich in het zevenpuntenprogramma dat hij in 1950 presenteerde. Dit plan was gericht op het bewerkstellingen van Tunesische soevereniteit, om uiteindelijk de onafhankelijkheid te bkomen. Hij begon zijn tweede rondreis vanwege de Franse ‘njet’ tegen de vraag. Hij riep op tot algemene opstand van het volk, wat tot zijn arrestatie leidde in 1952.
Toen in 1954 Pierre Mendès de Franse premier werd, opende dit de deur naar Tunesisch zelfbestuur. in 1955 kwam Bourguiba terug in Tunesië. In 1956 werd, na lange en moeizame onderhandelingen, de onafhanankelijkheid van Tunesië uitgeroepen.
Presidentschap
Bourguiba werd eerst nog minister-president maar werd in 1957 uitgeroepen tot president van de Republiek Tunesië, waardoor de monarchie in het land werd afgeschaft. Door zijn lange regeerperiode van meer dan 30 jaar legde hij de fundamenten van de Tunesische staat.
In de jaren ’70 ging hij over tot een geliberaliseerde economie, daardoor begonnen middelgrote ondernemingen tot bloei te komen en konden er privé-eigendommen worden vergaard door de inwoners.
In 1975 werd hij verkozen tot “president voor het leven”. Maar in de jaren ’80 werd hij geconfronteerd met meerdere problemen zoals armoede en een alsmaar groter wordende islamitische oppositie.
Afzetting
Bourguiba bleef president tot 6 november 1987. 5 weken nadat hij Zine El Abidine Ben Ali had benoemd tot minister-president zette deze hem af als president. Argumenten hiervoor waren de hoge leeftijd van de president (hij was toen 84 jaar) en diens gezondheidsredenen.
Bourguiba kwam onder huisarrest te staan in zijn geboortestad Monastir, waar hij uiteindelijk op 6 april 2000 zou overlijden.