‘Een nieuw gesprek met God’ is het vervolg op het boek ‘Een ongewoon gesprek met God’. In dit boek gaat de interessante conversatie tussen de schrijver Neal Donald Walsch en God verder. Waar in het eerste boek de nadruk werd gelegd op het doel van het leven, gaat het tweede boek vooral in op maatschappelijke kwesties. Hoe kunnen we zorg dragen voor iedereen op de wereld en wat voor veranderingen in ons politieke systeem zouden hieraan kunnen bijdragen?
Zoals in boek één al door God werd voorspeld, begon de schrijver op paaszondag 1993 aan dit boek, precies een jaar na aanvang van het eerste boek. Nadat de schrijver een poosje uitgerust had en het eerste boek heeft laten bezinken, is het nu tijd om verder te gaan met deel twee.
In dit tweede boek begint het gesprek over de verschillen tussen Jezus en veel mensen van nu. God beweert dat iedereen dezelfde daden zou kunnen verrichten als bijvoorbeeld Jezus en Mozes hebben gedaan. Het enige knelpunt ligt in het feit dat de meeste mensen zichzelf onwaardig vinden en niet geloven dat zij ook zulke dingen kunnen doen. Daarop slaat ook de zo bekende tekst uit de bijbel: ‘Vraag en je zult ontvangen, Zoek en je zult vinden, Klop en er zal voor je worden opengedaan. Om iets te vragen in Jezus naam is dan ook niet nodig, als je er zelf in gelooft lukt het ook!
Een merkwaardig punt wat naar voren komt is dat wordt gezegd dat tijdreizen bestaat en dat dit al door veel mensen is gedaan. Tijdreizen is in feite hetzelfde als dromen, maar veel mensen beseffen dat niet. De energie die hierbij vrij komt is zo groot dat sommige mensen dit kunnen voelen. Die mensen worden vervolgens paranormaal begaafden genoemd. Soms is er zelfs zoveel energie over dat je het idee hebt dat je iets al eerder hebt gezien. Dit kennen we als een deja vu. God beweert dat tijd in feite niet bestaat, maar alles op dit moment gebeurt. Daarom kun je deze deja vu’s ook waarnemen.
In het boek wordt ook gesproken over de verschillen tussen man en vrouw. Vrouwen blijken beter volgens ritmes te kunnen leven en gaan makkelijker met de stroom mee. Mannen hebben de neiging om zich te verzetten tegen ervaringen en hebben daarom soms moeite om in harmonie te leven. Ook verzorgen vrouwen hun lichaam beter dan mannen en wanneer het tijd is om te gaan, verlaten vrouwen hun lichaam bevallig. Mannen schijnen meer te vechten tegen hun vertrek van aarde. Vrouwen zijn hiermee niet beter dan mannen, alles is slechts wat het is.
Ook Shakespeare wordt in dit boek weer aangehaald. God zegt dat je jezelf nooit moet verraden omwille van een ander. En zoals Shakespeare dit zo mooi kan zeggen: ‘Blijf getrouw aan uw eigen persoonlijkheid, en, zo zeker als de dag op de nacht volgt, kunt ge dan niet vals zijn, jegens wie dan ook’. Doe dus altijd wat jij denkt dat het beste voor je is en denk niet altijd eerst aan de ander.
Ook de opvoeding van kinderen wordt aangehaald. Hier wordt gezegd dat in de huidige samenleving kinderen wordt geleerd wat ze moeten denken, in plaats van ze te leren hun eigen waarheid te vinden. Vakken als ‘kritisch denken’, ‘probleemoplossing’ en ‘logica’ zouden aan het lespakket toegevoegd moeten worden. Op deze manier leer je kinderen om zelf na te denken en kritisch te kijken naar wat ze tegenkomen. Neem nou geschiedenisboeken, hierin staat informatie zo beschreven dat de kinderen de wereld vanuit een bepaalde invalshoek gaan zien. En dat allemaal wordt gedaan omdat ouders bang zijn dat hun kinderen de normen en waarden van hun ouders niet overnemen. Daarom was er ook zo’n opschudding toen op scholen verteld werd hoe het menselijk lichaam werkte. Alles rondom seksualiteit werd en wordt vaak als beschamend opgevat, terwijl het de normaalste zaak van de wereld zou moeten zijn. Als de scholing van kinderen over een hele andere boeg gegooid zou worden, zou de wereld ermee verbeterd kunnen worden. Een scholing gericht op nadenken en niet het leren van feiten.
Tenslotte wordt in het boek een indrukwekkend voorstel aangedragen. God stelt voor om een wereldgemeenschap te creeëren, waarbij elke staat een gelijke stem heeft in wereldaangelegenheden en hulpbronnen. Staten zouden zich niet meer van elkaar moeten proberen te onderscheiden, maar zich juist moeten verenigen. Want, wordt er gezegd, als je elk jaar miljoenen kan toevoegen aan een nationale economie, dan kan je ook alle hongerigen voeden en hen voorzien van een betere gezondheid. Het tweede voordeel van het verenigen van de wereld is dat iedereen gelijke kansen heeft en dat oorlog zal verdwijnen. Kleine naties zijn niet meer afhankelijk van de welwillenheid van grotere landen. Iedereen heeft in een wereldgemeenschap immers de beschikking over goede levensomstandigheden. De reden dat niemand zo’n voorstel oppert, komt doordat de machtigen bang zijn hun macht te verliezen. En probeert iemand wel iets te doen aan de bittere omstandigheden elders zoals John Kennedy deed met zijn pleiten voor wereldwijde arbeidersrechten, dan wordt zo’n persoon zo snel mogelijk uit de weg geruimd. De, in onze ogen de machtigere mensen, willen immers niks uit handen geven in belang van de armeren.
Al deze onderwerpen worden in het boek uitvoerig besproken. Het zorgt ervoor dat je met een hele andere blik naar de wereld kijkt en mogelijkheden bekijkt waar je nooit eerder opgekomen was. Alles in het dagelijks leven lijkt immers zo gewoon. Er zijn echter ook andere mogelijkheden. Het boek is dan ook een echte aanrader voor mensen die een wijdsere blik op de wereld willen werpen. Ook al geloof je niet in bovenstaande beweringen, alleen het lezen is al een uitdaging op zich!