blog placeholder

Recensie:

Het leuke van de Griekse mythen en sagen is dat de vele goden en halfgoden die er in rondlopen zo menselijk en feilbaar zijn. Zo gebruikt oppergod Zeus zijn enorme krachten vooral om vrouwen te versieren en draait de hele Trojaanse oorlog om jaloerse goden in beide kampen die iedereen en alles manipuleren. De verhalen rond de Noorse godenrijk zijn minder wijdverspreid bekend, maar als we ‘Thor’ mogen geloven huizen in Asgard net zulke kleinzielige opperwezens.

Nu moet er in geval van Kenneth Brannaghs ‘Thor’ bij gezegd worden dat we hier niet direct de historie doorgegeven krijgen uit de geschiedenisboeken van Vikingenland. Deze dondergod is namelijk een veramerikaanste versie uit de superheldenstripstal van Marvel Comics. Ja, dat is de toko waar ook Spider-man, The X-Men en Iron Man vandaan komen die met Thor beginnen toe te werken naar hun ultieme heldenavontuur: The Avengers.

Thor (nieuwkomer Helmsworth) is echter in zijn eentje ook al een flink vechtersbaasje. Hij is met zijn vrienden Sif, Volstagg, Hogun en broer Loki de grote hoop voor de toekomst van zijn vader Odin in de strijd tegen aartsvijand de ijsreuzen. Maar als Thor zijn superkrachten lichtvaardig misbruikt en zo een nieuwe oorlog met die ijsgiganten ontketent, is Odin genadeloos. Thor wordt zijn macht over het weer en de donder ontnomen en wordt verbannen naar de aarde. Alleen als hij heeft geleerd wat nodig is om als beschermheer van godenrijk Asgard door het leven te gaan, krijgt hij wellicht de kans terug te keren.

Een paar coole 3D-effecten later bevindt Thor zich, ontdaan van zijn godelijke harnas en voorzien van een decent vaal T-shirt en dito spijkerbroek, in de woestijn van New Mexico. Alwaar wetenschapster Jane Foster (Portman) en haar team hem van de plotseling niet meer zo onkwetsbare sokken rijden en zich vervolgens over hem ontfermen. Kan hij zijn krachten terugclaimen en Asgard redden, want daar gaat ondertussen van alles mis. En wat willen die gasten van Shield eigenljk met die rare hamer die middenin de woestijn in een stuk rots is ontdekt?

Brannaghs Thor is een allegaartje dat van de hak op de tak springt. Het ene moement is het megabombastisch gebulder en geknok in godenrijk Asgard wat de klok slaat. Vervolgens wordt Thor vakkundig een kopje kleiner gemaakt doordat hij zichzelf voor joker laat zetten in een stoffige lunchroom. Of de zwerver die zich Thor noemt Korsakov heeft of in de war is van een overdosis steroïden weten Jane en haar teamgenoten niet helemaal zeker, maar almachtig godwezen is niet de associatie die vanzelfsprekend opkomt.

Thor is laf en heeft heel wat te veel zijpaadjes die alleen voor de uberstripnerds leuk zijn. Zo doet Jeremy Renner totaal overbodig een cameo als Avenger-in-spe Hawkeye. Maar Brannagh, de zichzelf met soortgelijk spektakelstuk Frankenstein ooit overschreeuwde, weet nu wel de juiste lichtvoetige toon vast te houden. Helmsworth bezit een indrukwekkende fysiek en weet de knipoog die zijn goddelijke alter ego broodnodig heeft goed vast te houden. Maar de jonge Engelsman Hiddleston steelt de show als de doortrapte Loki. Nog een tip: Blijf vooral zitten tot na de eindcredits. Dan komt er namelijk nog een epiloog met Samuel L. Jackson die er niet alleen maar is voor de fans. Brannagh zet er namelijk zijn film helemaal op z’n zijn kop. Zeer verrassend en een mooie inleiding voor The Avengers, denk ik.