blog placeholder

De kleur van een blad is het resultaat van een reactie met licht en de pigmenten die in de blad aanwezig zijn. Het gaat vooral om de pigmenten carotenoïden, porfirines en flavonoiden. Een blad bestaat uit nerven met ertussen bladmoes en bladsteel. Een blad heeft vele functie. De twee belangrijkste functie zijn fotosynthese en verdamping vanwater. Bij fotosynthese wordt koolstofdioxide en water met behulp van zonlicht omgezet tot glucose en zuurstof. De waterstroom blijft op gang door de verdamping. De plant komt aan zouten die in het water zitten, wat wordt opgenomen uit de grond.

Bladgroen

Bladgroen, ook wel chlorofyl genoemd, is de groene bladkleurstof van de planten. Chlorofyl bevindt zicht in de chloroplast. Ze zijn in staat om de energie van licht te absorberen, die ze vervolgens omzetten in chemische energie. Deze chemische energie gebruiken ze bij fotosynthese. Chlorofyl krijgt zijn groene kleur door het sterk absorberen van het rode en blauwe gedeelte van het spectrum. De groene kleur wordt teruggekaatst. Chlorofyl is in vet oplosbaar en kan het beste opgelost worden in petroleumether.

Verschillende pigmenten

Caroteen is een oranje kleurstof die veel voorkomt in groenten. Het zit ook in bladeren, dit is zichtbaar in de herfst. Dan wordt het chlorofyl afgebroken en wordt het caroteen zichtbaar. Caroteen is een belangrijk pigment voor de fotosynthese, het geeft de opgevangen energie door aan het chlorofyl. Er zijn twee soorten caroteen: het alfa-caroteen (α-caroteen) en het bèta-caroteen (β-caroteen).

Bèta-caroteen is een uitgangstof voor vitamine A, die ook wel retinol wordt genoemd. Het pigment bèta-caroteen komt voor in groenten, gele of oranje vruchten, die hun kleur deels hebben gekregen door het bèta-caroteen pigment. Het molecuul van bèta-caroteen bestaat uit twee moleculen van retinol die met de staart aan elkaar vast zitten. Als je het molecuul in tweeën splitst ontstaan er twee moleculen van vitamine A. In het menselijk lichaam wordt bèta-caroteen opgeslagen in je lever, die gebruikt het om er vitamine A van te maken. Te veel vitamine A is schadelijk voor je lichaam. 

Luteïne, ook wel bladxanthofyl genoemd, is een carotenoïde. Een carotenoïde is een groep van kleurstoffen, met de kleur geel tot rood. Luteïne heeft zelf een gele kleurstof. Je kunt het terug vinden in planten, maar ook in het gele lichaam bij de vrouwen en speelt daar een belangrijke rol bij de vruchtbaarheid. De EU heeft luteïne toegestaan onder de E-nummers  (E161), het wordt gebruikt als kleurstof.

Chromatografie

Chromatografie is een scheidingsmethode, met deze methode kun je verschillende stoffen in een mengsel van elkaar scheiden. Elke stof heeft zijn eigen eigenschappen, bij chromatografie gebruikt men de soort stof, de verdelingsgraad en de oplosbaarheid als eigenschap van de stoffen die in het mengsel voorkomen.

Rf-waarde

Met de scheidingsmethode chromatografie kan men de Rf-waarde van de verschillende stoffen, die in het mengsel voorkomen, berekenen. De Rf-waarde is de loopafstand die de stof heeft afgelegd. Dit is te berekenen door de afstand die de stof heeft afgelegd (A) vanaf de startlijn te delen door de afstand tussen de startlijn en het front (B). Het front is de afstand die de gebruikte loopvloeistof heeft afgelegd. De startlijn is de lijn waar men het mengsel plaats om te laten scheiden. De Rf-waarde geeft het kernmerk van een stof weer.