Fossielen zijn zeer interessante natuurverschijnselen. In dit artikel wordt op een simpele manier uitgelegd wat fossielen precies zijn en hoe fossielen eigenlijk ontstaan. Het artikel is zo geschreven dat het ook voor kinderen goed te begrijpen is! Ook staan er op het einde nog wat leuke weetjes in en tips om fossielen zelf te bekijken in musea en om ze zelf te gaan zoeken!
Wat zijn fossielen?
Fossielen zijn overblijfselen van dode planten of dieren die heel lang geleden leefden. De fossielen kunnen skeletten van reusachtige dinosauriërs zijn, maar ook van hele kleine plantjes of diertjes. De meeste fossielen zijn gevormd uit de harde delen van dieren en planten, zoals schelpen, botten, tanden en hout. De studie van fossielen wordt paleontologie genoemd. Een paleontoloog is iemand die fossielen onderzoekt. Een bekender woord hiervoor is een archeoloog. Uit fossielen kan een paleontoloog heel veel informatie halen. Fossielen kunnen ons veel vertellen over de dieren en planten vroeger leefden. Dankzij fossielen weten onderzoekers nu bijvoorbeeld dat er al minstens 3500 miljoen jaar leven op onze aarde is!
Hoe ontstaan fossielen?
Het duurt wel miljoenen jaren voordat een plant of dier een fossiel is geworden. Het veranderen van een organisme in een fossiel heet fossilisatie. Niet alle planten en dieren die dood gaan worden fossielen. De kans daarop is eigenlijk maar heel klein. Meestal vergaat een dier of plant gewoon, het ‘verrot’. Dieren ‘verrotten’ alleen als er lucht bij kan komen. Om een fossiel te worden moet een plant of dier snel worden begraven, zodat er geen lucht meer bij kan. Dit gebeurt meestal door bedekking met zand of slib, die door het water worden meegevoerd. Dit zand of slib wordt sediment genoemd. Als een plant of dier is begraven door sediment veranderd de grondstof om de plant of het dier gedurende miljoenen jaren langzaam in steen. Bovenop het fossielen komen andere lagen met sediment en dat zorgt ervoor dat het fossiel goed wordt aangedrukt en steviger wordt. Na vele miljoenen jaren worden de bovenste lagen weggespoeld of weggewaaid en komt het fossiel naar de oppervlakte. Klaar om gevonden te worden door een paleontoloog of een toevallige voorbijganger!
Opmerkelijke vondsten
– De wolharige mammoet: een mammoet is een zoogdier dat lang geleden in de ijstijd leefde, toen grote delen van onze aarde bedekt waren met ijs. Ook Nederland was bedekt met ijs! En in die tijd leefde de wolharige mammoet waar wij nu wonen! In Nederland zijn er verschillende fossielen gevonden van deze mammoet. Een van de fossielen kun je zelf bekijken in het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis in Leiden!
– Grootste knaagdier: in Zuid-Amerika is een hele grote schedel gevonden van een knaagdier dat wel 2 tot 4 miljoen jaar oud is! Het is heel bijzonder dat een complete schedel van zo lang geleden is gevonden, meestal vinden archeologen alleen stukjes omdat de schedel kapot is gegaan. Muizen, konijntjes en ratten zijn voorbeelden van knaagdieren, maar deze diertjes zijn een stuk kleiner dan hun voorouder waarvan de schedel gevonden is. Dit knaagdier zou wel duizend kg hebben gewogen! Een konijntje weegt maar ongeveer 1 kg!
– Walvissen in de woestijn: de woestijn van Peru is voor veel archeologen een zeer goede plek om naar fossielen te gaan zoeken. Een archeoloog zei zelfs dat er elke 10 meter wel een fossiel gevonden wordt! Er worden in dit stuk woestijn vooral veel fossielen van zeedieren gevonden, zoals walvissen. Menselijke fossielen: er worden niet alleen fossielen van dieren gevonden. Ook van mensen worden wel eens fossielen gevonden. Een belangrijke vondst was het fossiel van een 25 jarige vrouw die wel 3 miljoen jaar oud is! Ongeveer de helft van haar skelet werd gevonden. Dat is veel voor een skelet, want meestal gaan er grote delen kapot of verloren. De vrouw word ‘Lucy’ genoemd en was maar 107 cm lang en woog waarschijnlijk maar 28 kg!
Leuke weetjes
Van haaien worden alleen de tanden gevonden als fossiel, dit komt omdat de rest van een haai te zacht is om een fossiel te kunnen worden. Haaien botten zijn namelijk gemaakt van kraakbeen, dat is veel zachter dan waar onze botten van gemaakt zijn. Maar mensen hebben ook kraakbeen! Kraakbeen zit bijvoorbeeld in je neus en in je oren. Voel maar eens! Het is wel stevig, maar je kunt het wel buigen. Dat kan je niet met het bot in je been, dat is daar veel te stevig voor! Haaientanden kun je zelf vinden, ze spoelen vaak aan op de stranden in Zeeland. Vooral in het plaatsje Cadzand worden veel haaientanden gevonden. Haaientanden zijn zoveel te vinden, omdat haaien vaak tanden verliezen en dan meteen weer nieuwe tanden krijgen. Bovendien hebben veel haaien soorten wel meer dan 2 rijen tanden achterelkaar!
Zelf fossielen zien?!
Ben je nieuwsgierig geworden naar hoe fossielen eruit zien? Of wil je nog meer leuke weetjes voor de laatste opdracht? Je kunt fossielen bekijken en meer informatie krijgen in een hele hoop museums in heel Nederland!
– Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, in Leiden, de website is www.naturalis.nl Natuurhistorisch Museum Maastricht, in Maastricht, de website is www.nhmmaastricht.nl Oertijdmuseum ‘De Groene Poort, in Boxtel, de website is www.oertijdmuseum.nl
Ook zijn er een heleboel websites waar je nog meer informatie kunt vinden over fossielen en plaatjes kunt bekijken.
– De site www.fossiel.net is de grootste site over fossielen van Nederland. Hier kun je een fossielen-quiz doen! Op de site www.dinosaurus.net kun je meer informatie vinden over dinosauriërs!
Zelf fossielen zoeken!
Je kunt natuurlijk ook zelf fossielen gaan zoeken! Zo kom je misschien ook wel op leuke weetjes! Fossielen kun je vinden op heel verschillende plaatsen, zoals in rotsen, begraven onder veen, in ijs of op het strand. Maar waar moet je nou opletten als je fossielen gaat zoeken?
– Veiligheid: als je gaat zoeken, laat je ouders dan altijd weten waar je bent en neem als dat kan een mobieltje mee. Ga nooit in je eentje grotten in!
– Uitrusting: neem een kwast, oude tandenborstel en een mesje mee om je vondst uit te graven zonder dat het stuk gaat. Een zeef is handig als je gaat zoeken in een riviertje of in los zand, hiermee kun je jouw vondst uit het water of zand zeven. Andere dingen die handig zijn om mee te nemen zijn een vergrootglas, notitieboekje en plastic zakjes.
– Kleding: doe stevige schoenen aan en neem een goede tas mee om je vondsten in te doen. Als je in grotten en steengroeven gaat zoeken, moet je altijd een helm op doen!
Als je fossielen hebt gevonden, moet je die natuurlijk ook goed opbergen. Als je wilt dat onderzoekers en paleontologen echt iets hebben aan jouw vondsten, hebben ze belangrijke gegevens over jouw vondst nodig. Ze willen dan graag weten waar en wanneer je het fossiel hebt gevonden en wat het is. Als je veel fossielen hebt gevonden, kun je dat niet meer allemaal onthouden! Daarom is het handig om alle fossielen afzonderlijk goed op te bergen in kleine doosjes met nummers erop. In een notitieboekje schrijf je dan achter de nummers het volgende op: wat het is, waar je het gevonden hebt en wanneer je het gevonden hebt. Als je al je fossielen zo goed bewaard heeft een paleontoloog misschien wel echt iets aan jou vondst of komt het in een museum!