blog placeholder

Onze zon; de ster die de warmte biedt voor het leven, ons bruin maakt als we liggen te zonnen. De zon biedt ons veel mogelijkheden, maar dat is niet voor altijd. Onze zon is ongeveer op de helft van haar leven als middenklasser. Ze leeft al bijna 4,5 miljard jaar en heeft er nog zo’n vier miljard jaar te gaan.

Het is vier miljard jaar later- de zon is door extreme kernfusie geëxpandeerd tot ongeveer 2000 keer zijn normale omvang en heeft Mercurius al in zijn expansie opgeslokt. De zon is al 1000 keer heter geworden. Op aarde kunnen de temperaturen oplopen tot bijna 1000 graden Celsius en ’s nachts dalen tot -150, de aarde zal door de immense hitte zijn atmosfeer verliezen, oceanen zullen gaan koken en verdampen in de ruimte, al het leven zal verdwijnen. Na zo’n honderd miljoen jaar heeft de zon al haar waterstof in helium heeft omgezet. De zon zal krimpen tot niet meer dan één duizendste van hoe hij eerst was- de temperatuur zal dalen tot niet minder dan -150 graden Celsius. De aarde is een bevroren steenklomp in het zwakke licht van de stervende zon.

Dat is niet zo’n goed vooruitzicht- maar dit is het lot wat de meeste van de sterren aan de hemel zullen overkomen. De zon zal krimpen tot een kleine dwergster, net zoals Proxima Centauri, de dichtstbijzijnde ster na de zon, is dit al overkomen. Maar andere sterren, die tot wel 5000 keer groter zijn als onze zon zoals de ster Betelgeuse, zijn al uitgezet door kernfusie, maar zullen niet na verloop van tijd hun helderheid en grote verliezen. Als alles is opgebrand zal de ster zichzelf gaan verbranden en na verloop van tijd stort de ster in door zijn eigen zwaartekracht (!) om daarna met een immense kracht te exploderen. Dit effect noemen wij een supernova.

Andere sterren zoals onze zon die niet zullen exploderen maar door hun eigen zwaartekracht in elkaar storten. Deze sterren imploderen. Ze zullen in elkaar klappen tot een hele dichte ster, zogenaamde dwergsterren.

De gassen die uit de supernova’s voortkomen zullen na miljoenen jaren weer samenklonteren en met een beetje geluk wordt de bol gas heel groot, en met nog meer geluk ontstaat er in de kern van de ster, waar de druk van samengeperste gassen heel groot is, een kernfusie. Het gas waterstof wordt verbrandt tot helium. Dat levert enorm veel warmte op- warm genoeg om ons op een afstand van honderd vijftig miljoen kilometer te kunnen laten verbranden.  Maar gelukkig, is dit voor ons nog verre toekomstmuziek.