blog placeholder

Pieter Harmen Witkamp (30 oktober 1816 – 1898) was een cartograaf en bouwkundige

Pieter Harmen Witkamp werd geboren in Amsterdam op de dertigste oktober 1816, dus vlak na de beruchte Franse tijd. Zijn ouders hadden met zoveel duizende anderen ondervonden, dat het geen gouden tijd was geweest: het kostte moeite hun 5 kinderen groot te brengen. Pieter was een studiehoofd, want van jongsaan was lezen, en dan bij voorkeur in bomen zittend, zijn hoofdliefhebberij. Maar de opleiding tot studie ging de financiële krachten te boven en de jongen moest dus een fantsoenlijk ambacht leren, waarbij ook nog wel enige kennis te pas kwam. Hij werd aldus voorbestemd tot goudsmid. De baas van Witkamp deed al spoedig de ervaring op, dat zijn leerling geen greintje aanleg had, want nauwelijks had hij de rug gekeerd, of de jongen had met een stuk krijt op de werkbank een landkaart of plattegrond getekend; zelfs op alles wat hij in handen kreeg en waarop die dingen volstrekt niet te pas kwamen. Herhaalde berispingen, standjes zelfs, hielpen niet en de goudsmidbaan moest worden opgegeven. Witkamp werd nu kwekeling op een openbare school en legde enige tijd later zijn examens met zo goed gevolg af, dat hij werd aangesteld als hoofdonderwijzer aan de school der Hersteld Lutherse Gemeente. Die betrekking gaf hij echter niet lang daarna op om zich geheel aan de letterkunde te wijden.

 

De “Almanak voor het schone en goede” was het eerste tijdschrift waarin hij publiceerde. Enige tijd daarna kwam hij in aanraking met de uitgever J.H. Laarman, voor wie hij schreef in “de Aardbol”, “de Honingbij”, “de Agenda” enz. Toen het plan voor de aanleg van de Oosterspoor werd opgevat, nam Witkamp deel in het vaststellen der projecten en werkte daaraan lang en veel. Maar behalve dat bleef hij steeds voortgaan met zijn andere werkzaamheden en was doorgaans de vraagbaak van verschillende maatschappijen en corporaties. De daaraan verbonden werkzaamheden waren legio.

 

De 13de februari 1853 was voor hem mogelijk de onvergetelijkste dag van zijn leven. Want als volbloed Amsterdammer was de glorie van zijn geboortestad ook zijn glorie en het was op die dag dat hij met Dr. Sarphati het eerst de hand sloeg aan de verjongingskuur van het oude Amstrdam. De hoofdstad van Nederland mocht niet achterblijven bij die van andere staten. Ook hier moest getoond worden dat de nieuwe tijd nieuwe eisen had. Sarphati nam het initiatief; door vele achtenswaardige stadgenoten werd hij gesteund en de medewerking van een man als Witkamp werd op hoge prijs gesteld. En zo behoorde hij van die dag af tot het getal mannen, aan wie de verfraaiing, voornamelijk aan de Amstelkant, te danken was, en niet in het minste het Paleis voor de Volksvlijt, dat een waardig sieraad van Amsterdam werd genoemd. De verdiensten van Witkamp werden erkend door Z.M. de Koning, blijkens de begiftiging met de Luxemburgse Orde van de Eikenkroon.

 Het oeuvre van Witkamp bevat onder meer de volgende publicaties:

1838. De Aardbol. Magazijn van hedendaagsche land- en volkenkunde. Tweede deel. Zwitserland en Italië. J.H. Laarman en H. Frijlink.

1839. De Aardbol. Magazijn van hedendaagsche land- en volkenkunde. Eerste deel. Portugal, Spanje en Frankrijk. Voorafgegaan door eene algemeene beschouwing van den aardbol en van Europa. J.H. Laarman.

1841. De Aardbol. Magazijn van hedendaagsche land- en volkenkunde. Vierde deel: Luxemburg, België, Groot-Britanje en Ierland. J.H. Laarman. Amsterdam.

1845. De Aardbol. Magazijn van hedendaagsche land- en volkenkunde. Zesde deel: beschrijving van Oost- en Noord-Europa. Eerste stuk: Europisch-Turkije, Griekenland, de Ionische-republiek, Galicië, de Hongaarsche-landen, Krakau en Oost-en-West-Pruisen-en-Posen. J.H. Laarman. Amsterdam.

1850. De Aardbol. Magazijn van hedendaagsche land- en volkenkunde. Zevende deel: beschrijving van Azië. J.H. Laarman. Amsterdam.

1852. De Aardbol. Magazijn van hedendaagsche land- en volkenkunde. Achtste deel: beschrijving van Afrika. Met platen en kaarten. J.H. Laarman. Amsterdam

1854. De Aardbol. Magazijn van hedendaagsche land- en volkenkunde. Negende deel: beschrijving van Amerika, Australië en van het Zuid-Poolland. Met platen en kaarten. J.H. Laarman. Amsterdam.

1862-1869. Amsterdam in schetsen. Twee delen. Met illustraties van W. Hekking jr. Amsterdam.

1872. De dierentuin van het Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Gebroeders Van Es. Amsterdam.

1879. Prins Hendrik der Nederlanden. Een Levenschets. Scheltema & Holkema. Amsterdam.

1881. Vereeniging en scheiding. Geschiedenis van Noord-Nederland en België van 1813-1880. (samen met P.H. Craandijk). Van Schenk Brill. Doesburg. 1890. Map Provincie Groningen. Wegwijzer voor wielrijders door de Provincie Groningen. J. Voltelen. Arnhem. 1895. P.H. Witkamp’s Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland.

 Bron: 1900. Eigen Haard.