Van jongs af aan wist ik het al: ik wil later met mensen werken. Na de HAVO probeerde ik te beslissen welke opleiding het meest passend voor mij zou zijn. Ik had gehoord van SPH en wist dat deze opleiding mij de juiste basis zou bieden om ‘met mensen te werken’. Maar wat SPH precies inhield, kon ik maar lastig achterhalen. In september begin ik aan mijn vierde jaar SPH en hierom heb ik besloten wat te vertellen over mijn ervaring met de opleiding en wat je er zoal zult leren.
Opleidingsduur
De opleiding SPH duurt vier jaar. Het is op veel hoge scholen mogelijk de opleiding SPH in een versneld traject te volgen. Neem voor meer informatie hierover contact op met jouw instituut.
Opleidingsniveau
SPH is een HBO studie. Dit betekent dat je of een HAVO diploma moet hebben, of een MBO niveau 4 opleiding.
Groepswerk
De opleiding SPH leidt studenten op tot ‘groepsleider’. Maar wat is groepswerk nu eigenlijk? Groepswerk betekent dat je op een groep met mensen werkt, die door speciale omstandigheden niet zelfstandig of bij hun ouders kunnen wonen. Dit kan liggen aan bijvoorbeeld opvoedingsonmacht bij ouders, maar ook doordat een cliënt een lichamelijke of geestelijke beperking heeft waardoor de cliënt gespecialiseerde zorg nodig heeft. Er zijn groepen voor kinderen, volwassenen en ouderen en op gedwongen en vrijwillige basis. Een SPH’er zou bijvoorbeeld ook in een gevangenis of TBS-kliniek kunnen werken. Er zijn verschillende ‘soorten en maten’ groepen. Zo zijn er residentiele groepen. Dit betekent dat de cliënt echt op de groep ‘woont’; de groep is zijn of haar thuis en de SPH’er is een vervangend opvoeder. De cliënt heeft dan zijn eigen slaapkamer op de groep. Er zijn ook semi-residentiële groepen. Dit betekent dat de cliënt dagdelen op de groep is (denk aan een groep voor moeilijk lerende kinderen die na schooltijd begeleiding krijgen bij het maken van huiswerk), of bijvoorbeeld alleen in het weekend of in vakanties. Zoals je leest, is het groepswerk erg breed.
Als groepsleider ben jij een ondersteunende factor voor de cliënten. Hoever deze ondersteunende rol gaat, hangt af van de setting van de groep. Op een woon- en leefgroep ben jij als groepsleider een opvoeder voor de cliënten. Hier hoort van alles bij: koken met de cliënt, schoonmaken met de cliënt, zorgen dat de cliënt zich doucht en wast, kleding en andere nodige spullen aanschaffen met de cliënt, op de financiën van de cliënt letten, meepraten in gesprekken op de school van de cliënt, enzovoort. Je bent tevens aanspreekpunt voor het netwerk van de cliënt. Denk hierbij aan ouders, familieleden, huisartsen, enzovoort. Omdat het haast onmogelijk is voor een groepsleider om verantwoordelijk te zijn voor alle kinderen op de groep, krijgt elke cliënt een mentor of een persoonlijk begeleider. Dit betekent dat elke groepsleider verantwoordelijk is voor een bepaald aantal cliënten. Het is de cliënten ook duidelijk bij wie ze moeten zijn; zij hebben een vast aanspreekpunt.
Omdat de cliënten van woon- en leefgroepen 24 uur per dag op de groep zijn, moet je als SPH’er bereid zijn flexibele en wisselende diensten te werken. Zo zijn er vroege diensten, late diensten en zelfs nachtdiensten. Als dit niets voor jou is, is het voor jou wellicht beter om op een semi-residentiële groep te gaan werken. Denk hierbij aan onderwijsondersteuning, dagbesteding, enzovoort.
Doelgroep
In het tweede jaar van SPH kun je kiezen met welke doelgroep je het liefst wil werken. Er zijn drie opties:
– De minor Jeugd & Gezin (werken met jeugdigen, jongeren en hun sociaal netwerk)
– De minor Psychiatrie & Verslaving (werken met jeugdigen en/of volwassenen in de psychiatrie of verslavingszorg)
– De minor Gehandicaptenzorg (werken met jeugdigen en/of volwassenen in de gehandicaptenzorg)
In het vierde jaar worden er allerlei minoren aangeboden om je kennis te verbreden. Zo is er een mogelijkheid om naar het buitenland te gaan, je kunt leren om, om te gaan met mensen met een licht verstandelijke beperking, je kunt kiezen voor een lesaanbod in het gedwongen kader van de hulpverlening, enzovoort.
Stages
De stages zijn op iedere hogeschool anders geregeld. Ikzelf doe mijn studie op Christelijke Hogeschool Windesheim te Zwolle. Mijn stage was als volgt ingedeeld:
Jaar 1: een snuffelstage. Je loopt vier uur in de week stage. De plek moet te maken hebben met ‘hulpverlenen’. Het hoeft niet perse een groep te zijn.
Jaar 2: een verbredende stage. Je loopt acht uur in de week stage. De plek hoeft niet perse een groep te zijn, maar je moet kunnen aantonen dat je meer verantwoordelijkheid krijgt als beginnend hulpverlener dan tijdens je eerste stage.
Jaar 3: de jaarstage. Het derde jaar van de opleiding staat volledig in het teken van stagelopen. Je loopt vier dagen in de week stage. Het liefst op een groep, maar in de ambulante sector stagelopen is ook een optie. Ikzelf heb stagegelopen bij Bureau Jeugdzorg. Er wordt van je verwacht dat je, je keuze voor een stageplek kunt motiveren. Je hebt dit jaar geen tentamens. Er wordt wel van je verwacht dat je een portfolio schrijft en hierin verantwoord wat je zoal geleerd hebt op stage.
Wat leer je zoal op de opleiding SPH?
Als student leer je onder andere veel over:
– Menselijke psychologie;
– Psychiatrische stoornissen en verslavingen;
– Gespreksvoering en gesprekstechnieken;
– Verschillende hulpverleningsmethodieken;
– Hoe om te gaan met verschillende doelgroepen;
– Recht (strafrecht en civielrecht);
– Politiek;
– Ethiek.
Is SPH iets voor mij?
Wil je wel graag met mensen werken, maar liever niet op een groep? Lijkt het je leuker om bij verschillende mensen thuis te komen of om verschillende mensen te zien op een kantoor? Dan is de opleiding Algemeen Maatschappelijk Werk wellicht passender. De opleiding AMW leidt studenten op tot maatschappelijk werkers. Deze opleiding staat meer voor één op één contact en het werken met verschillende mensen en gezinnen per week. Als maatschappelijk werker heb je vaste werktijden en werkdiensten.