De wetenschappelijke naam voor de Narcis is Narcissus. De naam Narcissus is afkomstig uit de Griekse mythologie. Narcissus was namelijk de zoon van de Griekse riviergod Kephissos die verliefd werd op zijn in de rivier weerkaatste spiegelbeeld en daarom op alle schilderingen met voorovergebogen hoofd wordt afgebeeld. Omdat alle Narcissen ook een voorovergebogen bloemknop hebben zijn ze vernoemd naar deze bekende Griekse mythologische figuur.
Oorsprong narcis:
De Narcis komt van oorsprong voornamelijk voor in Spanje en Portugal. De Narcis is in de 16de eeuw geïntroduceerd in Nederland en Engeland waar de Narcis in de loop der jaren een op steeds grotere schaal geteeld werden. De hoofdsoorten Narcissen die momenteel in Nederland geteeld worden zijn; narcissus Bulbocodium, narcissus Canaliculatus, narcissus Cyclamineus, narcissus Dubbele, narcissus Jonquilla, narcissus Kleinkronig, narcissus Lobularis, narcissus Odorus, narcissus Poeticus, narcissus Spleetkronig, narcissus Tazetta, narcissus Triandrus en narcissus Trompet.
Winterhardheid:
De meeste Narcissen zijn uitstekend bestand tegen de vorst. Alleen een aantal cultivars van de Tazetta groep zijn niet winterhard. De bekendste cultivar van deze groep is de wereldberoemde Paperwhite. Deze sterk geurende narcis is niet winterhard maar perfect om in een korte periode binnen in bloei te kweken en wordt daarom vooral als opgepotte kamernarcis gebruikt.
Professionele teelt van narcissen:
In Nederland wordt momenteel zo’n 400 verschillende Narcissen cultivars geteeld op ongeveer 1600 hectare. In verband met de machinale oogst van de narcissen zijn de lichte zandgronden hiervoor het meest geschikt. De planttijd van de narcis is van september tot oktober. Bij de professionele teelt worden de Narcissen voor het planten behandeld met een warmwaterbehandeling van 42,5 graden Celcius. Dit wordt cultuurkoken genoemd en met deze warmwaterbehandeling doodt men op milieuvriendelijke wijze de op de bol aanwezige schimmelsporen en ongedierte.
Narcissen planten in de tuin:
Narcissen kun je vanaf eind september planten in je tuin. De Narcis groeit op iedere soort grond als deze maar voldoende ontwaterd wordt. De ideale plantdiepte is ongeveer 15 centimeter. De narcis leent zich erg goed voor verwildering en kan dus het best in luchtige groepjes of in ‘toeven’ geplant worden. De narcis wordt ook vaak in het gras geplant, ze bloeien dan vele jaren achtereen vroeg in het voorjaar en als ze afgestorven zijn kunnen ze, samen met het gras, afgemaaid worden. narcissen gedragen zich als vaste planten in de tuin. Bovendien bloeien ze vroeg in het seizoen wat ze een belangrijke rol in de voorjaarstuin geeft. Narcissen gedijen ook goed in de schaduw waardoor ze ook heel geschikt onder struiken, bomen en in combinatie met heesters kunnen worden geplant.
Narcissen planten in potten:
Narcissen kunnen ook heel goed gebruikt worden in potten. De meest geschikte variëteiten voor in potten zijn kortblijvend variëteiten die niet teveel blad produceren. Geschikte potten zijn potten met gaten in de bodem die goed ontwateren en op zijn minst 25 cm diep zijn. Het planten in potten gaat als volgt: leg een laag scherven op de bodem, vul vervolgens de pot met potgrond tot 10 cm onder de rand. Druk vervolgens de bollen voorzichtig zo in de potgrond dat ze elkaar net niet raken. Dek vervolgens de bollen af met potgrond. Zet de potten vervolgens buitenen voorkom dat ze droog worden. Het is wel raadzaam om bij harde vorst de potten binnen te zetten in een vorstvrije omgeving of om de potten in plastic te pakken.