In deze serie van aaneengesloten artikelen kun je inspiratie op doen voor een dramales in de klas. Per artikel wordt een spel of oefening uitgelegd die je kunt gebruiken tijdens een dramales. Handig als je eens wat nieuws wilt proberen of af wilt wijken van de standaard lesstof.
In dit artikel worden de basisstappen van improviseren uitgelegd. Handig voor als je van plan bent een improvisatiegroep op te starten, maar ook als afwijking van de normale les.
Het eerste wat je moet weten:
Bij improvisatie is het de bedoeling open de scène in te stappen. Dit houdt in dat je niet van tevoren ideeën over het verloop van de scène moet gaan bedenken, maar alles moet laten ontstaan.
Het begin.
Het makkelijkst om mee te beginnen is een klein gesprekje. Laat twee mensen tegenover elkaar een gesprek met elkaar voeren. Dit is de basisvorm van improviseren. Je weet namelijk niet wat de een tegen de ander zal gaan zeggen.
Gaat dit goed? Ga dan verder met het vooraf bepalen van de omgeving en de karakters van de spelers.
Vb: Een politieagent en een crimineel op straat.
Groepsimprovisatie.
Geen zin om op je beurt te wachten? Dan zijn hier nog een paar tips voor het opstarten van een improvisatie waar de hele groep aan mee kan doen.
– Bedenk een scène die zich met veel mensen af kan spelen. Bijvoorbeeld een supermarkt of festival.
– Laat één persoon de scène beginnen. Zo kan hij/zij de richting van de scène alvast vastzetten en kunnen anderen gemakkelijk inspringen.
– Laat iedereen om de beurt inspringen, tot uiteindelijk iedereen deelneemt aan de improvisatie.
Tip: Zorg dat iedereen met elkaar betrokken is, en er geen 4 kleine scènes in de scène ontstaan.
Woordenspel.
Om de basis van improvisatie beter onder de knie te krijgen is dit woordenspel erg handig.
– Laat één persoon beginnen. Deze persoon noemt een woord. Het maakt niet uit wat. Bijv. Tennis.
– Degene die naast hem/haar zit, noemt hierbij het eerste woord wat in hem/haar opkomt.
– De volgende noemt weer een woord, en zo ga je door tot iedereen in de kring geweest is.
Je kunt dit spel uitgebreider spelen door gebruik te maken van zinnen ipv. woorden en zo met de hele groep een verhaal te bedenken.
Moordspel.
Sommigen kennen dit spel via ‘De Lama’s.
Het gaat als volgt:
– Maak een groepje van 4 personen, waarvan er 3 op de gang blijven wachten.
– Bedenk een plaatsdelict, een slachtoffer (of moordenaar) en een moordwapen die de achtergebleven persoon straks moet uitbeelden.
– Roep iemand binnen en laat de eerste persoon aan de tweede persoon uitbeelden wat zojuist is afgesproken.
– De tweede persoon kijkt of hij/zij het weet. Zodra dat het geval is, schudt hij/zij de hand. Ook doet hij/zij na wat de eerste persoon doet.
– Roep de derde persoon binnen en laat nu persoon twee aan persoon drie uitbeelden.
– De derde persoon moet nu aan persoon 4 uitbeelden wat hij/zij net heeft gezien.
– Uiteindelijk is het aan persoon 4 om te raden wat het moordwapen en het plaatsdelict was en wie het misdrijf had gepleegd.
Veel plezier met improviseren!