Het hele jaar door gaan leerlingen naar school. En als ze weer naar huis gaan, hebben ze vaak werk mee dat thuis moet worden gedaan. Huiswerk. Juist. En nogal wat leerlingen hebben daar moeite mee. Want hoe moet dat allemaal en wat heeft het voor zin? Er zijn zoveel andere leuker dingen te doen! Toch: morgen wordt het misschien gecontroleerd en uiteindelijk is het toch ook leuker wanneer de dingen gewoon goed gaan.
De vraag is dus eigenlijk hoe je als leerling op een zo effectief mogelijke wijze huiswerk kunt maken. Met effectief wordt dan bedoeld dat wat je doet zin heeft, dat het resultaat voldoende is en dat je er ook niet meer tijd aan kwijt bent dan nodig (er zijn immers meer leuke dingen te doen!).
Een aantal dingen die je zou kunnen doen:
· Laat je begeleiden. Als puber heb je het grote nadeel dat je hersenen in ieder geval een ding (nog) niet goed kunnen en dat is plannen. En als je toevallig goed met je ouders kunt opschieten, zou je met hen kunnen proberen afspraken te maken dat zij je helpen bij het plannen van je huiswerk.
· Doe het op de goede tijd. Het is bewezen niet iedereen op hetzelfde deel van de dag even goed kan leren. Sommige mensen kunnen heel goed opnemen wanneer ze vroeg opstaan, anderen juist niet. Het is dus belangrijk uit te zoeken wanneer jouw piekmoment is waar het gaat om huiswerk maken. Doe je dat het beste tussen vier en zes uur ’s middags, zorg dat ook dat je dan huiswerk doet. Maar is dat een minder moment om huiswerk te doen, doe het dan juist niet. Het kost misschien even tijd op uit te dokteren waar jouw piekmoment ligt, de moeite loont het waarschijnlijk wel.
· Doe het op de juiste plek. Ga na – net als bij het vorige kopje – wáár je het beste werkt. Het is zonde om in de huiskamer te zitten als je twee keer zo goed werkt in je slaapkamer. Maar het ongekeerde telt ook.
· Doe het in de juiste omstandigheden. Ga na hóé je het beste werkt. Met muziek op de achtergrond (maakt het wat uit welke muziek?), moet het raam open (frisse lucht) of juist niet?. Werk je het beste nadat je je eerst even ontspannen hebt (kopje thee en even leuten met wie er maar thuis is) of ben jij iemand die het beste is wanneer ie er direct “plat voor gaat”? Zoek het uit: wanneer je op de verkeerde tijd, op de verkeerde plek en op een verkeerd moment aan het werk gaat, ben je verkeer bezig.
· Organiseer. Wanneer je met je huiswerk bezig gaat, zorg dan ook dat je een poos ononderbroken aan het werk kunt. Dat je niet bijvoorbeeld na tien minuten naar beneden moet om een atlas te halen, dat je niet bij het tweede vak tot de ontdekking komt dat je schriften vol zijn of dat het woordenboek bij je broertje op de kamer staat. Bekijk met welke vakken je bezig gaat, wat je er voor moet doen en wat je er bij nodig hebt. Zorg dat alles aanwezig is en begin.
· Werk gevarieerd. Zorg dat er in de vakken die je doet een gezonde volgorde zit. Met andere woorden: zorg voor afwisseling. Doe geen twee vreemde talen achter elkaar (slecht voor je hooft en je gooit het in je hersenpan mogelijk ook nog eens door elkaar), wissel leuke vakken af met minder leuke (bewaar het leukste of de twee leukste voor het laatst – dan vliegt het laatste stuk voorbij), wissel maakwerk af met leerwerk (werkt anders in je hersenen: in plaats van opnemen – leerwerk – ga je weer even afspelen – maakwerk).
· Controleer. Als je een aantal weken/maanden met huiswerk bezig bent, kijk dan eens naar je zelf (eventueel met een ouder er bij). Hóé werk je, hoeveel tijd kost je dat en is het resultaat zoals jij het wilt. En loop je dan tegen minpunten aan, hoe kun je die verbeteren.
Tenslotte: loopt het niet met huiswerk, aarzel niet en vraag op school. Heb je bijvoorbeeld moeite met het vak Frans, stap naar die juffrouw toe en vraag hoe het beter kan. Of welk vak ook. Soms kom je met een paar kleine aanwijzingen ineens een heel eind verder.