De oorspronkelijke Paraguayaanse bevolking waren de Guarani. Raciaal en etnisch gezien vormen zij geen gesloten bevolkingslaag. Ze bestaan eerder uit veel groepen die slechts door de taal, het Guarani, verbonden zijn. In de oudheid kunnen zij aanzien worden als halfnomaden die bedrijvig waren in de akkerbouw. In het land zijn er enkele indianenstammen verspreid die nog steeds als jagers en verzamelaars rondzwerven. Van deze ‘zuivere’ Indios leven er nog ongeveer 55.000. Het isolement dat het land jarenlang teisterde heeft voor een versmelting van de ‘blanken’ en Indianen gezorgd zodat nu ongeveer 90% van de bevolking mestiezen zijn.
De Spaanse kolonisatie
De Europese kolonisatie van Paraguay begon al omstreeks het begin van het derde decennium van de 16e eeuw en leidde snel tot de eerste permanente nederzettingen, exponent van deze tijd is de stichting van Asuncíon in 1537. Daarna volgden talrijke Spanjaarden om zich op deze vruchtbare grond te vestigen. Zeker omdat men toen geen vijandelijkheden ondervond van de Guarani, die op de andere, oostelijke, oever van de Rio Paraguay woonden. De Spanjaarden voerden zeer snel het systeem van de encomiendas in. Dit hield in dat de inheemse bevolking al snel moesten werken als slaven voor de Europese kolonisator.
Een tijd van haat en geweld overheerste in Paraguay, tot de jezuïeten kwamen. Zij gaven de Guarani de reducciones. Deze gemeenschappen werden in 1610 gesticht en hadden als doel de Indios beschaafder te maken en te onderwijzen in het evangelie van Jezus Christus. Onder leiding van de jezuïeten werden de Indios boeren, veetelers en ambachtslieden. Privé-bezit bestond toen niet, vergelijkbaar met het hedendaagse communisme. In de reducciones, de gemeenschappen, werkten allen voor de gemeenschap: de maaltijden werden gemeenschappelijk gedeeld, de gezinnen woonden in afzonderlijke huizen, die evenwel allemaal eigendom waren van de gemeenschap. Landbouwwerktuigen, zaaigoed, vee, alles werd gedeeld. In deze gemeenschappen was er geen plaats voor blanken, hetzij paters, dit om geweld en het misbruik van gezag te voorkomen.
Toen in 1767 de jezuïetenorde werd opgeheven, had dit ernstige gevolgen voor de reducciones. Nadat de jezuïeten verdreven waren kende het geweld en vandalisme van de kolonisten geen grenzen meer. De inheemsen werden weerd tot slavernij gedwongen of met geweld weggejaagd.
Etnische structuur van Paraguay
De huidige bevolking stamt af van de Guaranistammen en worden heden Mestiezen (mestizos) genoemd door de kruising met de Spaanse kolonisten. De Guarani waren de oude stammen die de Spaanse ontdekkingsreizigers aantroffen langs de oostelijke oever van de Rio Paraguay. De Guarani waren natuurlijk over een veel groter gebied verspreid dan de oostelijke oever, van het stroomgebied van de Rio de la Plata tot in het Amazonegebied. Het Guarani, wordt nu nog steeds gesproken door de inwoners van Paraguay, al is Spaans wel de officiële landstaal.
De stammen van Guayaqui en de Cainguá hebben hun primitieve staat behouden. De Cainguá, dat mensen van het woud betekent, leven tot op vandaag in de woudgebieden van het noordoosten waar ze eeuwen geleden al hun toevlucht hebben gezocht na de verjarging van jezuïeten uit Paraguay om aan de blanken te kunnen ontkomen. De Guayaqui zijn gevestigd in de wouden die de heuvels van Midden-Paraguay bedekken en komen zelden naar de gekoloniseerde gebieden. De Guayaqui zijn eerder klein van gestalte, wat duidt op een afstamming van de Guarani.
De echte Indios bevinden zich ook in de Chaco en hebben eigenlijk niets gemeen met de Guarani. Ze leven van de jacht en visserij en zijn onderverdeeld in verschillende groeperingen die afzondelijk meer of minder contact maken met de moderne beschaafde wereld. De voornaamste groeperingen zijn de Gautó, de Chorotes en de Mascoi. Al bij al vormen deze Indios een zeer klein percentage van de totale bevolking van Paraguay, namelijk zo’n 3%, ten opzichte van 90% van de mestiezen.
De bevolkingsspeiding
Het grootste deel van de bevolking leeft in de landbouwdistricten van de Regíon Oriental, het gebied tussen de oevers van de Rio Paraguay en de bergketens. De bevolkingsdichtheid wordt minder naderhand je de richting van de noordelijke wouden opgaat, alsook in de richting van de Alto Paraná.
West-Paraguay is vrijwel onbewoond.