blog placeholder

Tijdens een uitzending van Brandpunt op 3 november 2015 vertelt bijzonder hoogleraar kinderopvang Ruben Fukkink dat Voor- en vroegschoolse Educatie in Nederland tot nu toe niets opgeleverd heeft. Deze stevige conclusie trekt hij nadat verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat er geen effect is ten aanzien van  leer- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen. Wat betekent dit voor de toekomst? Zijn alle dure investeringen van VVE-methodes en cursussen voor pedagogisch medewerkers en leerkrachten voor niks geweest? puk en co

Achterstanden

De verwachtingen waren hoog. Door VVE zouden alle kinderen ‘’een gelijke start’’ hebben wanneer zij naar de basisschool gaan. Uit vroegere onderzoeken is namelijk gebleken dat de achterstand die kinderen op jonge leeftijd hebben ten opzichte van leeftijdsgenootjes niet of nauwelijks wordt weggewerkt tijdens de verdere school”carriere”. Helaas blijkt uit in totaal 21 onderzoeken dat er in Nederland nul effect is ten aanzien van achterstanden op gebied van taal en/of rekenen en op de sociaal emotionele ontwikkeling.

Effect in het buitenland

Internationaal onderzoek toont echter aan dat  investeren in VVE wel veel oplevert, met name als dit gebeurt in combinatie met het verhogen van ouderbetrokkenheid. Dat in Nederland geen effect gemeten is kan voor een deel liggen aan de onderzoeksmethode, waarbij geen gebruik gemaakt is van een controlegroep. Er zijn eenvoudigweg te weinig doelgroepkinderen die niet deelnemen aan een VVEprogramma. Dit maakt de betrouwbaarheid van de uitkomsten van het onderzoek kleiner.

Toch zet de uitspraak van Ruben Fukkink veel mensen aan het denken. Omdat VVE de overheid veel geld kost, zijn er veel mensen die terecht de vraag stellen of we wel moeten doorgaan met VVE.

Niet stoppen met VVE

Hilde Kalthoff, pedagoog en organisatieadviseur, pleit ervoor om de stekker er niet uit te trekken, maar juist lering te trekken uit  kennis en ervaringen om de kwaliteit van VVE verder te verhogen. Zij stelt dat Voor- en vroegschoolse educatie van goede kwaliteit ten goede komt aan alle kinderen én doelgroepkinderen. Enthousiaste pedagogisch medewerkers en leerkrachten hoeven niet bij de pakken neer te gaan zitten. Niks doen levert immers sowieso niks op. En goede pedagogische en didactische vaardigheden blijken keer op keer van onschatbare waarde.

De vraag is wel wat er moet veranderen in het VVE-beleid. Is dit een uitbreiding van de combinatie van gezinsgerichte en (kinder)centrumgerichte programma’s? Moeten we de kinderopvang anders organiseren zodat er geen segregatie van doelgroepkinderen en niet doelgroepkinderen plaatsvindt? Moeten de pedagogisch medewerkers en leerkrachten getraind worden om de ontwikkeling nog beter te kunnen stimuleren? Wat willen we meten en hoe gaan we meten bij onderzoek naar de effecten? VVE… Ook wij zijn nog niet uitgeleerd…