blog placeholder

De tot cultfilm geworden productie van Ridley Scott. Een toekomst op aarde, waar het ieder voor zich en god voor ons allen is. Vier namaakmensen worden wegens misplaatste aanwezigheid op de globe opgejaagd door een ex-agent die baalt van de klus. Hij doodt ze een voor een. De laatste nagebouwde mens, het oorlogstype, weet hem op zijn plaats te zetten. Dan sterft replica uit zichzelf, omdat zijn tijd gekomen is.

Regisseur: Ridley Scott. Acteurs: Harrison Ford; Rutger Hauer; Sean Young; Edward James Olmos; Daryl Hannah Jaar: 2007. Speelduur: 113 minuten Genre: Science Fiction.

Sfeer

Los Angeles, 2019. Nacht, een wolkbreuk. Het regent permanent. Toch is het niet koud. Overzicht op de stad. Er vliegen auto’s door de lucht met ingeklapte wielen. Twinkelende lichtjes overal. Af en toe schiet een grote vlam als een ontlading de lucht in. Zangerige Oosterse reclames. Het hele oppervlak van een flatgebouw is benut als scherm. Een geisha komt een beeld, kijkt ons blij aan en stopt iets in haar mond, daarna knikt ze ons tevreden toe. Een druk straatleven. Oosterse winkeltjes. Overal damp.

 

Geen voice-over.

De eerste versie van Blade Runner had een voice-over, de stem van iemand buiten beeld, die commentaar geeft op de situatie. In dit geval sprak de hoofdrolspeler, ex-agent Deckard (Harrison Ford) ons toe. Zoals Philp Marlowe in de detectives van Raymond Chandler: “Ik had bij het opstaan al een voorgevoel dat er vandaag vreemde dingen zouden…”

Zo sprak Deckard over de gebeurtenissen, op de toon van een man van de wereld. In de Final Cut van Blade Runner is de voice-over geschrapt, als overbodig. Nu ontbreekt de stem van Deckard, die een gevoel van vertrouwelijkheid schiep.

 

Slavenjager.

Een Blade Runner is een oude benaming van iemand die ontsnapte slaven opjaagt. In de tijd van Deckard, gaat het over de jacht op replica’s. Perfecte kopieën van mensen die het vervelende werk voor die mensen opknappen. De replica’s gaan zonder gevoelens de wereld in en doen wat er van ze verwacht wordt. Maar na verloop van tijd  hebben ze de neiging om alsnog een gevoelsleven te ontwikkelen en worden ze opstandig omtrent hun lot.

 

Verouderingssyndroom.

Om dit probleem op te lossen heeft de fabrikant, Tyrell een gen bij hen ingebouwd, waardoor ze na vier jaar sterven. Wegens vroegere replicaopstanden zijn zij op aarde verboden. Nu zijn er vier van hen ontsnapt en toch naar de aarde gereisd om te kijken of er niet iets gedaan kan worden aan dat vroegtijdige sterven. De politie is op de hoogte en zet Deckard op hun spoor. Tegen zijn zin gaat hij op jacht. Hij heeft medelijden met ze, wie wil er nu na vier jaar sterven? Hij bezoekt de fabrikant Tyrell en maakt kennis met een beeldschone vrouw, die niet weet dat ze een replica is…

 

Eigen agenda.

De replica’s hebben intussen hun eigen agenda en weten J.F Sebastian op te sporen, een genetisch ingenieur die werkt voor Tyrell.. Hij lijdt aan vroegtijdige veroudering, het Methusalem syndroom. Zijn gen zit in de replica’s. Ze willen via hem bij Tyrell te komen, waarvan ze hopen dat hij hen een lang leven kan geven. Hoewel Sebastian aanvoelt waar het allemaal heen gaat, slaat hij geen alarm, maar laat met zich sollen. Als Roy Batty (Rutger Hauer), de leider van het viertal en JF Sebastian later door een geniaal spelletje schaak zijn binnengedrongen bij Tyrell laat die de boel ook maar op zijn beloop. Hij doet bang een arrogant tegen Roy Batty. En geeft te verstaan dat er geen genezing mogelijk is. Dit neemt het gevechtsmodel hem bijzonder kwalijk en Tyrell wordt krachtdadig aan zijn eind gebracht. Het had wat minder ruw gekund, maar een aardige man was het toch niet. De resterende replica’s worden nu verder opgejaagd door Deckard, waarbij Roy Batty als laatste een kat en muis spel met hem speelt als een waarachtige Dichter-Krijger.

Deckard kan hem niet overmeesteren en kijkt met een stel gebroken vingers toe, hoe de man sterft, zittend in de regen. Tijd om te sterven.

Deckard verlaat de stad met de beeldschone replicavrouw die hij bij Tyrell had ontmoet.

 

De vraag

In de film zit een vraag verstopt. We zijn al jaren bezig met robots bouwen die op mensen lijken. In Japan heeft men al een kereltje dat een pakje de trap op kan dragen. Nu zijn dit nog steeds machines in een mensenvorm, mechanische dienaren die ons werk uit handen nemen, dat wij zelf niet willen doen. En er is veel saai werk. Maar, hoe verder we gaan, hoe dichter we een echte mens benaderen. Het zou fijn zijn als hij kon nadenken, toch?

Als onze scheppingen de mate van menselijkheid bereiken die ze in Blade Runner hebben, dan treedt er een onmogelijkheid op. Ze hebben een bewustzijn, ze begrijpen heel goed, dát ze er zijn. Ze hebben gevoelens; ze willen dingen wél en ze willen dingen niét. In zo’n geval kunnen zij niet langer dienaren zijn, maar hebben zij het recht vrije wezens te worden. Dus zijn de makers aan hun doel voorbij geschoten. Het schepsel dat zijn maker overtreft.

Bij de ontmoeting van de replica en Tyrell komt dit aan bod. Tyrell vraagt hem waarom hij zo stil is. En dat antwoord Roy Batty dat het niet meevalt om voor je schepper te staan. Maar dat weerhoudt hem er niet van om diezelfde schepper te doden, uit teleurstelling.

 

Besluit.

Een juweeltje, ondanks het gemis van de voice-over. De vervallen flatgebouwen met hun theatrale lekkages, waar J.F Sebastian woont. Zijn speelgoedverzameling. De dicht en vechtkunst van Rutger Hauer. De origamifiguurtjes van de hulpagent. De bunkerflat van Deckard, waar de passie hoog opvlamt. Het inzoomen op een foto tot Deckard letterlijk om het hoekje kijkt. Een intrigerende prestatie.