Zeemeeuwen zijn in dit boek de hoofdpersonen. Sterker nog, er komt geen mens in voor. Het verhaal gaat over Jonathan Livingston Zeemeeuw.
Het boek bestaat uit drie delen. Deel een gaat over het gewone leven op aarde. Deel twee gaat over het leven in “de Hemel”. Deel drie gaat over dat Jonathan Livingston Zeemeeuw weer terugkeert naar Aarde.
Livingston is een meeuw die erg op zichzelf is gesteld. Hij trekt zich in het begin niks aan van de groep meeuwen (de Vlucht) en trekt zijn eigen plan want het vechten om een stukje brood en het krijsen om eten boeit hem niet. Hij wilt vliegen, steeds harder, steeds hoger en steeds mooier. Hij gaat steeds sneller en ontwikkelt zichzelf. Hij denkt dat de Groep hem waardeert maar toch0 accepteert de groep hem niet. Zij verbannen hem naar de “Grijze Klif”. Maar Jonathan Livingston vliegt verder dan de Grijze Klif, hij vliegt naar “de Hemel”. Hier ziet hij wel meeuwen die net zo denken en doen als hij. Daar komt hij zijn meester Tsjang tegen. Hier leert hij net zo snel vliegen als een gedachte en dat de Hemel volmaakt zijn is.
Hij gaat terug naar de Aarde omdat hij wil laten zien wat hij kan, wat hij geleerd heeft in de Hemel en dat het ook anders kan. Hij wil andere meeuwen dingen leren die hij ook heeft geleerd. Leren je te ontwikkelen, leren nadenken en niet altijd met de Groep mee te gaan. Deze keer wordt hij gezien als meester, als een leraar die andere leert vliegen en bewust worden van de mogelijkheden.
Het boek was makkelijk te lezen, geen moeilijke begrippen of lastige verhaallijnen, geen flashbacks of ingewikkelde relaties. Toch ging dit boek niet alleen over meeuwen die leerden vliegen en waarvan eentje verbannen werd en als een held terugkomt. Wanneer ik dit verhaal toepas op de mensheid is het veel interessanter. Want het echte onderwerp van het boek is namelijk acceptatie. Acceptatie in de groep, acceptatie van jezelf en van de ander. Dit is de liefde die Jonathan moest leren en die de andere meeuwen dat nog niet kende.
Hier zie ik veel dingen terug van mezelf. Anders zijn, maar wel in zoverre dat iedereen je wel kan accepteren en dat je niet te raar gevonden wordt. Ik wil graag mezelf zijn, wat vaak wel lukt, maar ik merk dat het aanpassen juist ook vriendschappen maakt. Als je dat niet genoeg doet, dan vervaag je in het alleen zijn. Net zoals Jonathan. De kunst is dus de mix te vinden tussen jezelf zijn en je zo aanpassen dat je “door de groep” wel gewaardeerd wordt. Het boek verwoord dit als: De kunst om anderen lief te hebben als jezelf.
Ik vond het mooi dat de schrijver het dierenleven uitwerkt. Want soms denken de mensen dat het dierenleven erg eentonig is. Hij maakt duidelijk dat de meeuwen het helemaal niet zo saai hebben. Dat ze voor elke grote groep of andere soorten plekken verschillende namen hebben. Zoals: de Vlucht, de Aarde, de Hemel, de Grijze Klif, de Groep, de Wet van de Vlucht, de Grote Bergwind, de Grote Raad en de Oudste etc. Ook alle meeuwen hebben gekke namen zoals: Jonathan Living Zeemeeuw, Frederik Zeemeeuw, Herman Calvijn Zeemeeuw, Charles-Roland Zeemeeuw, Maarten Willem Zeemeeuw etc. Ze hebben ook ouders, vrienden en vijanden.
Er zijn natuurlijk ook een paar minpuntjes van wat ik jammer vond van het boek. Dat waren namelijk de foto’s van Russel Munson. Voor mijn idee onderbraken de illustraties het verhaal en ook waren ze niet allemaal even mooi en verpest het zelfs je eigen fantasie. Ook komen er overdreven snelheden in voor. Jonathan gaat dan 300 kilometer per uur en nog harder en harder. Dat komt voor mij niet erg realistisch over, sterker nog het maakt het verhaal erg flauw. Desondanks vond ik het leuk om het te lezen, de diepere lagen ervan in te zien en er anderen dingen uit te halen dan wat er in het boek staat.