Over de Indiase psyche kunnen veel uitspraken gedaan worden. Ik ga in op de opvoeding in relatie tot de Indiase psyche. De opvoeding in India contrasteert op een aantal punten met de opvoeding in Europa.
Over de Indiase psyche kunnen veel uitspraken gedaan worden. Ik zal mij echter beperken door in te gaan op de opvoeding in relatie tot de Indiase psyche. De opvoeding in India contrasteert op een aantal punten met de opvoeding in Europa.
Ten eerste wordt ieder mens in Europa wordt geboren met bepaalde instinctieve driften die inherent zijn aan de persoon. Vanaf de geboorte dienen dergelijke driften onderdrukt te worden. Er is daarbij sprake van een innerlijke discpline; het kind wordt zelf verantwoordelijk gehouden voor datgene wat is toegestaan en voor datgene wat niet is toegestaan. Deze verantwoordelijkheid klinkt ook door op macroniveau. In India ligt deze materie echter geheel anders. Indiërs spreken over de ‘chitta’, een ziel met driften. Driften krijgen de vrije loop. Zo wordt er bijvoorbeeld gelachen over zaken die niet mogen. Deze sublimatie werkt door op een hoger niveau.
Na het vijfde levensjaar ondergaan Indiase jongens een transitie, een ‘tweede geboorte’. Zij worden als het ware losgerukt uit de cocon van moederlijke bescherming. Nadien worden Indiase jongens geïncorporeerd in een harde vaderwereld waarin zij aan andere verwachtingen dienen te voldoen. Een dergelijke ‘tweede geboorte’ heeft consequenties voor de identiteitsontwikkeling van Indiase jongens. Indiase jongens lopen een trauma op en gaan op zoek naar een vervanger die hen bescherming kan garanderen, bescherming die zij voorheen van de moeder genoten. Narcistische gevoeligheid speelt dan ook een grotere rol dan in Europa.
Transitie heeft voor Indiase meisjes een geheel andere betekenis. Nadat meisjes de leeftijd van vijf jaar hebben bereikt, ondergaan zij geen rigide transitie. Dit houdt in dat een Indiaas meisje tot aan haar trouwdag bij haar moeder blijft. Is de transitie eenmaal bewerkstelligd, dan staat zij steviger in haar schoenen en heeft zij meer zelfvertrouwen verworven. Niettegenstaande het feit dat de transitie bescheiden is, zal zij de gevolgen daarvan in haar gehele leven ondervinden. Er is bovendien sprake van een preferentie voor zonen. Deze notie moet dan ook doorwerken in de psyche van meisjes. Indiase meisjes zijn over het algemeen toch tevreden over de liefde die zij ontvangen.
Gedurende de puberteit gaan Europese jongeren hun eigen identiteit ontdekken. Daarbij zet men zich af tegen andere personen. Het moge duidelijk zijn dat de puberteit een westers verschijnsel is. In India zetten jongeren zich niet af tegen andere personen, maar tracht men daarentegen op andere personen te gelijken. Zo zetten Indiase meisjes zich niet af tegen hun moeder, maar streven er naar de ideale dochter te zijn. Er is zelfs sprake van een sterke identificatie met de moeder; de vader maakt geen onderdeel uit van het leven.
Rest mij nog iets op te merken over de Indiase – en Europese notie van het geweten. De Indiase gemeenschap draagt zorg voor het corrigeren van bepaald gedrag. In Europa is men echter individueel verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag. We kunnen hieruit concluderen dat men in India waarde hecht aan een communaal – en in Europa aan een individueel geweten.