Vraag jij je wel eens af of je geschikt bent voor het voortgezet onderwijs? Beoordeel jezelf op onderstaande criteria in dit verhaal.
Enthousiasme
Allereerst is het natuurlijk belangrijk dat je affiniteit hebt met het onderwijs. Zonder enthousiasme kom je niet ver. Wat lijkt je het allermooiste aan het werken met kinderen of jongeren?
Een enthousiaste docent, die zijn klas graag iets wil vertellen of leren, bereikt veel meer dan een docent die onverschillig en ongemotiveerd is. In iedere baan is enthousiasme natuurlijk belangrijk, maar in het onderwijs heeft het direct effect op je doelgroep. Ben jij enthousiast? Dan worden zij het vast ook!
Interesse
In het onderwijs werk je iedere dag met mensen. Je hebt contact met collega’s, je leerlingen, en je leidinggevende(n). Om je werk goed uit te voeren, moet jij je kunnen inleven in al deze verschillende personen. Wat verwachten ze van jou? Wat houdt hen bezig? Wat kan je ze bieden? Kortom, zorg ervoor dat je geïnteresseerd bent in je omgeving. Wees oprecht nieuwsgierig naar wat er leeft. Leerlingen vinden het fijn om een betrokken docent te hebben die af en toe vraagt hoe het met ze is. Niet alleen de studieloopbaanbegeleider is daar verantwoordelijk voor. Vergeet niet dat interesse in collega’s en leidinggevende(n) net zo belangrijk is. Een goede werkssfeer heeft ook weer invloed op het lesgeven.
Zelfverzekerdheid & kennis
Een onzeker en verlegen docent kan het in het onderwijs wel schudden. Leerlingen ruiken en zien het. Laat duidelijk zien dat jij degene bent die de touwtjes in handen heeft. Jij bepaald wat er die les gebeurd en wat de omgangsregels zijn. Een goede voorbereiding is daarbij essentieel. Jij moet als docent kennis hebben van het onderwerp. Heb je het onderwerp helemaal in je hoofd zitten en weet je er veel vanaf? Dan geeft dat een stuk zekerheid en dat straal je uit. Veel mensen denken dat een autoritaire docent een goede docent is. Dat hoeft niet zo te zijn. Het gaat om een duidelijke, zelfverzekerde houding in combinatie met een goede voorbereiding als het gaat om kennis. Leerlingen zullen dit respecteren.
Communicatie
Natuurlijk kan een goede communicatie in dit rijtje niet ontbreken. In de praktijk zijn er echter vaak problemen aan te wijzen op dit gebied. Denk aan onduidelijke readers, onduidelijke afspraken, teveel informatie in één les en te weinig herhaling. Communicatie, zowel verbaal als schriftelijk, is heel belangrijk. Begin je les met een inleiding en vertel duidelijk wat het programma is en wat de leerlingen kunnen verwachten. Schrijf het desnoods op het bord. Dit is ook handig voor jezelf. Communiceer duidelijk wat je verwachtingen zijn naar de leerlingen toe. Schrijf afspraken altijd op en laat ze het in hun agenda zetten. Communicatie betekent ook plannen.
Je moet een duidelijk programma hebben die je binnen een bepaald tijdsbestek wilt behandelen. Deze planning is ook heel belangrijk voor leerlingen. Zij willen graag weten waar ze aan toe zijn. Probeer je zoveel mogelijk aan deze planning te houden.
Eerlijkheid
Tot slot is eerlijkheid heel belangrijk. Heb je een hele bult nakijkwerk liggen en kom je er niet doorheen? En heb je wel gezegd dat het morgen klaar is? Dan heb je iets verkeerds gedaan. Wees altijd eerlijk naar je leerling toe. Dit geldt natuurlijk ook voor het contact met collega’s en leidinggevende. Besef wel dat een leerling hier nog een stuk gevoeliger voor is. Hij of zij wil graag serieus behandeld worden en dat kan alleen als jij eerlijk en oprecht bent. Maak afspraken die je na kunt komen. Wees consequent in alles wat je doet en kom (zelden) op je beslissingen terug.
Samenvattend is een goede docent iemand die enthousiast, eerlijk, zelfverzekerd, duidelijk, geïnteresseerd en leergierig is. Je moet ervan houden om met mensen te werken, van je vak te houden en dit op een enthousiaste en duidelijke manier over te brengen. En, weet jij het al? Ben jij geschikt voor het voortgezet onderwijs?