blog placeholder

Het zijn net mensen is een boek geschreven door Joris Luyendijk. De schrijver schreef dit boek nadat hij een aantal jaren als correspondent voor onder andere de Volkskrant in het Midden-Oosten had gewerkt. Het boek laat zien hoe de media invloed heeft op de beeldvorming van het Midden-Oosten waarmee de westerse wereld wordt geconfronteerd. 

Het zijn net mensen is een boek dat mensen die een kant en klare mening hebben over het Midden-Oosten een spiegel voor houd. Als ervaringsdeskundige beschrijft Luyendijk hoe de media het publiek beïnvloed. 

Als eerste voorbeeld draagt hij een bezoek aan een groepje uitgehongerde oorlogsslachtoffers aan. Hij vertelt eerst hoe zwaar aangeslagen deze mensen er uit zien, wat ze te verduren hebben gekregen en hoe uitzichtloos de situatie is. Kortom een bericht dat zo op de vaderlandse televisie zou kunnen komen. Dan beschrijft Luyendijk de situatie opnieuw. Ditmaal zei hij bij aankomst ‘Hello Everybody’ op een luide en misschien ietwat vrolijke manier. Luyendijk beschrijft hier dat de slachtoffers spontaan in de lach schoten bij zijn vertoning en vervolgens een stuk energieker oogde. De uitspraak ‘Hello Everybody’ komt veelvuldig in het boek terug en Luyendijk gebruikt deze om vervormde situaties aan te geven.

Daarop volgen voorbeelden van protesten, de kwestie tussen Palestina en Israël en Al Qaeda. Luyendijk vertelt dat groepen met protesterende er dikwijls niet uit zien zoals ze op de westerse televisie in beeld worden gebracht. Zo vertelt hij dat er vaak ingezoomd wordt op een klein groepje mensen, wat dan op televisie een grote menigte lijkt te zijn. Ook geeft hij als voorbeeld dat bij de Irakese bevrijding’ door Amerika de soldaten luid werden toegejuicht door de bevolking. Volgens Luyendijk waren lang niet alle mensen zo blij met de bevrijding en waren de vlaggen waarmee de Amerikanen toegejuicht werden, slechts enkele momenten voordat de camera begon te draaien door de Amerikanen zelf uitgedeeld. 

Een groot gedeelte van het boek besteed Luyendijk aan de kwestie tussen Palestina en Israël. Hij vertelt hoe ‘handig’ Israël de westerse media weet te manipuleren simpelweg omdat ze de media beter inzetten en meer affiniteit hebben met de westerse wereld. Zo vergroot Israël aanslagen van Palestijnse op Israëliërs enorm uit in de media en weet het aanslagen van Israëliërs op Palestijnse te verbloemen door in de media ‘verantwoording’ af te leggen. Iets wat de Palestina anderzijds totaal niet doen, waardoor het beeld van Palestina als boosdoener wordt versterkt. 

Heeft Luyendijk zelf als correspondent niet bijgedragen aan incorrecte beeldvorming? Is hij zelf wel objectief?

Het antwoord op beide vragen is positief. Ja, Luyendijk heeft ook bijgedragen aan deze beeldvorming en geeft dit ook toe in zijn boek. Hij laat meerdere malen nadrukkelijk merken (bijvoorbeeld in de beschrijving van de kwestie tussen Palestina en Israël) geen voorkeur voor een partij te hebben, maar simpelweg verslag te doen van observaties. 

Hoe heeft Luyendijk dan zelf bijgedragen aan incorrecte beeldvorming? Luyendijk geeft als voorbeeld dat hij Arabisch spreekt, en dat hij veelvuldig werd gevraagd als deskundige wanneer een gebeurtenis zich afspeelde in de Arabische wereld. Echter geeft hij aan dat er verschillende Arabische dialecten zijn, waarvan de meeste onverstaanbaar voor hem zijn. Kortom vaak kon hij niet of nauwelijks communiceren met de omgeving. Een tweede voorbeeld is dat hij vaak als correspondent ’ter plaatste’ werd gevraagd om verslag te doen terwijl hij in een nabijgelegen stad of land zat. Luyendijk stelt echter dat voorzieningen op het gebied van communicatie vaak zo slecht waren dat hij niet of nauwelijks op de hoogte was van de gebeurtenissen. In Nederland wist men op de redactie vaak eerder af van een gebeurtenis dan Luyendijk zelf. Toch werd hij ingezet als correspondent om de kijker/lezer te laten geloven dat het medium in kwestie iemand ter plaatse had. 

Het boek is een absolute must voor mensen die affiniteit hebben met journalistiek en/of media, maar zou eigenlijk door iedereen gelezen moeten worden. Het laat mensen zien dat niet iedere verslaglegging een waarheid is, zelfs niet van de zogenaamde kwaliteitskranten.