In het lichaam kunnen veel verschillende soorten reflexen plaatsvinden. Deze reflexen zorgen ervoor dat als je bijvoorbeeld je vinger brandt, je deze automatisch terug trekt zonder dat je erbij na hoeft te denken.
Voorbeeld
De dokter wil het kniereflex testen. Dit doet hij door met een hamertje op de knie te slaan. Het gevolg daarvan is dat het onderbeen automatisch naar voren schiet.
Hij slaat precies op de pees die over het kniegewricht loopt. De pees is een verbinding van de spier op je bovenbeen naar het bot van je scheenbeen. Een pees is weinig tot niet elastisch, als de dokter er op slaat, rekt de pees niet uit maar de spier.
Spieren
In je spieren zitten spierspoeltjes, die meten hoe ver je spier uitgerekt is of hoelang de spier is. Deze informatie geven ze via zenuwen door aan je ruggenmerg, en dan verder verwerkt wordt.
Een reflex volgt als de spier opgerekt word zonder dat jij dat wilt. Een signaal wordt dan weer vanuit je ruggenmerg naar de spier gestuurd, met de boodschap dat deze moet samentrekken. Zo trekt je bovenbeenspier samen en schiet je scheenbeen omhoog.
Bij een reflex gaat het signaal niet helemaal door naar de hersenen. Dit zou te veel tijd kosten waardoor de reactie te laat aan zou komen.
In het kort
Een reflex is dus een signaal dat via de sensorische zenuwen naar het ruggenmerg gaat. Daar wordt het omgezet naar een signaal voor de motorische zenuwen. Dat signaal gaat via de motorische zenuwen naar de spieren toe, je spieren trekken samen, dus trek je bijvoorbeeld je hand terug. Daarna wordt het pas verwerkt in de hersenen.
