Aandacht voor hoogbegaafde leerlingen begint met een goede wijze van signalering, (h)erkenning. Elke school moet of zou moeten een goede signaleringsstructuur opbouwen om te vermijden dat er problemen zouden ontstaan met hoogbegaafde leerlingen die niet herkend worden.
Hoogbegaafdheid:
Wat is hoogbegaafdheid?
Maar al te vaak draait een discussie over hoogbegaafdheid uit op het vastprikken van het intelligentiequotiënt. Alsof hiermee alles is gezegd. De werkelijkheid is natuurlijk anders. Hoogbegaafdheid bestaat uit twee luiken: het cognitieve gegeven en het zijnsgegeven.
Kenmerken van hoogbegaafdheid
-1.Ongewoon goed ontwikkeld geheugen:
Feiten en gebeurtenissen kunnen haarfijn worden herinnerd en weergegeven. Ouders moeten vaak enige tijd nadenken om inderdaad deze herinneringen te kunnen bevestigen. Op school zorgt het sterk ontwikkeld geheugen ervoor dat de leerstof makkelijk wordt onthouden en dat weinig andere inspanningen nodig zijn om toch behoorlijke resultaten te behalen. Dit heeft een gevaarlijke keerzijde want dit betekent dat er voornamelijk in de lagere school te weinig uitdaging voor deze leerlingen wordt aangeboden om bijkomende studievaardigheden te ontwikkelen. Vaardigheden die onontbeerlijk zijn eens de te leren materie te veel of te ingewikkeld wordt om louter en alleen vanuit het geheugen gereproduceerd te kunnen worden.
– 2. Bewust van leven en dood
Reeds vanaf de leeftijd van 4 jaar zijn deze kinderen zich bewust van leven en dood. Dit betekent dat zij bij een overlijden perfect weten wat dit betekent en dat geruststellende en goedbedoelde verhaaltjes van de volwassenen onmiddellijk worden doorprikt. Mensen hebben het uiteraard moeilijk om met een gegeven als de dood emotioneel om te gaan maar bij deze kinderen wordt dit versterkt juist omdat ze nog zo jong zijn. Bijgevolg wordt er een aanzienlijke discrepantie vastgesteld tussen wat verstandelijk wordt begrepen en emotioneel kan worden verwerkt. Dit geeft ook aan waarom deze kinderen vaak zo geboeid kunnen zijn door filosofie. Het biedt hen een uitlaatklep voor (soms hoogoplopende) emoties en existentiële vragen.
– 3. Leer-en nieuwsgierig
Het is bekend dat hoogbegaafde kinderen vaak heel veel waarom-vragen stellen. Dit omdat ze een zeer sterke drang hebben om te weten. Dit betekent dat ze zich vaak veel vroeger dan leeftijdsgenoten heel uiteenlopende onderwerpen en inzichten eigen maken. Dit in combinatie met het sterk ontwikkeld geheugen waarover ze beschikken, maakt dat zij schoolse leerstof reeds lang beheersen alvorens deze in de klas aan de orde is. Wanneer in de klas wordt gevraagd wie Mozart was of wat het broeikasteffect is dan staan hoogbegaafde leerlingen vaak versteld dat de anderen dat nog niet weten. Dit geeft hen weerom een gevoel van anders-zijn.
– 4. Concentratievermogen
Hoogbegaafden hebben de capaciteit om zich op verschillende zaken gelijktijdig te concentreren. Thuis geeft dit de mogelijkheid om diverse taken tegelijkertijd uit te voeren. Op school is dit niet mogelijk daar alles sequentieel wordt aangereikt. Bijgevolg hebben deze leerlingen niet hun volledige concentratie voor de schoolse materie nodig waardoor ze aandacht krijgen voor andere zaken dan alleen de leerstof (een vlieg die langs komt, iemand die voorbij loopt, …) of waardoor ze beginnen dagdromen. Stelt de leerkracht aan dit kind een vraag om de aandacht er opnieuw bij te halen dan wordt vaak toch het correcte antwoord gegeven. Dit heeft voor de leerkracht niet zelden eerder een frustrerend dan wel een positief effect.
– 5. Vroegtijdige taalontwikkeling
Op het moment dat deze kinderen de kleuterschool binnenstappen kan het verschil in taalontwikkeling met andere kinderen reeds worden vastgesteld. Deze kinderen hebben immers een uitgebreidere woordenschat en bijgevolg benoemen ze de dingen veel gedetailleerder. Ze hebben bijvoorbeeld geen ‘soep’ gegeten maar ‘courgettenroomsoep’. Ze maken sneller ingewikkelde zinsconstructies en maken minder fouten tegen de werkwoordvervoegingen.
Niet zelden gaat deze snelle taalontwikkeling samen met een uitgesproken interesse voor letters waardoor een aantal van deze kinderen zichzelf leren lezen nog voor ze de kleuterschool verlaten.
– 6. Uitgesproken wiskundig inzicht
Door deze aanleg kunnen ze dikwijls goed omspringen met wiskundige en logische begrippen, structuren en inzichten waardoor ze in deze materie op school ook veel sneller vorderen dan andere kinderen. Wiskundige initiatie (eerste, laatste, middelste, voorste, tweede, op, onder, tussen,…) is reeds verworven van bij de instap in de kleuterschool. Getalbeelden herkennen gaat bijgevolg ook heel snel en wiskundige technieken worden quasi onmiddellijk toegepast op zaken met een hogere moeilijkheidsgraad.
– 7. Gevoel voor humor
Hoogbegaafden hebben een sterk gevoel voor humor waardoor zij graag mopjes vertellen, grappig uit de hoek kunnen komen en boodschappen met een onderliggende betekenis onmiddellijk begrijpen.
– 8. Diverse interesses