blog placeholder

Als je per ongeluk een brandnetel aanraakt krijg je kleine bultjes die vreselijk jeuken en pijn doen. Maar waarom prikken brandnetels, hoe doen ze dat en wat kun je doen als je pijn hebt door brandnetels? Zijn brandnetels alleen maar onkruid?

De brandnetel is waarschijnlijk het meest bekende (on)kruid wat iedereen bij naam kent. De botanische naam Urticaceae voor de brandnetelfamilie verwijst naar het Latijnse uro, oftewel ‘ik brand’. Van de brandnetelfamilie zijn er meer 500 soorten bekend over de hele wereld, waarvan er 4 in Midden Europa voorkomen. In Nederland vindt men 2 soorten, de grote brandnetel (Urtica dioica) en de kleine brandnetel (Urtica urens). De brandharen van de kleine brandnetel veroorzaken een fellere pijn dan die van de grote brandnetel. Toch is het een veelzijdige plant. Veel inheemse vlinders zijn dol op de brandnetel als waardplant, de brandnetel kan worden ingezet als luizen- en schimmelbestrijder, je kunt de brandnetel eten en er wordt zelfs kleding van gemaakt.

De kleine brandnetel blijft veel kleiner dan de grote brandnetel, ongeveer 10 tot 60 centimeter. Bij deze brandnetel zitten de mannelijke en vrouwelijke bloemen aan één plant. Ze houdt van een rijke grond en komt rond mei bovengronds. In vergelijking met de grote brandnetel is het blad wat dunner en lichter van kleur, de bloemtrosjes blijven staan en blijven kleiner. De grote brandnetel kan wel 2 tot 4 meter hoog worden. Er zijn aparte mannelijke en vrouwelijke planten. De grote brandnetel houdt juist van arme grond. Ze overwinteren met ondergrondse wortels en komen vroeg in het voorjaar al op. Bij deze plant hangen de vrouwelijke bloemtrossen, en staan de mannelijke bloemen. De trossen zijn 2 tot 5 centimeter lang.

De brandnetels zijn bedekt met brandharen. Als je de plant aanraakt dan breken de punten open en komt er een zuur vrij wat een brandende pijn en jeukende, lichtgekleurde bultjes veroorzaakt. Aan elke brandhaar zit een weerhaakje wat in de huis kop vast te zitten, vervolgens breekt de knop af en komt er een zuurmengsel in de huis die branderige en langdurige pijn en jeuk veroorzaken. De plant gebruikt dit om te voorkomen dat ze worden opgegeten. Geiten en konijnen echter kunnen de (jonge) planten gewoon eten. Als je een brandnetel hebt aangeraakt en last krijgt van de pijn en jeuk kun je terug gaan naar de plek waar de brandnetel groeit. Het schijnt dat in de directe omgeving planten groeien die de jeuk kunnen tegen gaan, zoals de weegbree, de dovenetel, paardenbloem en de hondsdraf. Bij weegbree kneus je de bladeren en bij paardenbloem gebruik je het hart van de bloem, wrijf hiermee over de pijnlijke plek.

De brandnetel is op zich niet schadelijk in een tuin, alleen wij mensen hebben er last van. Ze zijn moeilijk te verwijderen, je moet dan de complete wortels mee verwijderen, ze kunnen andere planten overwoekeren. Toch zijn er vlindersoorten waarvan de rupsen alleen maar de brandnetels lusten, zoals de kleine vos, de distelvlinder, de dagpauwoog, het landkaartje, de gehakkelde aurelia en de atalanta. De planten waarop de vlinders hun eieren leggen worden waardplanten genoemd. Bij een vlindertuin vindt je dan ook vaak brandnetelplanten met dit doel. Behalve de rupsen kunnen ook slakken van de bladeren eten, ook zij zijn immuun voor de brandharen.

Brandnetels kunnen worden gebruikt als biologisch bestrijdingsmiddel. Bij biologische tuinders is de brandnetelgier bekend. Als de brandnetelgier wat langer staat kan het ontzettend gaan stinken. Het middel zou helpen tegen bladluis en schimmel, maar ook als extra mest voor de planten dienst doen door de stoffen die vrij komen uit de plant. Om brandnetelgier te maken heb je een grote emmer of ton nodig. Gebruik 1 kilo brandneteltoppen (zonder zaden anders staat je hele tuin binnen de kortste keren vol met brandnetels) op 1 liter water. Laat dit minimaal een etmaal trekken en besproei de planten met het aftreksel tegen luizen en schimmels, herhaal dit regelmatig. Als mest moet het mengsel 2 weken trekken en gaan gisten, regelmatig doorroeren en als het stopt met gisten kun je het tussen de planten verdelen.  

Verder wordt aan dit (on)kruid al eeuwen lang helende krachten toegeschreven. Brandnetelblad bevat veel vitamines en mineralen (vitamine A, B2, C, E en K1; chlorofyl, foliumzuur, histamine, acetylcholine, Mierenzuur, azijnzuur, boterzuur, looistoffen en mineralen).  Zowel het blad als de wortel worden gebruikt. Er is een waslijst aan klachten waarbij de brandnetel goed zou doen. De brandnetel kan bijvoorbeeld worden verwerkt in thee, soep, brood, als groente (niet rauw), als kompres en in kaas. Door het koken verliezen de brandharen hun prikkracht. Het wordt onder andere inwendig gebruikt vanwege de vochtafdrijvende werking, de versterkende werking, de stimulering van de bloedsomloop, het verlagen van de bloedsuikerspiegel en de algehele reiniging van het lichaam. Uitwendig wordt brandnetel ook wel gebruikt als middel tegen insectenbeten, brandwonden, pijnlijke gewrichten, peesontsteking en verstuiking. Ook de moderne geneeskunde gaat steeds vaker onderzoek doen naar de geneeskrachtige werking van brandnetels.