Leerkrachten moeten de morele ontwikkeling (wat goed of slecht is) van kinderen kunnen bevorderen. Zij moeten de ontwikkelingsfasen van de kinderen bepalen, morele kwesties die bij de ontwikkelingsfase aansluiten aan de orde stellen, kinderen na laten denken op een niveau wat één stap hoger ligt dan het eigen niveau (zone van de naaste ontwikkeling) en kinderen helpen bij het verwerken van opkomende tegenstrijdigheden in het eigen denken.
Kohlberg (een Amerikaanse psycholoog) ontwierp een fasentheorie. De morele ontwikkeling verloopt volgens Kohlberg in een volgorde, waarbij sprake is van een aangeboren gevoel van rechtvaardigheid. Wat goed of slecht is, wordt sterk bepaald door de cultuur waarin het kind opgroeit.
De fasentheorie kent een nulniveau en drie hogere niveaus van morele ontwikkeling:
0. Premoraliteit niveau
Het kind kan nog geen onderscheid maken tussen goed en slecht.
I Preconventioneel niveau
Iets is goed wanneer een autoriteit (bijv. vader of moeder) dat zegt. Alles waar straf op staat is slecht. Gedrag van de autoriteit wordt geïmiteerd. Een kind dat bijvoorbeeld iets per ongeluk breekt en gestraft wordt is slecht, terwijl een kind dat dat ook overkomt, maar niet gestraft wordt, niet slecht is. In dit stadium spelen gehoorzaamheid en naïef egoïsme (er zelf voordeel van hebben) een rol. Weegschaalmodel: ‘ik doe iets voor een ander, omdat die ander (dan) iets voor mij doet.’
II Conventioneel niveau
Het kind begint te beseffen dat wat de ander doet goed is. Er is sprake van ‘slaafs’ volgen.‘Ik kijk eerst naar anderen voordat ik zelf een besluit neem’. Alles wat de groep doet, is goed. Goed is wat in de groep normaal is. Doen wordt bepaald door de meerderheid.
III Postconventioneel niveau
De eigen verantwoordelijkheid voor het naleven van waarden krijgt een plaats. Dat gebeurt los van wat de autoriteiten ervan vinden. Goed is wat in goed overleg is overeen gekomen. Wat men normaal vindt, hoef ik nog niet normaal te vinden. Iets is goed omdat het niet tegen de eigen principes ingaat. Wat slecht is kan openlijk afgekeurd worden. Zelfs al is niemand het met mij eens.
Kinderen doorlopen deze stadia in verschillend tempo, waarbij sommigen het hoogste niveau nooit bereiken. Daar is een zekere cognitieve ontwikkeling voor nodig.