blog placeholder

Wat was de functie van de wisselbank? Waarom had de haven van Amsterdam een passief karakter? Hoe verschilt het nieuwe beeld van de handel dan het oude?

Geschiedenis de gouden eeuw

Artikel 1: betrouwbaarheid was alles

Hoofdvraag: wat was de functie van de wisselbank?

In 1609 werd de wisselbank opgericht:

– om het financiële klimaat in Amsterdam te stabiliseren,

– maar ook om Amsterdam het handelscentrum te laten worden.

– Om bedrog te voorkomen. kassiers: minibanken die rekeningen bijhielden voor handelaren. Deze inden tegoeden voor hun opdrachtgevers. Ook werden er leningen verstrekt. Vertrouwen was bij kassiers heel belangrijk. Toch ging alles niet zoals het moest. Het werd verboden om als kassier te werken en er kwam een wisselbank.

Centrale bank met een vaste munteenheid. Deze munteenheid was betrouwbaar omdat de bank geen leningen verstrekte. Internationale firma’s gingen hier rekeningen openen. De stabiele bankgulden werd een belangrijke munt, op internationaal gebied.

De bank werd een succes omdat:

– verplicht boven 600 euro

– stabiliteit van de bank

Schulden

Amsterdam ging toch geld uitlenen, ondanks dat ze wisten dat het risico er altijd zou zijn dat er niets werd terugbetaald. Vooraal aan de VOC werd veel geleend. Ook ging Amsterdam geld uitlenen dat zij zelf van de wisselbank hadden geleend. De schulden liepen steeds hoger op en het werd een slecht jaar voor de republiek:

– het verloor zijn vooraanstaande positie in de wereld

– het verloor de vierde Engelse oorlog (1780-1784)

Hierdoor kwamen de leningen van de wisselbank uit. Mensen verloren het vertrouwen en wilden hun geld terug. De koers van de bankgulden daalden. Even was de rust weer hersteld door de lening van de stad, maar daarna vielen de fransen Nederland weer binnen in 1794, deze keer kon de bank niet iedereen terug betalen en was dit het einde van de wisselbank.

Artikel 2: de Amsterdamse handel omstreeks 1550 traditioneel of modern?

Hoofdvraag: waarom had de haven van Amsterdam een passief karakter?

Havenstad Antwerpen:

– vreemdelinge voerde de boventoon. Stad was een ontmoetingsplaats voor vreemde, niet lokale kooplieden.

– In 16de eeuw moest Amersfoort zijn plek aan Amsterdam afgeven.

Havenstad Amsterdam

– in 15de eeuw speelden de kooplieden van de Noord- Duitse Hanze een belangrijke rol.

– In Amsterdam waren zaakgelastigden die de belangen van de vreemde kooplieden behartigden zonder dat deze in de plaats waren. Zij vervulden vaak de functie van herbergier en factor:

Handel van Antwerpen naar Amsterdam door bezetting Spanjaarden van Antwerpen.

Handel Amsterdam een passief karakter.

1. Vreemdelingen waren het belangrijkst:

– Congégeld: heffing op van ergens anders geïmporteerd graan. De Belgen wilden ook in Nederland congégeld gaan heffen. Dit zou betekenen dat de vreemdelingen Amsterdam zouden mijden. Hierdoor heeft de staten van Holland er in 1548 voor gezorgd dat dit niet het geval zou zijn.

– De doleantie die in 154 aan Margaretha van Parma werd overhandigd. Deze klaagde over de trage rechtsgang van de stad. Dat het Amsterdamse bestuur te weinig oog hadden voor de belangen van de vreemde kooplieden. Hierdoor zouden vreemde kooplieden de stad kunnen verlaten

– Een bewaard gebleven exportregister van 1543 van alle goederen die vanuit Amsterdam werden geëxporteerd en waarvoor in de stad zelf de uitgaande rechten werden betaald

2. De in Amsterdam gevestigde kooplieden kochten de producten pas nadat deze met schepen waren aangevoerd

Belangrijkste exporteur van Amsterdam

Arent Hudde. Kreeg rogge (graansoort) van zijn principaal en hield hem op de hoogte van de Amsterdamse prijsontwikkeling.

Veel van de exporteurs waren afkomstig uit het gebied van de Zuiderzee, langs de Friese en Groninger Noordzeekust tot en met de Duitse Bocht. Hier ging het om schippers. In de 16e eeuw deed de schipper veel dingen zelf. Later werd het gebruikelijk dat de schipper alleen maar goedereen aan en afvoer, en weinig met het land te maken had. Daartussenin zat de partenrederij: de schipper bezat een part in de schop en was gerechtigd een deel van de laadcapaciteit voor eigen handelswaar te gebruiken. Hij was niet alleen verantwoordelijk voor het transport, maar zodra het schip de haven uit was had hij ook verantwoordelijkheid voor vaartuig en lading. Ook verkocht hij in vreemde havens de gandelsgoederen van de reders en schafte retourlading aan. Dit is goed te merken aan het congégeld. Toen de factor van de Portugese koning een goede prijs bood voor het transport voor graan naar Lissabon, hebben veel schippers op eigen initiatief besloten die kans niet te laten lopen.

Artikel 3: van alle markten thuis

Hoofdvraag: hoe verschilt het nieuwe beeld van de handel dan het oude?

Klassiek beeld

De republiek was het pakhuis en Europees distributiecentrum voor goederen uit alle windstreken. richten zich op de economische functie van de stapelmarkt en gaat ervan uit dat de handel sterke schommelingen tussen tekorten en overschotten kenden. Deze goederen kwamen dan in een pakhuis te liggen. Hierdoor richtten de handelaren alleen op eigen handel om op die manier de risico’s te kunnen dragen.

de neergang van de 18e eeuw zou te maken hebben met de massale overstap op de commissiehandel. Succes van de republiek lag aan de marktvorm Over hoe de snelle economische expansie van Amsterdam verklaard kon worden zijn verschillende meningen:

Politieke factoren: val van Antwerpen 1585 zou een belangrijke rol hebben gespeeld. andere denken dat het aan het begin van de 16e eeuw al duidelijk was door de groeitendensen

Nieuw beeld

De markt was vanaf het begin in hoge mate virtueel: de overslag van goederen was een onderdeel van de veel omvattender economische activiteiten.

de republiek diende wel als centrale markt, maar de goederen kwamen niet daadwerkelijk aan land dus laat staan een pakhuis te liggen hde handel stond niet op zichzelf, een groot deel stroomde naar de trafieken. Handel maakt deel uit van een omvangrijk dienstenpakket. Kooplieden leverden niet alleen goederen, maar ook verzekeringen en informatie. Hiervoor schiep het Amsterdamse stadsbestuur een transparante markt door stadsprijscourant een beursgebouw en de wisselbank

succes van de republiek lag aan het veelzijdige goederenassortiment en de integratie van handel met aanvullende diensten