Zeepmoleculen bestaan uit 2 gedeelten. Het ene deel is oplosbaar in water. Dat is de hydrofiele (waterminnende) kop. Het andere gedeelte is niet in water oplosbaar. Dat is het hydrofobe (watervrezende) staartje. Schematisch ziet dat er zo uit:
———————————————————-O
Bekende zepen zijn:
– Natriumstearaat
– Kaliumstearaat
Dit zijn zouten die in water oplossen.
Werking
Als natriumstearaat in water komt, krijg je losse natrium en stearaationen. De geladen kop van het stearaation wordt door watermoleculen gehydrateerd. De koolwaterstofstaart wil het water niet in. Daarom zullen de stearaationen vooral aan het oppervlakte zitten. De koolwaterstofstaarten steken dan boven het wateroppervlak uit. Als het wateroppervlak vol is rangschikken de koolwaterstofstaarten zich anders. De staarten keren zich naar elkaar toe en maken als het ware een hydrofoob gebied. Aan de buitenkant van die kluwen staarten zitten veel COO- koppen. Omdat die koppen door water gehydrateerd worden, kan zo’n kluwen in het water opgelost blijven. Zo een kluwen het een micel.
De stearaationen vormen dan de wasactieve deeltjes, de zeep. De structuurformule van stearaat is: C17H35COO-.
De koolwaterstofketen is hydrofoob. Dit gedeelte wil niet in het water oplossen, de kop wil dit wel, want die is hydrofiel.
Vuildeeltjes bestaan meestal uit stoffen waarvan de moleculen geen waterstofbruggen kunnen vormen. Vuil lost dus niet op in water. Als je zeep gebruikt, kan zo’n vuildeeltje in een micel “oplossen”. Als je zeepwater goed schudt, kunnen de micellen zich vullen met lucht. Die bellen stijgen dan op, maar door de ionkoppen blijft een heel dun laagje water intact. Je hebt een zeepbel.