blog placeholder

Recensie:

Erg memorabel waren de bedankspeeches van acteurs Bale en Leo – op de eerste Oscar-fuck van die laatste na – eind februari niet, toen zij beiden een prijs voor beste bijrol in ontvangst namen voor hun rollen in The Fighter. Maar dat mocht de pret niet drukken: met de twee beeldjes zette het indringende boksdrama zich toch op de kaart als een van de winnaars van de 83e uitreiking van de belangrijkste filmprijzen ter wereld.

Net als collagwinnars The King’s Speech en The Social Network is ook The Fighter op waarheid gebaseerd. De film vertelt over de twee boksende Amerikaanse broers Dicky Eklund (Bale) en Micky Ward (Wahlberg) die in de jaren negentig van de vorige eeuw in hun sportdiscipline flink wat furore maakten. Door intensief drugsgebruik was de kampioenstitel echter niet weggelegd voor de steeds verder aftakelende Dicky, waarna jongere broer Micky zijn uiterste best moest doen alsnog de familie-eer te redden. Hiervoor koos hij er onder meer voor hun dominante moeder en zelfbenoemde manager (Leo) doelbewust op een afstandje te houden, wat hem door zijn familie niet in dank werd afgenomen.

Producent en hoofdrolspeler Wahlberg moest jarenlang met het verhaal leuren voordat eindelijk een studio brood zag in The Fighter. En ondankt het indrukwekkende eindresultaat, is te begrijpen waarom. In de verkeerde handen waren de problematische besognes van het niet-funtionerende gezin het soapniveau nauwelijks onstegen. Ook de strijd om de bokstitel betreedt eigenlijk louter bekende paden: er is niemand die er aan twijfelt dat ‘underdog’ Micky aan het slot van de film al zijn eigen angsten en problemen en dus ook zijn grote tegenstanden overwint.

Dat The Fighter toch flink boven modaal uitsteekt, is vooral te danken aan de meer dan solide vertolking van alle hoofdrolspelers. Wahlberg zelf heeft eigenlijk de minst dankbare rol als de door zijn familie rechtlijnige held. Oscarwinnaars Bale en Leo krijgen daarentegen als zwarte schapen van het gezin alle ruimte om al het acteertalent dat zij in hun lijven hebben uitgebreid tentoon te stellen, al balanceren ze allebei regelmatig op het randje .

Regisseur Russell – eerder verantwoordelijk voor de onconventionele oorlogstragikomedie ‘Three Kings’ – en de Nederlands cameraman Hoyte van Hoytema geven met aangenaam groezelige beelden exact de juiste, wat deprimerende sfeer aan het grimmige relaas. Het is ook een wijze keuze geweest van het tweetal om de boksscenes zo neutraal mogelijk in beeld te brengen en niet te willen concureren met genreklassiekers als Rocky en Raging Bull die het publiek heel bewust het zweet en bloed van de boksrinf wilden laten ruiken. The Fighter beschrijft een prachtig drama dat een geweldadige ondertoon heeft, maar ook niets meer dan dat!