Inwoners van Mechelen noemen we manenblussers, inwoners van Aalst ajuinen, en inwoners van Antwerpen sinjoren. Maar mogen we de term sinjoor wel voor elke Antwerpenaar gebruiken?
Herkomst
De benaming sinjoor wordt al gebruikt sinds de Spaanse Inquisitie en is afkomstig van het Spaansje señor, wat “meneer” betekent in het Nederlands.
Wanneer ben je een sinjoor?
Maar deze benaming mag eigenlijk niet zomaar gegeven worden. Voor mensen uit Antwerpen zelf ben je pas een sinjoor indien zowel je ouders als grootouders geboren werden in Antwerpen. Er zijn zelfs mensen die zeggen dat je pas een echte sinjoor bent als je bent geboren binnen de oude stadsgrenzen tussen de Leien en de Schelde.
Pagadder
En dan is er ook ook nog de benaming pagadder. Deze wordt gegeven aan mensen die wel geboren zijn in Antwerpen, maar niet uit Antwerpse ouders. Ook “pagadder” is afkomstig uit het Spaans, namelijk van “pagadores”. Hiermee werden tijdens de Spaanse Inquisitie de betaalmeesters van de soldij van de Spaanse soldaten aangeduid.
Echte sinjoren zijn ook zeer trots op hun afkomst, iets dat ook weer bijdraagt aan het idee dat Antwerpenaren een dikke nek hebben.
Andere bijnamen
In veel andere steden hebben de inwoners ook bijnamen gekregen, de redenen voor deze namen zijn meestal geschiedkundig. Hieronder vind je een overzicht van een aantal van de meest bekende bijnamen.
- Mechelen: manenblussers
- Aalst: ajuinen
- Brussel: kiekenfretters
- Gent: stroppendragers
- Hamme: wuitens
- Zichem: heren van Zichem
- Merksem: stroboeren
- Kalmthout: heikneuters
- Deinze: koordenmakers
- Brugge: zotten