blog placeholder

Er is op economisch gebied best wat veranderd gedurende de Griekse tijdperken. Om hier een goed beeld van te geven, hebben we de opvallendste beschavingen op een rijtje gezet. Dit is een korte inleiding, zodat je een beter gevoel krijgt over de gang van zaken en de vorderingen in de Griekse oudheid op economisch gebied.

Economie in de Minoische beschaving (3500-1350 v Chr.)

Om ergens een begin te maken, hebben we gekozen voor de eerste opvallende economie in de Griekse beschaving. Deze ontstond in de Mionische beschaving en was de herverdelingseconomie.
Bij herverdelingseconomie moesten boeren hun producten als wijn en wol inleveren bij een centrale plek. Zo’n centrale plek was meestal een tempel of paleis. Dit was nodig voor de handel overzee en het produceren van producten zoals wapens. Deze producten werden gebruikt om de goederen van overzee te kunnen betalen.

Economie in de Myceense beschaving (1700-1100 v Chr.)
In deze welvarende beschaving werd de landbouw en het drijven van handel nog meer gedaan dan voorheen. Ook nijverheid speelde een rol. Vooral de zeehandel werd erg veel gebruikt, zoals met Kreta. Toen de cultuur meer begon te bloeien, werd daarmee de handel steeds belangrijker. Er werden handelsposten op gericht langs de noordoostelijke kusten van de Middellandse Zee. Zo hadden ze handelscontacten in vele plaatsten. Bijvoorbeeld: Sicilië ( dus het Romeinse rijk ), Turkse kusten en Egypte.

Naast het drijven van handel, deden de Myceners ook aan landbouw. De grond die vaak erg woest is in Griekenland, ontgonnen ze. Deze grond werd vervolgens gebruikt voor veeteelt en akkerbouw. De bebouwde grond werd niet door grootgrondbezitters of heersers beheerd, maar door individuele burgers. De Myceense maatschappij was gericht op specialisatie. Iedereen was dus gespecialiseerd in één soort gewas.

Naast de landbouw waren er ook mensen die in de nijverheid werkten. Voorbeelden hiervan zijn: pottenbakkers, kleermakers en goudsmeden. Deze mensen werkten vooral in werkplaatsen. Dan was er nog een hele andere vorm van economie… Vooral de steden Mycene en Tiryns leefden ook van piraterij, plunderingen en het heffen van tol. Dit bracht veel geld in het laatje, waar vooral de koning van profiteerde.

Economie in de Archaïsche periode
In deze periode vond er een bevolkingsgroei plaats. Er moest dus meer voedsel komen om alle mensen te kunnen voeden. Hiervoor werd nieuw landbouwgrond ontgonnen en er kwam een grotere variëteit aan gewassen. Hierdoor werd het vee steeds onbelangrijker. Ook begonnen de Grieken steeds meer te doen op de zee. Ze werden handelaar of piraat. De vorm van economie zoals in de Myceense beschaving werd in deze periode dus voortgezet.

Economie in de Klassieke periode
Vanaf ongeveer 800 v. Chr. werd de landbouw steeds belangrijker in Griekenland als inkomstbron. Het tuinieren was een grote bron van inkomst voor de Grieken in deze periode. Ook werd de handel belangrijer in de economie. Na deze economische inleiding, zullen we uitgebreider op de economie in de Klassieke periode ingaan.

Economie in de hellenistische periode
In de hellenistische periode werden handel en nijverheid een stuk belangrijker dan voorheen. Maar nog steeds bleef landbouw de basis van de economie. Er veranderden niet veel technieken in de landbouw en ook de producten bleven veelal hetzelfde. Er veranderde echter wel iets qua economie: er kwamen nieuwe organisatievormen, vooral plantageachtige vormen van grootgrondbezit. Deze plantages werden veel door slaven bewerkt, waardoor de slavenhandel ook toenam.