blog placeholder

Hoe kunt u uw kind ondersteunen in het onderwijs? Niet voor alle kinderen verloopt het leren even gemakkelijk. Leren kan een feest zijn als het soepel verloopt maar als uw kind merkt dat het achterblijft ten opzichte van medeleerlingen kan dat erg demotiverend zijn. Voor een kind is het niet altijd mogelijk om daar zelf uit te komen. Door als ouder altijd als enthousiaste supporter langs de zijlijn te staan en uw kind aan te moedigen kunt u ervoor zorgen dat uw kind genoeg zelfvertrouwen behoudt ook als het een poosje niet gaat zoals het zou moeten. Tips en trucs voor ouders die hun kinderen willen helpen.

Vanaf de geboorte leert een kind van zijn omgeving. Het leren van de omgeving stopt niet op het moment dat een kind naar school gaat. Het leerproces is op school meer gestuurd op bepaalde onderwerpen. Als ouder kunt u dit proces ondersteunen op een leuke manier. In de klas zitten gemiddeld toch gauw vijfentwintig kinderen en het leerproces is gericht op het gemiddelde kind. Presteert uw kind onder- of bovengemiddeld dan kan dat leerproces minder gemakkelijk verlopen. Voor een gemiddeld kind is het ook prettig als het geleerde thuis nog een keer terugkomt.

Wat kunt u doen als ouder? Wat helpt is als u ongeveer weet welke onderwerpen in een bepaald leerjaar aan bod komen. Ieder leerjaar beginnen de meeste scholen met een informatieve avond waarin globaal verteld wordt wat er het komende jaar aan bod komt. Anders helpt even googlen om erachter te komen wat de leerdoelen zijn voor ieder leerjaar. Deze leerdoelen zijn door het ministerie van onderwijs vastgelegd. Nu is natuurlijk niet de bedoeling dat u thuis over gaat doen wat overdag op school gebeurd is. Als u echter weet wat er dat leerjaar behandeld gaat worden kunt u, er uw kind gerichter naar vragen. Als u merkt dat uw kind iets moeilijk vindt, kunt u “het probleem” in spelvorm thuis terug laten komen. Bijvoorbeeld in leerjaar 3 is het de bedoeling dat uw kind tot twintig leert optellen. Als u een spelletje speelt met drie dobbelstenen, telt uw kind steeds drie getallen bij elkaar op een speelse wijze. Zonder dat uw kind het door heeft, telt het steeds getallen op en kan zo ook nog veel plezier hebben.

In leerjaar drie leert een kind lezen. Niet voor ieder kind is dat even gemakkelijk. Via internet worden veel prentenboeken voorgelezen en kunnen kinderen gelijk meelezen. Voor het leren lezen kunt u het beste zoveel mogelijk hetzelfde boek lezen. Doordat de woorden dan steeds terug komen, gaat een kind de woorden en letters herkennen en wordt het zelf lezen steeds makkelijker. Dat geldt natuurlijk ook als u zelf steeds een zelfde boek voorleest. Om te leren is de kracht van de herhaling een belangrijke factor. Door veel te herhalen, voelt een kind zich steeds zekerder over de stof en gaat het steeds makkelijker. In groep vier komen bij het rekenen de tafels aan de orde. Dit kunt u met boodschappen of spullen uit de keuken in de praktijk terug laten komen. Ik neem twee keer twee pakken melk. Hoeveel melk heb ik nou? Met sokken; Ik heb vijf paar sokken. Hoeveel sokken heb ik nu? Met handschoenen; Ik heb vier paar handschoenen. Hoeveel vingers heb ik nu? In groep vijf komt het delen aan de orde. Laat een kind voor een verjaardag snoep uitrekenen over een bepaald aantal personen verdeeld. In groep zes komt de topografie aan de orde. Via internet zijn er de leukste spelletjes te vinden die uw kind tegelijkertijd de topografie leren. Ook voor rekenen zijn er veel leuke spelletjes te vinden zoals op rekenweb.nl. Voor iedere groep en ieder niveau zijn er rekenspelletjes. Een kind vindt het leuk om samen met een ouder iets te doen. Iedere dag een kwartiertje waarbij de nadruk ligt op het plezier die u er samen aan kunt beleven. Goed contact houden met de leerkracht van uw kind is heel belangrijk.  Aan de leerkracht kunt u het beste vragen wat u thuis kunt doen en of het nodig is om op een bepaald gebied thuis extra te oefenen. Ga dan ook na iedere bespreking die een school organiseert. De school leert u dan kennen als een gemotiveerde ouder en weet zich dan ook door u gesteund.

Voor een kind op de middelbare school kunt u een kind ook een beloning in het vooruitzicht stellen. Als je een voldoende haalt voor die repetitie mag je uitkiezen wat we eten. Als je daar een tien voor haalt, bak ik een taart voor je. Als je een voldoende haalt voor dat vak op je rapport mag je een cadeautje uitzoeken. Dat kan iets praktisch zijn zoals een trainingspak voor de voetbal maar dan net een mooiere als dat uw kind anders gehad zou hebben. Dat kan met een bal, een hockeystick, een mobieltje enz. Het kan ook een keer naar de film, musical, concert of voetbalwedstrijd gaan zijn. Of dat uw kind een keer een uurtje later thuis mag komen na een feest. Belangrijk is een beloning te kiezen op een vlak dat uw kind echt geweldig vindt. Geef niet overal een cadeautje voor anders verliest het middel te snel zijn waarde. Geef alleen een beloning voor iets waar een kind echt zijn best voor heeft moeten doen. Kijk bij het stellen van het doel ook of het echt haalbaar is. Voor het ene kind is een tien een mooi cijfer voor het andere kind is een zes al een hele prestatie.

Als een kind echt zijn best gedaan heeft voor een vak maar het is toch niet gelukt een voldoende te halen, prijs het kind dat voor zijn inzet. Een kind moet gemotiveerd blijven om de volgende keer weer die inzet te tonen. Als er alleen negatieve feedback komt, kan het kind afhaken en zich helemaal niet meer in gaan zetten. Het krijgt dan zoiets van het heeft toch allemaal geen zin. Als u uitlegt dat ook als de inzet goed is, kan het een keer tegen zittten, blijft het kind gemotiveerder om zich de volgende keer weer in te zetten. Boos worden als een kind een onvoldoende haalt is over het algemeen niet verstandig. Een goede relatie met uw kind zorgt ervoor dat uw kind  u vertelt als het niet goed gaat of als er een onvoldoende gehaald wordt. U kunt dan op tijd bijsturen. Als uw kind het u niet vertelt, komt u er vaak pas bij een rapport achter. Dan kan bijsturen te laat zijn of moet er meer bijgestuurd worden. Er op tijd bij zijn, is een belangrijk gegeven. Op de basisscholen worden de meeste kinderen ieder jaar getoetst via Cito-toetsen. De Cito-toetsen worden door heel Nederland door alle kinderen in dezelfde groepen op dezelfde tijd gemaakt zodat de toetsen een goede indicatie zijn waar uw kind staat in de stof ten opzichte van andere kinderen in Nederland. Scoort een kind onder C-niveau dan presteert het lager dan het gemiddelde kind in Nederland en kan het van belang zijn omdat stukje stof met uw kind te oefenen. In groep acht is de Cito-toets medebepalend voor het advies wat uw kind krijgt als het naar de middelbare school gaat. De scholen kunnen aan alle Cito-toetsen die de leerlingen in alle groepen gemaakt hebben door de jaren heen of de Cito-toets in groep acht een goede afspiegeling is van hetgeen uw kind weet. Als u naar de andere cijfers kijkt op het rapport van de basisschool zijn die cijfers methode gebonden. Dat wil zeggen dat er eerst een stukje stof geoefend wordt en dat diezelfde stof vervolgens getoetst wordt. Deze cijfers kunnen dus afwijken van de Cito-toetsen die gemaakt worden en een optimistischer beeld schetsen. 

Wat te doen als u thuis geen mogelijkheden meer ziet om te helpen met het huiswerk of het samen werken met uw kind niet zo lukt. U kunt altijd huiswerkbureaus of studenten vragen om uw kind een poosje te helpen. Dat kost best een behoorlijk bedrag maar als u daar tegenover zet dat als de ondersteuning ervoor zorgt dat uw kind weer meer zelfvertrouwen krijgt of dat uw kind daardoor overgaat is het geld goed besteed. Zeker op de middelbare school kan het een prettige uitweg zijn om thuis de spanningen om het huiswerk buiten de deur te houden. Via internet of een advertentie in een plaatselijke krant kunt u gemakkelijk hulp vinden. Bij andere ouders of de school navraag doen, werkt ook goed. Er zijn ook scholen die huiswerkklassen aanbieden. Als u van uw kind van de basisschool al weet dat uw kind het moeilijk vindt zelfstandig huiswerk te maken kan het aanbieden van huiswerkklassen een belangrijk selectiepunt zijn.