blog placeholder

Dit artikel behandelt de Kaapse Zonnedauw (Drosera capensis)

Deze insectenetende plant, behorend tot dezelfde familie als het Amerikaanse Vliegenvangertje, gedraagt zich in het vangen van insecten geheel anders als onze inlandse soorten. De Kaapse Zonnedauw heeft echter veel langere blaadjes, die ook geheel met lange klierharen, zogenaamde tentakeltjes, die aan hun top een kleverig glashelder vocht afscheiden zijn bezet. Komt nu een insect met die grote vochtdruppels in aanraking, dan is het verloren. Zelfs grote vliegen, spekvreters (kevers) en vlinders weet de plant te vangen. Hoe meer ze worstelen om los te komen, hoe meer ze zich in het vocht vastwerken, waarbij komt dat de tentakeltjes zich in de richting van de prooi ombuigen, zodat hoe langer hoe meer de taaie kleefstof hen omvat. Ja, bij grote insecten, zoals vliegen, buigt zich ook de bladrand om, of rolt zelfs het gehele blad zich op, om de prooi heen.

 In dit opgerolde blad wordt een grote vlieg verteerd en pas als dit proces geëindigd is, rolt het blad zich weer uit. Darwin en Hugo de Vries hebben over de bewegingen van deze planten uitvoerige mededelingen gepubliceerd en haar gedrag nauwkeurig bestudeerd. Zelfs voor het kleinste stukje eiwit bleken de tentakeltjes gevoelig en bogen deze zich, onder rijkelijke vochtafscheiding, naar het voedsel om.

 Bron: 1920. Prins der Geïllustreerde Bladen.