Het is erg belangrijk om wetenschappelijk onderzoek zowel betrouwbaar als valide uit te voeren. Terwijl men meestal wel weet wat betrouwbaarheid inhoudt (herhaald onderzoek moet dezelfde resultaten opleveren), is dit bij validiteit minder het geval. Hieronder zal duidelijk worden wat validiteit is en welke vormen er bestaan.
Valide wil zeggen: geldig, we hebben het hier over de vraag of men ‘meet wat men wil meten?’. Als een onderzoek valide is, is het vaak ook betrouwbaar(der). We kennen externe validiteit, dat is: de mate waarin men op grond van het onderzoek, uitspraken kan doen over ‘de echte wereld’. De vraag is hier dus of men kan generaliseren. We kennen onderscheid naar populatievaliditeit (is de steekproef een afspiegeling van de doelpopulatie) en ecologische validiteit (zijn de uitkomsten van bijvoorbeeld een experiment te generaliseren naar de ‘echte wereld’). Bijvoorbeeld: komt de in het experiment nagebootste situatie overeen met de situatie die men wil onderzoeken in ‘de echte wereld’? Denk aan het onderzoek met de NK-cellen: komt de operationalisatie van ‘milde stress’ overeen met ‘milde stress’ zoals die in ‘de echte wereld’ optreedt? Bij het bepalen van validiteit moet men ook rekening houden met tijd en plaats: is de steekproef zoals die 10 jaar gelden getrokken is, nog steeds representatief voor de samenstelling van de populatie zoals die nu is? De samenstelling van de bevolking kan bijvoorbeeld drastisch gewijzigd zijn.
Bij experimentele manipulaties kan er ook een verschijnsel optreden dat we aanduiden met de term ‘testeffect’. Doordat mensen weten dat ze meten aan een test/experiment, gaan zij zich anders gedragen. We noemen dit ook wel het Hawthorne-effect. Een ander punt van aandacht (reeds genoemd) is dat mensen sociaal wenselijke antwoorden kunnen geven. Niet iedereen wil altijd eerlijk en open zijn, vooral niet als het over dingen gaat die iets negatiefs over henzelf zegt (de vuile was buiten hangen). Bij het meten van variabelen vraagt men zich af of de meting valide is. Predictieve validiteit wil zeggen: kan men met de uitkomsten valide voorspellingen doen? Constructvaliditeit (of ook wel: begripsvaliditeit) draait om de vraag of de gemeten variabelen/begrippen/ verschijnselen de begrippen zoals in de theorie staan, dekken. Convergente validiteit: als twee tests die hetzelfde meten, ook dezelfde antwoorden opleveren. Soortgenootvaliditeit: als twee instrumenten die hetzelfde willen meten, maar bij een andere doelpopulatie, dezelfde uitkomsten geven. Inhoudsvaliditeit: hierbij komt de inhoud van een begrip overeen met wat men er onder verstaat.