blog placeholder

Bij de humanistische benadering gaat het om gedrag dat begrepen moet worden. Het gedrag van een persoon, die een bepaald gedrag vertoont, wordt niet afgedwongen door eerdere ervaringen of omstandigheden, maar door subjectieve ervaring van het individu. Het is dus niet deterministisch (het gedrag heeft dus geen specifieke oorzaken ten grondslag). Volgens de humanisten zijn subjectieve interpretatie van belang, net als dat de subjectieve ervaring een belangrijk aspect is van het gedrag. Tevens wordt er in deze benadering veel waarde gehect aan betekenis, het doel of de waarde die er persoonlijk aan een handeling en/of ervaring wordt toegekend. Hieronder worden belangrijke theorieën uit deze benadering toegelicht.

Theorie van Carl Rogers (1902 – 1987).

Volgens Rogers moet er sprake zijn van een cliëntgerichte therapie, dat wil zeggen dat niet de therapeut het proces leidt/stuurt, maar de cliënt zelf. Verder meent Rogers dat er bij mensen sprake is van een actualiseringtendens, de wens om te groeien en capaciteiten te vergroten.

Het waarnemingsveld van een persoon is de manier waarop iemand de wereld waarneemt, waarbij deze manier van waarnemen beïnvloed wordt door eerdere ervaringen, behoeften en verwachtingen. Deze waarnemingen kunnen echter wel fout zijn. Conflicten tussen mensen kunnen ontstaan, doordat ieder mens een andere interpretatie geeft voor een waarneming en zich tevens niet in een andermans standpunt kunnen inleven.

In het waarnemingsveld is het zelfgevoel het belangrijkste. Het zelf blijft zich constant ontwikkelen en weerspiegelt het beeld van wie we zijn op een bepaald moment en wordt beïnvloed door alle factoren die onze waarneming vormgeven (ervaringen uit het verleden).

Naast het zelf bestaat er ook een ideale zelf. Dit zijn ideeën van wie we graag zouden willen zijn. De relatie tussen zelf en ideale zelf heeft een grote invloed op hoe mensen zichzelf zien en voelen. Er kan sprake zijn van overeenkomst tussen het zelf en de ideale zelf (congruentie). Hierbij is het waarnemingsveld en wat je naar andere uit consistent. Er kan echter ook sprake zijn van tegenstelling tussen het zelfgevoel en de omgeving (incongruentie). Hierbij is er een conflict tussen het zelf en ideale zelf.

Volgens Rogers hadden mensen behoefte aan positieve waardering (acceptatie), wat inhoudt dat er behoefte is aan liefde en genegenheid. Beperkingen die door omgeving, of een persoon zelf wordt opgelegd om positieve waardering te krijgen worden de acceptatiecondities genoemd. Als men acceptatiecondities overneemt in het ideale zelf, is er sprake van introjecteren van waarden. Dit kan leiden tot negatieve incongruentie-ervaringen. Bij een willen/moeten-conflict is er sprake van een conflict tussen de persoonlijke behoeften en de doelstellingen van wat een persoon denkt dat er van hem wordt verwacht.

Onvoorwaardelijke acceptatie is acceptatie zonder dat er eisen worden gesteld aan een persoon, terwijl voorwaardelijke acceptatie is als men aan bepaalde verwachtingen voldaan heeft. Een persoon zou daarom onvoorwaardelijk en gedrag voorwaardelijk moeten worden geaccepteerd. Er zijn drie voorwaarden voor zelfontplooiing: onvoorwaardelijke acceptatie, openheid (om jezelf te kunnen uiten) en empathie (vermogen waarnemingen en gevoelens van anderen te begrijpen, kan echter nooit volledig). Om normaal te kunnen ontwikkelen zou er voldaan moeten worden aan deze voorwaarden van zelfontplooiing. Als dat gebeurt, dan is er sprake van een ontwikkeling tot een optimaal functionerend persoon.

 

Theorie van Abraham Maslow (1908 – 1970).

Maslow gaat er van uit dat mensen behoeften hebben en dat deze geordend kunnen worden in de behoeftehiërarchie. De behoeften worden geordend in de vorm van een piramide. Onder aan de piramide staan de lichamelijke behoeften, zoals voedsel en lucht maar ook seks en sport. Hierboven komen de behoeften aan onderdak, veiligheid en zekerheid. De derde tree bestaat uit de behoefte aan sociaal contact, vriendschappen. De vierde tree staat voor de behoefte aan waardering en erkenning, hier wordt dus status aan sociaal contact gekend. Op het puntje staat zelf-actualisatie, de behoefte om zichzelf te ontplooiien en dingen te leren.

De onderste vier treden zijn fundamentele en deficiëntiebehoeften dit wil zeggen dat de behoeften bevredigd worden om dat het ons dan aan iets ontbreekt. De eerste trede is het meest fundamenteel, als deze niet bevredigd is kan men niet door naar de tree daarboven. Hoe meer fundamenteel een behoefte is, hoe moeilijker het is deze niet te vervullen. De bovenste behoefte is niet fundamenteel, een mens kan zich zelf pas ontplooien als de fundamentele behoeften minimaal bevredigd is. De detaillieuze invulling van de piramide kan per persoon verschillen.

De behoeften hebben invloed op alle aspecten in het leven. Frustraties worden ook opgeroepen door behoeftes, dat wil zeggen, als het niet lukt om de behoeften te bevredigen raakt met gefrustreerd. De manier waarop men met de frustraties omgaat wordt voor een groot deel bepaald vanuit de omgeving, dus of men agressief wordt, etc. Voor het begrijpen van gedrag is het belangrijk om de relatie tussen de omgeving en de behoeften te bekijken.

Volgens Maslow heeft men, ongeacht de omgeving, de verantwoordelijkheid om naar zelf-actualisatie te streven. In de huidige maatschappij is men gericht op het materiële, maar liefde en erkenning zijn niet te koop, hierdoor mensen ongelukkig worden. Piekervaringen zijn momenten waarop men ziet wat zelfactualisatie inhoud, deze zijn maar van korte duur en zeer intens. Platea ervaringen zijn langdurige, maar minder intense piekvervaringen. Beiden geven het gevoel dat je tenvolle leeft. Het probleem met zelfactualisatie is dat het moeilijk te bepalen is wanneer een persoon zichzelf actualiseerd, wat is zelfontplooiing, en wanneer trek iemand gewoon zijn eigen plan?

 

Theorie van Victor Frankl (1905 – 1997)

Frankl meent dat het zoeken naar de betekenis van het leven de primaire motivatie is van de mens en iemand is geestelijk gezond als er een bepaalde spanning is tussen wat je bent en wat je zou moeten worden. Zelfactualisatie is een neveneffect van het zoeken naar de betekenis van het leven. Cultuur is een factor is die de ontwikkeling stoort en dat het leven slechts betekenis heeft in de zin van de wijze waarop we met andere mensen om gaan.

Een groot verschil ten opzichte van de andere humanisten is dat Frankl meent dat mensen geen waarden hebben. Hij ziet wel drie manieren om de zin van het leven te ontdekken: namelijk door doelen te verwezenlijken, door transcendente ervaringen en door de houding die iemand aanneemt tegenover onvermijdelijk lijden. Volgens Frankl moet je in de laatste situatie, wanneer je de situatie niet kan veranderen, jezelf veranderen.

De recovery-beweging is een term die wordt gebruik voor een aantal benaderingen die veel overeenkomsten hebben qua jargon en uitgangspunten. In de meeste gevallen hebben zij het 12-stappen-programma van de AA als oorsprong. Een zeer gering gevoel van eigenwaarde veroorzaakt vaak dat mensen een co-afhankelijke relatie aangaan waarbij zij de macht van hun gevoel van eigenwaarde aan de partner overdragen. Het innerlijke kind vertegewoordigt de mogelijkheid tot groei en creativiteit en een fenomenologische realiteit, het herbeleven van gevoelens en verlangens uit de jeugd.

Toxische schaamte is schaamte die op de hele persoon betrokken wordt in plaats van een deel van het gedrag, deze gevoelens zorgen voor verlies van eigenwaarde. Schuldgevoel is het gevoel van negatieve waarde in reactie op gedrag waarvan we weten dat het anderen schade berokkent