Met het Activerende Directe Instructiemodel wordt er stapsgewijs structuur aangebracht in een spellingsles, waardoor de kinderen actief bezig zijn met de geleerde spellingswoorden.
Voorbereiding leerkracht
- Wat wil je met de kinderen gaan oefenen?
- Beginsituatie van de kinderen: wat kunnen/kennen de kinderen al?
- Gebruik tijdens je les materiaal dat de kinderen aanspreekt.
- Zorg voor verschillende oefeningen op verschillende niveaus, zodat alle kinderen aan de slag kunnen.
Terugblik met de kinderen
- Voorkennis ophalen: wat weten de kinderen al over de spellingswoorden die zij vandaag gaan leren?
Oriëntatie
- Begin met een betekenisvolle situatie voor de kinderen, zodat de kinderen geprikkeld zijn en zin krijgen om te leren.
- Besteed aandacht aan de betekenis van de spellingswoorden.
Uitleg geven aan de kinderen
- Weten de kinderen welke strategie je bij dit woord of deze woorden kunt toepassen?
- Formuleer de spellingstrategie en pas deze klassikaal toe met een voorbeeld.
Oefenen
- Laat de kinderen woorden zoeken die bij dezelfde spellingstrategie hoort.
- Laat de kinderen in hun werkschrift de spellingstrategie toepassen.
Zelfstandig aan de slag
- Laat de kinderen elkaar helpen (van en met elkaar leren).
- Geef eventueel aanvullende (klassikale) instructie.
Evaluatie
- Vraag aan de kinderen of zij de spellingstrategie begrijpen.
- Ga na wat de oorzaak is van fouten die in de klas veel voorkomen.
- Gebruik eventueel extra oefenbladen bij veelvoorkomende fouten
Vooruitblik
- Vertel de kinderen waar de spellingles de volgende les over zal gaan.
Tip! Zorg bij elke stap voor feedback. Geef als leerkracht hulp waar het nodig is en verbeter fouten direct. Laat fout gespelde/geschreven woorden door de kinderen doorstrepen en goed opschrijven, op deze manier leren de kinderen direct van de gemaakte fout
