Fotosynthese
Bij fotosynthese spelen lichtintensiteit, hoeveelheid water, temperatuur en CO2-concentratie een rol. De factor die, door toe te nemen, het proces van fotosynthese kan versnellen, is de beperkende factor. In natuurlijke omstandigheden is (overdag) de concentratie CO2 vaak beperkend.
Lichtintensiteit
Als er meer licht is, kan de lichtreactie beter plaats vinden. In de loop van de dag wordt, het steeds donkerder, als het eenmaal donker is, stopt de lichtreactie en neemt de donker reactie het werk over. De lichtintensiteit is alleen belangrijk, als ook alle andere factoren voor de fotosynthese aanwezig zijn. Als er meer licht is, kunnen er veel meer reacties plaats vinden. Als er minder licht is, wordt de hoeveelheid reacties ook minder.
Hoeveelheid water
Als er genoeg water aanwezig is, kunnen er meer licht– en donkerreacties plaats vinden. Bij beide reacties is water erg belangrijk en bovendien altijd nodig. Als er water aanwezig is, samen met de andere benodigde stoffen/factoren, kunnen er reacties plaats vinden. Is er weinig water aanwezig, dan zal dat resulteren in een afname van de aantal reacties.
Temperatuur
Bij hogere temperaturen verdampt er meer water. Waardoor er minder fotosynthese kan plaats vinden, dit komt doordat de lichtreacties water nodig hebben om te kunnen reageren. Als er teveel water verdampt kan er minder bij de reactie gebruikt worden en nemen de fotosynthese reacties af.
CO2-concentratie
Overdag vinden er geen donkerreacties plaats. Bij donkerreacties is CO2 nodig. ’S avonds vinden de donkerreacties plaats, hierbij heeft de plant CO2 nodig. Als er niet zoveel CO2 in de lucht aanwezig is, kunnen er minder donkerreacties plaatsvinden. Als elke factor voldoende aanwezig is kan een plant optimaal groeien.