In de 20e eeuw zijn veel karakteristieke planten- en dierensoorten uit zeeland verdwenen. Met veel andere soorten dreigt de komende eeuw hetzelfde te gebeuren. Dijkplanten als bijvoorbeeld Ruige anjer en Donderkruid nemen steeds verder in aantal af en Boomkikker en Zandhagedis staan op het punt te verdwijnen uit de provincie.
Om deze bijzondere soorten kunnen behouden heeft de provincie Zeeland, een actieprogramma met soortgerichte maatregelen ontwikkeld. Dit is een aanvulling op de gebiedsgerichte maatregelen van het Zeeuwse natuurbeleid.
In 1989 lanceerde het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij het Natuurbeleidsplan, een reddingsplan voor de natuur in Nederland. Sindsdien wordt er gewerkt aan de totstandkoming van de Ecologische Hoofdstructuur. Dit is een landelijk netwerk van natuurgebieden, waarin de flora en fauna moet kunnen overleven. In Zeeland zorgt de provincie voor deze ontwikkelingen. Na een lange periode heeft de Zeeuwse EHS al veel vorderingen gemaakt en het is de bedoeling dat de Zeeuwse EHS in 2018 klaar zal zijn. Omdat de Zeeuwse EHS een veilige plek voor de flora en fauna moet worden, is het belangrijk dat de natuurgebieden zodanig ingericht en beheerd worden, dat er een zo groot mogelijke biodiversiteit is.
Specifieke maatregelen
Cultuurlandschap
Een groot aantal aandachtssoorten in zeeland is afhankelijk van het cultuurlandschap. Hier gaat het om planten en dieren die de specifieke landschapselementen weten te benutten, zoals akkerranden, vermen, slootkanten, drinkputten en heggen. Deze soorten zijn niet gebaat bij grote oppervlakten, maar wel bij een grote afwisseling van groene elementen in het landschap. In de laatste decennia zijn er al veel van dat soort landschapselementen hersteld.
Kreek en Moeras
Provincie, waterschappen en terreinbeheerders zijn als vele jaren bezig om de Zeeuwse kreekoevers natuurvriendelijker te maken, natte oevergraslanden en rietmoerassen tot ontwikkeling te brengen en de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. In de afgesloten zeearmen wordt toegewerkt naar een meer natuurlijke moerasontwikkeling en uitwisseling tussen de Deltawateren onderling.
Het duingebied
Het beheer van de duingebieden in Zeeland is volop in ontwikkeling. Op steeds meer plaatsen, met name in de binnenduin, maakt het traditionele ‘fixerende’ beheer plaats voor ‘dynamiek’. Daardoor krijgen duinprocessen zoals verstuiving meer kans en neemt de diversiteit in het duinlandschap toe.
Getijdengebied
Steeds meer signalen wijzen uit dat de natuurkwaliteit van de getijdenwateren in gewaar is. Deltawerken, vaargeulbeheer, recreatie en visserij trekken hun wissel op de diversiteit van de Oosterschelde, Westerschelde en de Noordzee. De aandachtsoorten van het getijdengebied zijn gebaat bij herstel van estuariene processen en kunnen als graadmeters worden gezien voor de ecologische kwaliteit van deze wateren. Naar waterhuishoudkundige maatregelen zijn ook specifieke maatregelen nodig, zoals, vogeleilanden ontwikkelen in brakke en zoute wateren, schorareaal conserveren voor schorplanten, aanspoelsels laten liggen voor aanspoelselplanten en stuwen en dammen passeerbaar maken voor trekvissen.
Hoe gaat het nu?
Hoewel het wel goed gaat met de natuurgebieden in zeeland, gaat het minder goed met de Zeeuwse natuur zelf. Zeldzame soorten worden steeds zeldzamer en algemene soorten steeds algemener.
Het is nog maar de vraag of de genomen maatregelen zullen aanslaan. Van veel soorten weet men nog onvoldoende af. Van soorten die met al goed kent, is de ecologie juist complex en van sommige soorten is de verspreiding zelfs niet bekend. Desondanks is het perspectief voor de aandachtsoorten overwegend positief. De integrale aanpak, de brede samenwerking tussen maatschappelijke organisaties en overheid, en het groeiende maatschappelijke en politieke draagvlak zijn gunstige randvoorwaarden voor een effectieve uitvoering van het natuurbeleid.