Het is belangrijk te beseffen dat dyslexie geen enkele invloed heeft op andere intellectuele capaciteiten! Maar wat als je er niet in slaagt om de letters van het alfabet tot woorden te ordenen…
Dyslexie – niet panikeren!
Wanneer een kind er niet in slaagt om de letters van het alfabet tot woorden te ordenen, moet er misschien gedacht worden aan dyslexie. Het raadsel rond deze neurologische stoornis, die zowel lees- als schrijfproblemen veroorzaakt, is intussen voldoende ontcijferd om een doeltreffende behandeling mogelijk te maken. Het fenomeen van dyslexie is al heel lang gekend, maar over de oorzaken ervan tastte men in het duister. Vandaag de dag is er heel wat vooruitgang geboek en zijn er betere inzichten ontstaan i.v.m. dyslexie. Zo weet men dat deze stoornis geen voorbijgaande hapering is in de ontwikkeling van het kind, maar een blijvend probleem bij het leren lezen en schrijven dat beslist niet vanzelf overgaat. Dyslexie komt vaker voor dan gedacht: zowat 5 à 10% van de schoolgaande jeugd zou ermee te kampen hebben.
Wat kunnen we doen?
Wat kunt u doen als u vermoedt dat een kind, uw kind dyslectisch is? “Wanneer een normaal begaafd kind met een regelmatig schoolverloop, dat op een adequate manier heeft leren praten, lezen en schrijven, blijvende taalproblemen heeft, moet men zich afvragen of er geen hersenstoornis in het spel is,”. Want er kunnen ook andere factoren spelen die de leesachterstand kunnen verklaren. Zo kan het zijn dat een kind op te jonge leeftijd heeft leren lezen, of met een onaangepaste leermethode.
Wanneer stel je U als ouder vragen bij de taalvaardigheid van uw kind?
Vanaf 4 à 5 jaar heeft een kind een zekere rijpheid verworven die hem in staat stelt om met de taal te “spelen”, zoals woorden te vinden die op elkaar gelijken, letters te herkennen, de klanken te tellen waaruit een woord is samengesteld. In dit stadium is de familiale invloed van zeer groot belang. Een kind dat veel met taal en taalspelletjes in contact komt -bv. via versjes en rijmpjes- zal meestal ook snel de leestechniek onder de knie hebben.
In de derde kleuterklas moet goed worden nagegaan of een kind alle klanken duidelijk kan onderscheiden, of het geen gelijkaardige woorden met elkaar verwisselt en of het een voldoende grote woordschat bezit. Er bestaan een hele reeks taaltests om, voor de overgang naar het eerste leerjaar, de taalrijpheid van een kind te evalueren. Deze vaardigheden worden overigens volop in de kleuterklas geoefend, maar dan in spelvorm.
Het is erg belangrijk dat een kind het nut van lezen inziet.
Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen die onmiddellijk doorhebben hoe “handig” lezen is (bv. zelf ondertitels kunnen lezen, een etiket ontcijferen, een boek kiezen op basis van de titel) sneller vorderingen maakten dan kinderen voor wie lezen een “taak” was, een passieve, sociale opgave (lezen omdat de juf of de ouders het vragen, omdat iedereen het doet…). In het begin van de lagere school, en zelfs ook daarna nog, kan het probleem van dyslexie goed worden opgevangen, al is veel geduld en inzet vereist. Bij jonge kinderen kan een behandeling bij een logopedist al na 3 tot 4 maanden goede resultaten geven.
Heel veel en bijna dagelijks lezen is nodig om de verworven inzichten in praktijk om te zetten. Toch heeft een behandeling maar kans op slagen als er een goede samenwerking bestaat tussen school (leerkracht), ouders en eventueel de logopedist.
Besluit.
Het is belangrijk te beseffen dat dyslexie geen enkele invloed heeft op andere intellectuele capaciteiten, zoals begrijpen of redeneren.
Dyslectische mensen kunnen net zo goed succesvolle ingenieurs of architecten worden.
Genieën zoals Leonardo da Vinci, Einstein en Rodin hebben dit ten overvloede bewezen…