blog placeholder

Deze tips en inzichten zijn gebaseerd op eigen ervaringen en op dingen die leerlingen gezegd hebben.

Kenmerken van een goede leraar in de onderbouw van het Havo/VWO en vmbo-tl

De kenmerken van een goede leraar zijn te omvatten in de competenties van de Gastheer, de Presentator, de Didacticus, de Pedagoog, de Afsluiter en de Coach. In principe komt dit erop neer dat de leraar interpersoonlijk competent, pedagogisch competent, vakinhoudelijk en didactisch competent en organisatorisch competent is. Daarnaast moet een goede leraar competent zijn in het samenwerken met collega’s en de omgeving. En als laatste punt, en misschien wel een van de belangrijkste punten, hij moet competent zijn in reflectie en ontwikkeling. 


Wanneer je dit weergeeft als kenmerken, komt daar het volgende uit:

ü  Stemt af op leerlingen

ü  Heeft een correcte beroepshouding

ü  Is overtuigend

ü  Presenteert goed

ü  Goede mondelinge communicatie

ü  Gaat gedifferentieerd te werk

ü  Werkt geïntegreerd

ü  Is onderwijskundig wendbaar

ü  Bewaakt de voortgang

ü  Kan plannen en organiseren

ü  Is flexibel

ü  Kan en wil luisteren

ü  Heeft vakdeskundigheid

ü  Plant longitudinaal

ü  Handelt pedagogisch correct

ü  Is organisatiesensitief

ü  Heeft aanpassingsvermogen

ü  Is stressbestendig

ü  Is vasthoudend

ü  Is sensitief

ü  Kan reflecteren

ü  Kan het leerproces sturen

ü  Kan coachen

ü  Kan samenwerken

 

Ik denk niet dat iedere docent al deze kenmerken heeft, maar de goede docenten zouden op zijn minst 18 van de 24 kenmerken moeten hebben.

Mijn coach vindt vooral het interpersoonlijke en pedagogische competent zijn erg belangrijk. Hij zegt dat het minder erg is om didactisch een beetje te missen dan dat het is om interpersoonlijk of pedagogisch iets te missen.

Ik denk dat het ook erg belangrijk is dat een docent zich kan inleven in zijn groep. Daarmee bedoel ik dat hij de moeite neemt om zijn leerlingen te begrijpen en te helpen, zowel bij vakinhoudelijke dingen als daarbuiten.

Tips voor een beginnende docent

–        Blijf kalm

–        Doe moeite om de namen te leren

–        Toon interesse in de leerlingen

–        Motiveer ze om moeite te doen

–        Houd rekening met wat ze gewend zijn

–        Probeer niet constant serieus te blijven, een leuke opmerking kan geen kwaad

–        Heb aandacht voor iedereen

–        Zorg dat de leerlingen ‘erbij’ blijven

–        Controleer of ze alles begrijpen

–        Wees duidelijk in de dingen die je verwacht

–        Wees oplettend

–        Neem een actieve houding aan

–        Haal actualiteiten erbij