blog placeholder

Het St. Prison experiment (zimbardo 1971) begon met een aantal deelnemers die werden verdeeld in 2 groepen: de bewakers en de gevangenen.  Er was een gevangenis nagemaakt in de kelder van een universiteit. De gevangenen werden in een cel gegooid en kregen straf als ze niet meewerkten (bijv opdrukken, of in ‘the hole’(kleine bezemkast)), deze straffen werden uitgedeeld door de bewakers die de opdracht gekregen hadden de orde te bewaren. De bewakers kropen zo ver in hun rol dat ze de gevangen zo erg lieten lijden dat het experiment na 6 dagen stopgezet werd.  Hoe heeft het zover kunnen lopen en welke begrippen binnen ons thema hebben hiermee te maken ? 

Deindividuation 

Een van de verklaringen van het gedrag van de bewakers en gevangenen is deindividuation wat inhoud dat mensen in een staat komen waarin ze het zelfbewustzijn van het individu verliezen. In deze staat zijn de personen van de desbetreffende groep veel vatbaarder voor een groepsnorm of idee. Deze staat werd bereikt door een aantal elementen in het experiment. Ten eerste is daar de anonimiteit van de bewakers en de gevangenen, de gevangenen werden bijvoorbeeld alleen bij hun nummer genoemd zoals #8612. Er is een experiment waarin aan studenten werd gevraagd wat ze zouden doen als ze onzichtbaar waren (‘ultieme anonimiteit’), de meeste antwoorden waren crimineel gerelateerd zoals een bankoverval.

            Ten tweede is er sprake van diffusion of responsibility dit kan verklaard worden door het gevoel dat anderen de verantwoordelijkheid wel zullen nemen, dit waren bijvoorbeeld medebewakers of Zimbardo (‘the warden’). Dit tweede punt is ook goed te vergelijken met accountability cues: dit betekent dat als er minder aansprakelijkheid is er meer afwijkend gedrag getoond word.

            Ten slotte wil ik in het kopje deindividuation de attentional cues beschrijven. Hierin besteedt het individu meer aandacht aan de omgeving en is hierdoor minder zelfbewust. De aandacht is dus van een individu afgericht. In deze staat van deindividuation reageert de persoon meer op een korte-termijn situatie en is minder gevoelig voor lange-termijn consequenties. Dit is goed te zien bij de bewakers die bijvoorbeeld een gevangenen een tijd in de ‘the hole’ gooiden omdat hij twee worstjes niet wilde eten. Dit is een hele impulsieve reactie op het feit dat de gevangen zijn worstjes niet wilde eten. Zimbardo heeft ook een weg naar de staat van deindividualisatie beschreven wat hij het Zimbardo model noemt.

Zimbardo Model

Zimbardo vertelt in zijn model wat deindividualisatie volgens hem precies is en hoe het ontstaat. Ook legt hij uit wat het met een persoon teweeg brengt. Dit heeft hij uitgelegd door het opstellen van een model. In de eerste kolom van het model maakt hij gebruik van input variabelen, dit zijn onder anderen de eerder genoemde anonimiteit.

            Zimbardo heeft een experiment uit 1970 waarin hij mensen had verkleed als KKK(Ku Klux Klan) en als zusters, en daarin onderscheid had gemaakt tussen wel een naambordje of geen naambordje. Hij liet deze mensen een schok aan een ander toedienen. De KKK gaven in zowel in de anonieme als in de geïdentificeerde situatie een hoge schok. De zuster daarentegen gaven in de anonieme situatie minder en zwakkere schrokken. Hier is dus goed te zien dat er een inleving in de rol plaatsvind. Dit is precies wat er bij de bewakers en gevangenen heeft plaatsgevonden. Een andere input variabele is de eveneens eerder genoemde verspreiding van verantwoordelijkheid.

           De derde is het feit lid te zijn van een groep.  Als je lid bent van een groep laat je meer afwijkend gedrag zien. Ten slotte markeert Zimbardo arousal als input variabelen, hij beweert dat mensen eerst een bepaalde arousal op moeten doen voordat ze gedeindividualiseerd zijn. Een voorbeeld van zimbardo hierop zijn oorlogsrituelen zoals dansen en zingen, die bedoelt zijn op de manschappen te arousen zodat ze gedeindividualiseert het slagveld op gaan.

            In het St. Prison Experiment is duidelijk te zien dat er veel arousal werd toegebracht. De gevangenen werden bijvoorbeeld als echte misdadigers opgepakt en naar hun cel begeleid is wat leek een echte gevangenis. De bewakers werden vooral aroused door de gevangenen die niet altijd even goed luisteren wilden.

            Door deze input variabelen vind er een subjectieve verandering in een persoon plaats. Men krijgt een verzwakking van de controle gebaseerd op angst, schaamte, overgave & schuldgevoel. Dit was ook zeer goed te zien bij de bewakers die alle frustraties die ze hadden op de gevangenen afreageerden. Een andere subjectieve verandering is dat de drempel om normaal geremd gedrag te vertonen omlaag gaat. De input variabelen en de subjectieve verandering zorgen uiteindelijk voor het uitgaande gedrag van een persoon. Het gedrag is hierbij emotioneel, impulsief, terugwerkend en intensief. Het is voor desbetreffend persoon ook moeilijk dit gedragspatroon te beëindigen bovendien begint hij de groep steeds leuker te vinden door en uitgaande gedrag voor de leden. Uiteindelijk kan dit alles leiden tot extreem en bijna autistisch gedrag.

Conclusie

Dit autistische gedrag is ook uiteindelijk de oorzaak geweest van het stoppen van het St. Prison Experiment. Het autistische gedrag kwam voort uit de staat van deindividualisatie waarin de gevangenen en bewakers impulsiever reageerden en waarin de controle op angst, schaamte, schuldgevoel en overgaven afnamen. De gedeindividualiseerde staat werd bereikt door een aantal factoren. Dit waren onder andere anonimiteit, verspreiding van verantwoordelijkheid, arousal en het lid zijn van een groep. Je hebt dus kunnen zien wat voor gedrag mensen vertonen als ze gedeindividualiseert raken en kunt hiermee verklaren waarom de bewakers en gevangenen in het St. Prison experiment zich zo bizar hebben gedragen.